De gemeenteraad kan commissies oprichten met als taak het voorbereiden van de besprekingen in gemeenteraadszittingen, het verlenen van advies en het formuleren van voorstellen over de wijze waarop vorm wordt gegeven aan de inspraak van de bevolking telkens als dat voor de beleidsvoering wenselijk wordt geacht. Het huishoudelijk reglement van 28 januari 2019 bevat de concrete uitwerking.
Het huishoudelijk bepaalt dat er vier gemeenteraadscommissies zijn, en een verenigde gemeenteraadscommissie:
Elke gemeenteraadscommissie wordt voorgezeten door een voorzitter. De leden van het schepencollege en de burgemeester kunnen geen voorzitter zijn. Ingeval een verenigde gemeenteraadscommissie wordt bijeengeroepen, wordt afgesproken wie deze voorzit. Het thema kan hierbij doorslaggevend zijn. Per gemeenteraadscommissie wordt er een akte voor de voordracht van een voorzitter ingediend. De voordrachtakte is slechts ontvankelijk als ze is ondertekend door een meerderheid van de kandidaat-commissieleden en door de kandidaat-voorzitter die aanvaardt. Is er voor een bepaalde gemeenteraadscommissie geen ontvankelijke voordrachtakte, dan wordt er gestemd over de voorgedragen kandidaat of kandidaten.
In zitting van 11 maart 2024 nam de gemeenteraad kennis van de samenstelling van de gemeenteraadscommissies.
Er kan aldus overgegaan worden tot de aanduiding van de voorzitters van de gemeenteraadscommissies.
Hiertoe werden 3 ontvankelijke voordrachtaktes ingediend, met name voor de gemeenteraadscommissies algemene zaken en financiën, samenleving, en stedelijke infrastructuur en stedelijke ontwikkeling. De voordrachtakte voor de voorzitter van de gemeenteraadscommissie vrije tijd en onderwijs kan uiterlijk tot het einde van de zitting worden ondertekend.
De invulling van de mandaten van voorzitter in de gemeenteraadscommissies gebeurt als volgt: