De voorzitter van de gemeenteraad kan mededelingen doen vooraleer de eigenlijke zitting aanvangt.
Er wordt kennisgenomen van de mededelingen door de voorzitter:
De notulen en het zittingsverslag van de vergadering van de gemeenteraad worden onder de verantwoordelijkheid van de algemeen directeur opgesteld. De notulen worden ten minste acht dagen voor de dag van de vergadering ter beschikking gesteld van de gemeenteraadsleden.
Elk gemeenteraadslid heeft het recht tijdens de vergadering opmerkingen te maken over de redactie van de notulen van de vorige vergadering. Als die opmerkingen door de gemeenteraad worden aangenomen, worden de notulen in die zin aangepast. Als er geen opmerkingen worden gemaakt over de notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering worden de notulen als goedgekeurd beschouwd en worden ze ondertekend door de voorzitter van de gemeenteraad en de algemeen directeur.
De notulen van de openbare zitting van 21 oktober 2024 worden als goedgekeurd beschouwd.
De jaarrekening van stad en OCMW Vilvoorde over het jaar 2023 werd vastgesteld door de raad voor maatschappelijk welzijn en de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2024.
De toezichthoudende overheid keurt de jaarrekening goed op bepaalde voorwaarden. Als de toezichthoudende overheid geen besluit heeft verzonden naar de gemeente en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn binnen een termijn van honderdvijftig dagen wordt ze geacht de jaarrekening goed te keuren. Die termijn gaat in op de dag nadat de gemeente zowel de toezichthoudende overheid op de hoogte heeft gebracht van de bekendmaking van de jaarrekening (op 5 juli 2024), met toepassing van artikel 286, § 1, 3°, als de digitale rapportering erover aan de Vlaamse Regering heeft bezorgd met toepassing van artikel 250 (op 26 juni 2024).
De gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant keurde bij besluit van 30 september 2024 de jaarrekening 2023 goed. Het bestuur ontving hieromtrent op 2 oktober 2024 een bericht via het digitaal loket voor lokale besturen. Op 1 oktober 2024 werden tevens per e-mail een paar technische opmerkingen bezorgd aan de algemeen directeur en de financieel directeur. Hiermee zal rekening gehouden worden bij de opmaak van de volgende beleidsrapporten.
Met toepassing van artikel 332, §1, derde lid, wordt dit besluit van de toezichthoudende overheid ter kennis gebracht op de eerstvolgende vergadering van de raad.
Er wordt kennis genomen van het besluit van de gouverneur van 30 september 2024 houdende de goedkeuring van de jaarrekening over het jaar 2023 van stad en OCMW Vilvoorde.
Op 24 juni 2024 nam de gemeenteraad kennis van de jaarrekening van het autonoom gemeentebedrijf Vilvoorde over het jaar 2023 en van het verslag van de raad van bestuur. Er werd positief advies gegeven bij de BBC-jaarrekening van het autonoom gemeentebedrijf Vilvoorde over het jaar 2023. De statutaire jaarrekening van het autonoom gemeentebedrijf Vilvoorde over het jaar 2023 werd goedgekeurd. Er werd kwijting verleend aan de raad van bestuur van het autonoom gemeentebedrijf Vilvoorde m.b.t. de verrichtingen van het boekjaar 2023.
De gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant heeft bij besluit van 30 september 2024 de jaarrekening 2023 van het autonoom gemeentebedrijf Vilvoorde goedgekeurd. Het besluit werd ook ontvangen via het digitaal loket. Het bestuur ontving hieromtrent op 1 oktober 2024 ook een e-mail, waarin vermeld werd dat er geen opmerkingen of aanbevelingen zijn.
Met toepassing van artikel 332, §1, derde lid, wordt het besluit van de gouverneur omtrent de goedkeuring van de jaarrekening ter kennis gebracht op de eerstvolgende vergadering van de raad.
Er wordt kennis genomen van het besluit van de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant van 30 september 2024 houdende de de goedkeuring van de jaarrekening over het jaar 2023 van autonoom gemeentebedrijf Vilvoorde.
De gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn stemmen elk over hun deel van het beleidsrapport. Nadat de raden zo het beleidsrapport elk voor hun deel hebben vastgesteld, keurt de gemeenteraad het deel van het beleidsrapport zoals vastgesteld door de raad voor maatschappelijk welzijn goed. Door die goedkeuring wordt het beleidsrapport in zijn geheel geacht definitief vastgesteld te zijn.
De vijfde aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 van stad en OCMW Vilvoorde en de bijhorende documentatie werd op vrijdag 8 november 2024 bezorgd aan de leden van de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn.
Het beschikbaar budgettair resultaat bedraagt 225 186 euro op 31 december 2025. De autofinancieringsmarge bedraagt 567 660 euro en de gecorrigeerde autofinancieringsmarge 729 569 euro in 2025. Het volgnummer van de laatste inschrijving in het budgettair dagboek van de verwachte ontvangsten en uitgaven is 102 225.
De periode van de toelichting van de aanpassing van het meerjarenplan blijft altijd de periode 2020-2025 maar de staat van het financieel evenwicht (M2), het overzicht van de ontvangsten en uitgaven naar economische aard (T2) en het overzicht van de evolutie van de financiële schulden (T4) beschrijft altijd de financiële consequenties voor ten minste drie toekomstige boekjaren.
De kredieten voor de periode 2025-2027 zijn geraamd in de veronderstelling van gelijkblijvend beleid. De nieuwe bestuursploeg zal in het nieuwe meerjarenplan 2026-2031 eigen accenten kunnen leggen en middelen anders besteden. Enkel al opgestarte investeringen of investeringen die strikt noodzakelijk zijn, zijn opgenomen in de periode 2025-2027.
Het deel stad van de vijfde aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 van stad en OCMW Vilvoorde wordt vastgesteld.
De gemeenteraad neemt kennis van de vaststelling van het deel OCMW van de vijfde aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 van stad en OCMW Vilvoorde.
De gemeenteraad keurt het deel OCMW van de vijfde aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 van stad en OCMW Vilvoorde goed.
De lijst van nominatieve toelagen, zoals opgenomen in deel 4 van de documentatie bij het meerjarenplan, wordt goedgekeurd.
De vijfde aanpassing van het meerjarenplan en de lijst van toelagen maken integraal deel uit van dit besluit.
De raad van bestuur van het autonoom gemeentebedrijf Vilvoorde is bevoegd om de aanpassing van het meerjarenplan vast te stellen. De gemeenteraad dient de aanpassing van het meerjarenplan van het autonoom gemeentebedrijf Vilvoorde goed te keuren.
De vijfde aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 van het autonoom gemeentebedrijf Vilvoorde en de bijhorende documentatie werd door het directiecomité op vrijdag 8 november 2024 bezorgd aan de leden van de raad van bestuur en aan de stad.
Het beschikbaar budgettair resultaat bedraagt 61 304 euro op 31 december 2025. De autofinancieringsmarge bedraagt 127 814 euro en de gecorrigeerde autofinancieringsmarge -247 267 euro in 2025. Het volgnummer van de laatste inschrijving in het budgettair dagboek van de verwachte ontvangsten en uitgaven is 9 076.
De periode van de aanpassing van het meerjarenplan blijft de periode 2020-2025 maar de staat van het financieel evenwicht beschrijft altijd de financiële consequenties voor ten minste drie toekomstige boekjaren.
De periode van de toelichting van de aanpassing van het meerjarenplan blijft altijd de periode 2020-2025 maar het overzicht van de ontvangsten en uitgaven naar economische aard (T2) en het overzicht van de evolutie van de financiële schulden (T4) beschrijft altijd de financiële consequenties voor ten minste drie toekomstige boekjaren.
De kredieten voor de periode 2025-2027 zijn geraamd in de veronderstelling van gelijkblijvend beleid. De nieuwe bestuursploeg zal in het nieuwe meerjarenplan 2026-2031 eigen accenten kunnen leggen en middelen anders besteden. Enkel al opgestarte investeringen of investeringen die strikt noodzakelijk zijn, zijn opgenomen in de periode 2025-2027.
De vijfde aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 van het autonoom gemeentebedrijf Vilvoorde wordt goedgekeurd.
De vijfde aanpassing van het meerjarenplan maakt integraal deel uit van dit besluit.
Dit besluit wordt toegestuurd naar de autonoom gemeentebedrijf Vilvoorde.
In zitting van 14 mei 2018 werd het retributiereglement administratiekosten voor de invordering van niet-fiscale en fiscale ontvangsten vastgesteld door de gemeenteraad.
Niet-fiscale vorderingen ontstaan uit een dienst of levering die gebeurt op verzoek door een derde die weet dat daarvoor moet betaald worden. Fiscale vorderingen ontstaan op basis van door de gemeenteraad vastgestelde belastingreglementen.
Debiteuren van niet-fiscale vorderingen wordt een betaaltermijn verleend van 30 dagen vanaf de dag volgend op de factuurdatum, een termijn die als redelijk kan beschouwd worden.
Bij niet-betaling binnen deze 30 dagen wordt een eerste keer kosteloos herinnerd en een bijkomende betaaltermijn van 15 kalenderdagen vanaf de dag volgend op de herinneringsdatum toegestaan.
Bij niet-betaling binnen deze betaaltermijn wordt een tweede keer herinnerd en deze tweede herinnering dient verplicht per aangetekende zending verstuurd te worden opdat het bedrag via dwangbevel zou kunnen ingevorderd worden.
De debiteuren worden via de factuur en de eerste herinnering goed op de hoogte gebracht van de uiterste vervaldata.
Het gaat vaak om facturen met heel kleine bedragen en de facturatie- en betalingsopvolging veroorzaakt personeelskosten en administratieve kosten.
Als de stad ervoor kiest de kosten voor de invordering van alle niet-fiscale vorderingen vast te stellen, moet rekening worden gehouden met de wet van 3 mei 2023 houdende toevoeging van boek XIX: “schulden van de consument” aan het Wetboek Economisch Recht, waarbij de eerste herinnering kosteloos moet zijn en de tweede maximum 7,50 euro vermeerderd met de op het ogenblik van de verzending geldende portkosten.
Zo kunnen bij gehele of gedeeltelijke niet-betaling en na het verstrijken van de termijn de volgende bedragen gevraagd worden:
a) 20 euro als het verschuldigde saldo lager dan of gelijk aan 150 euro is;
b) 30 euro vermeerderd met 10 % van het verschuldigde bedrag op de schijf van 150,01 tot en met 500 euro als het verschuldigde saldo hoger dan 150 euro is en lager dan of gelijk aan 500 euro is;
c) 65 euro vermeerderd met 5 % van het verschuldigde bedrag op de schijf boven 500 euro met een maximum van 2000 euro als het verschuldigde saldo hoger dan 500 euro is.
Aan de debiteuren van fiscale vorderingen wordt een betaaltermijn verleend van 2 maanden vanaf de dag volgend op de verzending van het aanslagbiljet. Deze termijn is decretaal bepaald. Bij niet-betaling binnen deze 2 maanden wordt een eerste keer kosteloos herinnerd en wordt een bijkomende betaaltermijn van 15 kalenderdagen vanaf de dag volgend op de herinneringsdatum toegestaan. Bij niet-betaling binnen deze betaaltermijn wordt een tweede keer herinnerd. Deze tweede herinnering moet sinds 1 mei 2017 niet meer aangetekend verstuurd worden om invordering via deurwaarder mogelijk te maken, maar blijft toch wel wenselijk als bewijsstuk. Het is aangewezen om bij herhaalde wanbetaling ook administratiekosten aan te rekenen zoals dit tot op heden ook gebeurde. Sinds 1 mei 2017 is de bepaling over het aanrekenen van kosten van de aangetekende zending geschrapt uit het WIB 1992 en kunnen er enkel frankeringskosten aangerekend worden voor aanmaningen van belastingen.
Het is zinvol om de retributies in het kader van de invorderingsprocedure voor fiscale vorderingen af te stemmen op de retributies voor niet-fiscale vorderingen. Een reglement maakt een eenvormige aanrekening van de retributie mogelijk. Deze eenvormigheid is ook duidelijker voor de burger. Tot op heden werd 6 euro aangerekend voor aangetekende aanmaningen. De kost voor een aangetekende zending voor de stad Vilvoorde aan Bpost bedraagt op heden 7,85 euro. Voor de aangetekende zending voor niet-fiscale ontvangsten mag ook een hogere administratiekost aangerekend worden. Voor de aangetekende zending voor fiscale ontvangsten mag enkel de frankeringskost aangerekend worden, deze mag wel afgerond worden naar het eerstvolgende geheel getal.
Voor bepaalde retributies kan er gekozen worden om aanmaningskosten vast te leggen in het retributiereglement zelf en deze specifieke reglementen hebben voorrang hebben op dit algemeen reglement. In de praktijk zijn er momenteel geen dergelijke bepalingen.
Er wordt voorgesteld om de kost van het aangetekend schrijven steeds automatisch aan te passen als het postbedrijf (momenteel Bpost) zijn tarief verhoogt, en steeds af te ronden naar het eerstvolgende hogere gehele getal. Momenteel bedraagt het tarief van Bpost voor een aangetekende zending 7,85 euro voor kleine enveloppen. Bpost indexeert zijn tarief steeds per 1 januari. Er wordt voorgesteld om ook steeds de retributie mee te verhogen en af te ronden op eerstvolgende gehele getal.
Bij GAS-boetes mogen er in de minnelijke fase van invordering geen administratieve kosten worden aangerekend. Dit volgt uit artikel 14 van de Grondwet ("Geen straf kan worden ingevoerd of toegepast dan krachtens de wet"). Als de gemeente moet overgaan tot de gedwongen invordering van de schuld kunnen er wel invorderingskosten op de schuldenaar verhaald worden op basis van artikel 1024 van het Gerechtelijk Wetboek (“De kosten van tenuitvoerlegging komen ten laste van de partij tegen wie de tenuitvoerlegging wordt gevorderd."). Dit reglement is dan ook niet van toepassing op GAS-boetes.
Het retributiereglement administratiekosten voor de invordering van niet-fiscale en fiscale ontvangsten wordt vastgesteld.
Het retributiereglement maakt integraal deel uit van dit besluit.
Het besluit van de gemeenteraad van 14 mei 2018 houdende het vaststellen van het retributiereglement administratiekosten voor de invordering van de niet-fiscale en fiscale ontvangsten wordt opgeheven.
Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2025.
Gezien het overleg van het Nationaal Crisiscentrum van de Regering (NCCN), de Algemene Directie van het Crisiscentrum onder leiding van de minister van Binnenlandse Zaken, op 17 september 2024 en op 16 oktober 2024 met de Federale Politie, OCAD, Staatsveiligheid e.a. en de gouverneurs tot coördinatie van de handhaving van de openbare orde.
Gelet op het feit dat in de aangekondigde actieperiode van 24 tot en met 28 oktober 2024 initiatieven van geweldloze en burgerlijke ongehoorzaamheid te verwachten zijn en dat die acties zich vooral zullen richten naar TotalEnergies, Engie en de luchtvaartsector. Op het grondgebied van Vilvoorde zijn er in dit opzicht punten van belang.
Gelet op het feit dat de organisatoren hun actie niet voorafgaandelijk hebben aangemeld bij de bevoegde bestuurlijke overheid (cf. concept “New Way of Protesting”) en er geen verantwoordelijke naar voren werd geschoven waarmee de nodige afspraken konden gemaakt worden (cf. omzendbrieven CP4 en OOP41).
Gezien het niet ondenkbeeldig is dat er infiltraties mogelijk zijn van actievoerders die geweld en vandalisme niet schuwen en het geweldloze karakter van de actie willen uitdagen of ondergraven.
Gelet op het feit dat de actievoerders van Code Rood in het verleden duidelijke aangeleerde, geoefende tactieken en technieken gebruiken om targets te benaderen, te penetreren en de ordediensten te misleiden (op hun website wordt er verwezen naar twee soorten acties: groots aangekondigde en verrassingsacties door kleine groepen).
Gelet op het feit dat tijdens voorgaande acties schadegevallen (aan o.a. hekkens en machines) te betreuren vielen.
Overwegende dat het bij de voorbije manifestaties van Code Rood en van milieuactivisten (al dan niet in het buitenland) gepaard is gegaan met een aantal incidenten waarbij het soms zelfs tot fysieke confrontatie en/of rellen is gekomen, dat in enkele gevallen personen verwondingen opliepen, waarvan een aantal zelfs gehospitaliseerd diende te worden, dat daarenboven ernstige beschadigingen aan openbare gebouwen, domeinen en particuliere goederen werden aangericht die als disproportioneel kunnen worden beschouwd, ook voor wat betreft de sociaaleconomische impact.
Gelet op het feit dat de gehanteerde methodologie van de actievoerders erop gericht kan zijn om langdurig – zelfs meerdaags – actie te voeren middels het zich vastketenen aan andere actievoerders of installaties, blokkeren van verkeer, doorgangen of toegangen, het zich vastlijmen en andere creatieve manieren om het de ordediensten moeilijk te maken de actievoerders van de plaats te verwijderen.
Overwegende dat volgens sociale media blijkt dat de actievoerders zich voorafgaandelijk gaan organiseren, verzamelplaatsen voor vertrek gaan organiseren, zich solitair, in kleine groepen gaan verplaatsen om dan verzameld actie te voeren. De manifestanten kunnen aankomen in de treinstations en bushaltes op het grondgebied van de gemeenten, om zich van daaruit te verplaatsen in de richting van het beoogde doelwit.
Gelet op het feit dat uit vorige acties is gebleken dat de actievoerders door hun juridisch team geadviseerd worden om geen drager te zijn van hun identiteitskaart, smartphone of nota’s die kunnen leiden tot hun gerichte identificatie.
Overwegende dat het voor de politie bijna onmogelijk is om de omheining van de sites van Engie - te bewaken en dat de politie in het kader van genegotieerd beheer van de openbare orde een escalatie op het moment zelf wil voorkomen.
Dat het dus geen optie is om reactief op te treden en er dus preventief in de diepte moet kunnen worden opgetreden tegen de actievoerders voorzien van kleding en materiaal om over de omheining te klimmen of deze open te knippen en zich voor lange tijd vast te kleven op de tarmac of op welke wijze ook op te houden of schade aan te brengen aan de tarmac of vliegtuigen.
Overwegende dat iedereen ertoe moet bijdragen om manifestaties voor het klimaat zonder incidenten te laten verlopen, zodat de openbare orde en de individuele rechten en vrijheden van de bevolking maximaal worden gevrijwaard, dat hogergenoemde feiten moeten worden voorkomen als dit niet vooraf kan worden afgesproken met de vertegenwoordigers van de actievoerders.
Dat er derhalve aanleiding bestaat alle nodige maatregelen te treffen teneinde de openbare orde te handhaven ter gelegenheid van de acties ‘Code Rood’ in de periode van 24 tot en met 28 oktober 2024.
Dat daarbij onverminderd toepassing wordt gemaakt van de principes van het genegotieerd beheer van de publieke ruimte, waarbij er op voorhand zo duidelijk mogelijk afspraken worden gemaakt met de vertegenwoordigers van de manifestanten over bijvoorbeeld een manifestatiezone en hun houding tegenover de werknemers van Brussels Airport, de aankomende en vertrekkende passagiers, de plaatsen en de omstandigheden waarin acties en betogen voor het klimaat kunnen worden geduld, beperkt in tijd en ruimte, en bij voorkeur op een plaats met symbolische waarde voor de actievoerder die ruimte biedt voor de vrijheid van vergaderen en vrije meningsuiting.
Om de vrijwaring van de openbare orde te kunnen garanderen stelde de burgemeester op 22 oktober 2024 politieverordening vast voor de periode van 24 tot 28 oktober 2024. Gezien het dringende karakter, kon niet gewacht kon worden tot de eerstvolgende gemeenteraad. Deze politieverordening moet, conform artikel 134 van de nieuwe gemeentewet, bekrachtigd worden door de gemeenteraad op de eerstvolgende zitting.
De verordening van de burgemeester van 22 oktober 2024 ter vrijwaring van de openbare orde en de openbare veiligheid gedurende de periode van 24 tot 28 oktober 2024 naar aanleiding van een aangekondigde actieperiode door actiegroep Code Rood, word bekrachtigd, in toepassing van artikel 134 van de nieuwe gemeentewet.
In zitting van 14 oktober 2019 besliste het college van burgemeester en schepenen om toe te treden tot de raamovereenkomst via de opdrachtencentrale van Cipal dv voor aankoop van licenties, gebruiksrechten, onderhouds- en ondersteuningsprogramma’s m.b.t. standaardsoftware aangeboden via de raamovereenkomst “Aankoop van licenties, gebruiksrechten, onderhouds- en ondersteuningsprogramma’s m.b.t. standaardsoftware” (Bestek nr. CSMRSOFT19 ). De raamovereenkomst is beëindigd. Cipal dv heeft een nieuwe overheidsopdrachtenprocedure gevoerd en een nieuwe raamovereenkomst gesloten.
Het blijft nuttig om een beroep te doen op een grote aankoopcentrale. Het bestuur moet zelf geen gunningsprocedure voeren wat een besparing aan tijd en geld betekent. Cipal dv beschikt over knowhow en technische expertise. Het stadsbestuur is niet verplicht tot enige afname van de raamovereenkomst (geen afnameverplichting).
De raamovereenkomst omvat een uitgebreide reeks softwareoplossingen van verschillende leveranciers, waaronder:
Daarnaast wordt optionele ondersteuning bij het licentiebeheer, advies over prijsmodellen en hulp bij de installatie en ingebruikname van de software geboden. Dit betekent dat men volledig ontzorgd kan worden tijdens het hele proces, van aanschaf tot operationeel gebruik.
De raad van bestuur van Cipal dv nam in zitting van 26 oktober 2023 de beslissing tot gunning via een openbare procedure van de overheidsopdracht waarvan het voorwerp bestaat uit "de verwerving van standaard software en bijhorende dienstverlening". In uitvoering van deze beslissing keurde de raad van bestuur van Cipal dv de opdrachtdocumenten goed, inzonderheid:
De raad van bestuur van Cipal dv besliste in zitting van 12 september 2024 voornoemde opdracht te gunnen aan SoftwareOne BE, met maatschappelijke zetel te Buro & Design Center, Esplanade 1, Suite 315, Box 3, 1020 Brussel.
De voornoemde opdracht van Cipal dv “Raamovereenkomst voor de verwerving van licenties, gebruiksrechten, cloud abonnementen, onderhouds- en ondersteuningsprogramma’s m.b.t. standaard software en bijhorende dienstverlening” (Bestek nr. CSMRTSOFT23b) is een raamovereenkomst met één leverancier en Cipal dv treedt hierbij op als aankoopcentrale in de zin van artikelen 2,6° en 47 van de wet van 17 juni 2016.
De gemeente kan van de mogelijkheid tot afname van de raamovereenkomst via de aankoopcentrale gebruik maken waardoor zij krachtens artikel 47, § 2 van de wet van 17 juni 2017 is vrijgesteld van de verplichting om zelf een gunningsprocedure te organiseren.
Aangezien de mogelijkheid bestaat dat de opdrachten, op basis van de raamovereenkomst, de looptijd van 4 jaar overstijgen, dient de gemeenteraad dit dossier formeel goed te keuren.
Er wordt een beroep gedaan op de opdrachtencentrale van Cipal dv voor standaardsoftware aangeboden via de raamovereenkomst "standaardsoftware en bijhorende diensten " (Bestek nr. CSMRTSOFT23b ).
Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de uitvoering van dit besluit.
Een afschrift van dit besluit wordt toegestuurd naar Cipal dv.
VERA heeft in toepassing van de openbare procedure en met als onderwerp “Raamovereenkomst ICT-, Audiovisueel- en Netwerk materiaal 2021/004” een overheidsopdracht voor diensten zowel Belgisch (BDA: 2021-519277) als Europees (2021/S 098-254423) gepubliceerd op 18 mei 2021.
VERA nam in de aankondiging en in het lastenboek op dat APB VERA Steunpunt e-government als aankoopcentrale met aanvullende aankoopactiviteiten handelt. Deze aankoopcentrale fungeert als tussenpersoon door het sluiten van raamovereenkomsten die door de aanbestedende overheden kunnen worden gebruikt (artikel 47, §1, alinea 2 van de wet overheidsopdrachten). De deelnemende instantie dient zelf nog een overeenkomst te sluiten met de gekozen leverancier.
De opdracht betreft een raamovereenkomst voor aankoop van ICT-, Audiovisueel en Netwerk materiaal. ICT materiaal is onmogelijk weg te denken in een modern lokaal bestuur. Door de steeds snellere en verdere digitalisering is er meer en meer ICT materiaal nodig.
De raamovereenkomst is opgesplitst in 3 percelen:
Onder andere volgende instanties kunnen afnemen van deze raamovereenkomst zonder dat er een afnameplicht bestaat: lokale overheden (gemeentebesturen, OCMW’s, gemeentescholen, hulpverleningszones, politiezones, culturele centra, gemeenschapscentra, bibliotheken, autonome gemeentebedrijven, intercommunales, interlokale verenigingen, VZW’s,… niet-limitatieve lijst) in de provincie Vlaams-Brabant die toegetreden zijn tot een door VERA opgericht samenwerkingsverband, hierna verder genaamd “virtuele centrumstad” of “samenwerking”. Dit geldt zowel voor de bestaande virtuele centrumsteden (Noord, STAD, Hageland, Luchthaven, Groene Rand, Brabantse Kouters, Lambiek, ADD-ICT) en samenwerkingen (Politie OOST, Politie WEST en Regionale landschappen Vlaams-Brabant), als voor de nog op te richten virtuele centrumsteden of samenwerkingen.
Bij gemeenteraadsbesluit van 18 december 2017 trad het stadsbestuur Vilvoorde toe tot de virtuele centrumstad Brabantse Kouters.
Conform de bepalingen van het bestek werden de volgende percelen toegewezen aan:
Er wordt een beroep gedaan op de aankoopcentrale van VERA netwerkmateriaal en diensten via de raamovereenkomst "Netwerkmateriaal en diensten" (Bestek nr. VERA_2021_004).
Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de uitvoering van dit besluit.
Een afschrift van dit besluit wordt toegestuurd naar VERA.
Op 17 december 2021 kende minister Bart Somers in naam van de Vlaamse Regering een subsidie van 2 997 000 euro toe aan de stad Vilvoorde voor het project 'een kloppend hart voor Asiat'. Daarvan kan 299 700 euro ingezet worden voor personeel. Het overige bedrag is investeringskrediet bedoeld voor de realisatie van een circulaire incubator, renovatie van gebouwen in functie van een socio-culturele hub.
Het goedgekeurde subsidiedossier bouwt verder op het project 'een hart voor Asiat' dat de basis vormt van de PPS- en huurovereenkomst met ODH projects bv. Met de subsidiemiddelen kan dat project versneld gerealiseerd en geactiveerd worden en kunnen bepaalde projectonderdelen sterker uitgewerkt worden. De subsidiemiddelen kunnen een katalysator betekenen en de commerciële druk van het project halen waardoor meer focus en middelen kunnen gaan naar de maatschappelijke integratie en wisselwerking met de kwetsbaardere doelgroepen in de stad conform het goedgekeurde subsidiedossier.
Op 20 juni 2022 keurde de gemeenteraad de subsidieovereenkomst Veerkracht goed met ODH projects bv (ODH) in verband met de besteding van de subsidiemiddelen Veerkracht die voor de Asiat-site bekomen werden door de stad. Daarbij blijft de bestaande PPS- en huurovereenkomst gelden. In de overeenkomst is opgenomen dat de verkregen investerings- en werkingsmiddelen kunnen aangewend worden voor de uitvoering van werken, diensten en levering door ODH mits toepassing wetgeving overheidsopdrachten en mits de stad recht behoudt op haar inspraak en toezichtrol. Een eerder beperkt deel van de subsidiemiddelen worden rechtstreeks door de stad besteed. Zie subsidieovereenkomst artikel 1.1. Vlaanderen heeft daarover geen specifieke voorwaarden opgelegd in haar besluit.
Op het beheerscomité (BHC) van 3 juli 2024 heeft Onkruid Den Hoorn projects bv (ODH) een stand van zaken gegeven over de voortgang van de realisatie van hun project ’Asiat een kloppend hart voor Vilvoorde’. De aanbestedingen zitten op schema doch de inkomsten lopen achter. Er is weinig financiële ruimte om reserves op te bouwen. De vennootschap beschikt bijgevolg momenteel over onvoldoende cashflow om volgende financiële engagementen ten aanzien van de stad na te komen:
• achterstallige energiekosten voor 2022-2023;
• voorschot op subsidie Veerkracht: schijf van 20% die word uitbetaald na goedkeuring rapportage door Vlaanderen.
De oorzaak van de cashflow problemen bij ODH is voornamelijk te wijten aan het feit dat nog niet alle gebouwen verhuurd zijn, achterstallige huur van huurders op de site en oplopende energiekosten. Om hun inkomsten te verhogen probeert ODH door gerichte campagnes nieuwe (commerciële) huurders en voldoende grote evenementen aan te trekken, potentiële huurders te screenen op ondernemerscapaciteiten en vraagt de vennootschap sedert vorig jaar maandelijkse voorschotten op energiekosten en beheerskosten aan de huurders.
Vanuit deze context wordt door de dienst Strategische Projecten Stadsontwikkeling (SPSO) voorgesteld:
Dit betekent een afwijking van de overeenkomst zoals goedgekeurd op 20 juni 2022. Daarom heeft de dienst SPSO een addendum uitgewerkt waarin voor bovenstaand voorstel de modaliteiten verder zijn uitgewerkt in volgende artikels:
Addendum nr. 2 aan de overeenkomst betreffende de projectsubsidie Veerkracht voor de Asiat-site in het kader van de oproep Veerkrachtige steden na corona wordt goedgekeurd.
Het addendum maakt integraal deel uit van dit besluit.
De voorzitter en de algemeen directeur worden gemachtigd om de overeenkomst te ondertekenen.
Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de uitvoering van dit besluit.
In uitvoering van het Masterplan Scholenbouw 2.0 en het Relanceplan Vlaamse Veerkracht van de Vlaamse Regering heeft de Vlaamse Regering op 10 december 2021 het decreet voor een nieuw DBFM-investeringsprogramma bekrachtigd en afgekondigd. Met het decreet over DBFM-Scholen van Vlaanderen zorgt de Vlaamse Regering voor een nieuw kader voor publiek-private samenwerking in scholenbouw.
Het nieuwe programma Scholen van Vlaanderen is goed voor een investering van zo’n 1,2 miljard euro en de realisatie van ruim 500 000 m² nieuwe schoolbouwoppervlakte in 89 scholen.
De investeringsimpuls wordt gespreid over drie programma’s van gelijkaardige omvang:
De Vlaamse Regering voorziet drie DBFM-programma’s Scholen van Vlaanderen en sluit voor elk DBFM-programma een kaderovereenkomst met een private partner, de DBFM-vennootschap, die verantwoordelijk is voor het ontwerpen (Design), bouwen (Build), financieren (Finance) en onderhouden voor een periode van 30 jaar (Maintain).
In overeenstemming met artikel 2, 5° van het Decreet van 10 december 2021 participeert School Invest nv voor (maximaal) 10 procent in de DBFM-vennootschap.
Voor de realisatie van het eerste DBFM-programma Scholen van Vlaanderen (Perceel 1) organiseerde de Vlaamse Gemeenschap in overeenstemming met het Decreet van 10 december 2021 een plaatsingsprocedure voor de aanduiding van een private partner, met het oog op de oprichting van de DBFM-vennootschap.
Bij gunningsbeslissing van de Vlaamse Regering van 21 juni 2024 werd Schoolkracht nv aangeduid als private partner voor de realisatie van het eerste DBFM-programma Scholen van Vlaanderen.
Op 10 juli 2024 gingen School Invest en Schoolkracht nv over tot de sluiting van de aandeelhoudersovereenkomst met betrekking tot de DBFM-vennootschap. Op 10 juli 2024 werd vervolgens overgegaan tot ondertekening van de kaderovereenkomst tussen de Vlaamse Gemeenschap en de DBFM-vennootschap.
Samenwerkingsovereenkomst
De DBFM-vennootschap stuurt ons de officiële uitnodiging voor de instap in het Scholen van Vlaanderen programma (perceel 1) en bezorgt ons daartoe de volgende documenten:
De DBFM-vennootschap verwacht de formele instapbevestiging ten laatste op 24 december 2024. Na onze formele instapbevestiging zal de DBFM-vennootschap, na ontvangst van de zekerheidsstelling, de samenwerkingsovereenkomst digitaal ter ondertekening voorleggen.
Met de voorliggende samenwerkingsovereenkomst regelen de inrichtende macht en de DBFM-vennootschap de samenwerking en hun wederzijdse rechten en verplichtingen voorafgaand aan de ondertekening van de DBFM-overeenkomst.
Kernprincipes DBFM:
Het project wordt gerealiseerd op terrein/grond van de inrichtende macht, die een zakelijk recht geeft. De DBFM-vennootschap wordt 30 jaar eigenaar van de gerealiseerde infrastructuur, die tegen een vergoeding ter beschikking gesteld wordt van de inrichtende macht. De infrastructuur wordt na 30 jaar kosteloos in goede staat aan de inrichtende macht overgedragen.
Door het ondertekenen van de samenwerkingsovereenkomst verplicht de inrichtende macht zich niet tot het sluiten van een DBFM-overeenkomst en behoudt zij te allen tijde het recht om hiervan eenzijdig af te zien. Voor het geval tussen de inrichtende macht en de DBFM-vennootschap geen DBFM-overeenkomst tot stand zou komen, voorziet deze samenwerkingsovereenkomst in een getrapte uitstapregeling en bijhorende vergoeding voor de DBFM-vennootschap, in functie van het tijdstip waarop de inrichtende macht besluit om de samenwerkingsovereenkomst te beëindigen en geen DBFM-overeenkomst te sluiten.
De taken en verplichtingen die de DBFM-vennootschap in deze samenwerkingsovereenkomst op zich neemt, zijn kosteloos indien tussen de inrichtende macht en de DBFM-vennootschap een DBFM-overeenkomst wordt gesloten. In dat geval wordt de vergoeding voor de taken en verplichtingen van de DBFM-vennootschap voorzien in de DBFM-overeenkomst via de bruto beschikbaarheidsvergoeding.
Timing
1. Voorbereidingsfase
De voorbereidingsfase vangt aan met de ondertekening van de samenwerkingsovereenkomst en heeft een duurtijd van maximaal 6 maanden. Ze omvat:
Bij eenzijdige opzegging door de inrichtende macht tijdens de voorbereidingsfase is aan de DBFM-vennootschap een vergoeding verschuldigd gelijk aan de door de DBFM-vennootschap op dat ogenblik gemaakte, behoorlijk bewezen en niet-verhaalbare kosten, die betrekking hebben op de verrichte taken, voor zover de beëindiging niet het gevolg is van een fout, tekortkoming of nalatigheid van de DBFM-vennootschap. De DBFM-vennootschap zal daartoe de nodige stavingstukken voorleggen.
2. Fase eerste ontwerp
De fase eerste ontwerp vangt aan nadat een akkoord bereikt wordt over de projectdefinitie en de outputspecificaties, en heeft een duurtijd van in principe 14 maanden. Ze bestaat uit drie opeenvolgende deelfasen:
Bij eenzijdige opzegging door de inrichtende macht tijdens de fase eerste ontwerp is aan de DBFM-vennootschap een vergoeding verschuldigd gelijk aan de door de DBFM-vennootschap op dat ogenblik gemaakte, behoorlijk bewezen en niet-verhaalbare kosten, met een maximum van 2% van de (geraamde) bouwkost van het scholenbouwproject, voor zover de beëindiging niet het gevolg is van een fout, tekortkoming of nalatigheid van de DBFM-vennootschap.
3. Fase definitief ontwerp
De fase definitief ontwerp vangt aan na de definitieve aanduiding (gunning) van de geïntegreerde DBM-partner en heeft een duurtijd van in principe 4 maanden. De totale duurtijd van de fase eerste ontwerp en de fase definitief ontwerp mag maximaal 18 maanden in beslag nemen.
Bij eenzijdige opzegging door de inrichtende macht tijdens de fase definitief ontwerp is aan de DBFM-vennootschap een vergoeding verschuldigd gelijk aan de door de DBFM-vennootschap op dat ogenblik gemaakte, behoorlijk bewezen en niet-verhaalbare kosten, met een maximum van 4% van de bouwkost, als onderdeel van de maximale prijs, van het scholenbouwproject, zoals werd vastgesteld op basis van het tot op dat ogenblik uitgewerkt definitief ontwerp, voor zover de beëindiging niet het gevolg is van een fout, tekortkoming of nalatigheid van de DBFM-vennootschap.
3. Fase aanvraag projectvergunning
De fase aanvraag projectvergunning vangt aan na goedkeuring van het definitief ontwerp door de inrichtende macht en loopt tot en met het verkrijgen van de projectvergunning.
Indien geen definitieve en uitvoerbare projectvergunning wordt verkregen binnen een termijn van 18 maanden volgend op de projectvergunningsaanvraag mag elk van de partijen de samenwerkingsovereenkomst beëindigen.
In dat geval is de inrichtende macht een vergoeding verschuldigd aan de DBFM-vennootschap, op voorwaarde dat het niet verkrijgen van een definitieve en uitvoerbare projectvergunning niet te wijten is aan een fout, tekortkoming of nalatigheid van de DBFM-vennootschap.
Bij eenzijdige opzegging door de inrichtende macht tijdens de fase aanvraag projectvergunning is aan de DBFM-vennootschap een vergoeding verschuldigd gelijk aan de door de DBFM-vennootschap op dat ogenblik gemaakte, behoorlijk bewezen en niet-verhaalbare kosten, met een maximum van 6% van de bouwkost, als onderdeel van de maximale prijs, van het scholenbouwproject, zoals werd vastgesteld op basis van het tot op dat ogenblik uitgewerkt definitief ontwerp en/of projectvergunningsontwerp, voor zover de beëindiging niet het gevolg is van een fout, tekortkoming of nalatigheid van de DBFM-
vennootschap.
4. Samenwerking met de geïntegreerde DBM-partner
Na aanduiding van de geïntegreerde DBM-partner, sluit de DBFM-vennootschap de DBM-overeenkomst met de geïntegreerde DBM-partner teneinde toe te laten dat de uitvoering van de opdracht in het kader van de DBFM-overeenkomst op geïntegreerde en gecoördineerde wijze kan verlopen.
5. Goedkeuring en ondertekening DBFM-overeenkomst
Uiterlijk binnen een termijn van 2 weken nadat de DBFM-vennootschap een definitieve en uitvoerbare projectvergunning heeft
verkregen, legt de DBFM-vennootschap het definitief ontwerp van de DBFM-overeenkomst voor aan de inrichtende macht.
Dit definitief ontwerp van de DBFM-overeenkomst betreft de tijdens de fase definitief ontwerp overeengekomen ontwerp-DBFM-overeenkomst, met inbegrip van de vooropgestelde bruto beschikbaarheidsvergoeding en het projectvergunningsontwerp (dat desgevallend nog beperkt is aangepast naar aanleiding van eventueel door de vergunningverlenende overhe(i)d(en) gevraagde of opgelegde aanpassingen).
De inrichtende macht beschikt over een termijn van vier (4) weken om het definitief ontwerp van DBFM-overeenkomst al dan niet goed te keuren, onder voorbehoud van het definitief vaststellen van de bruto beschikbaarheidsvergoeding. Indien de vooropgestelde bruto beschikbaarheidsvergoeding niet meer dan 5% hoger ligt dan de geraamde bruto beschikbaarheidsvergoeding tijdens de fase definitief ontwerp (na neutralisatie van de stijging waarvoor nieuwe wensen van de inrichtende macht of een geval van overmacht (in de zin van de DBFM-overeenkomst) aan de basis liggen, en prijsherziening overeenkomstig artikel 10, en de verleende projectvergunning niet merkelijk afwijkt van de ingediende projectvergunningsaanvraag, zal de inrichtende macht de DBFM-overeenkomst goedkeuren.
6. Goedkeuring DBFM-overeenkomst door AGION
Nadat de DBFM-overeenkomst werd goedgekeurd door de inrichtende macht, legt de DBFM-vennootschap het definitief ontwerp van DBFM-overeenkomst binnen een termijn van 7 kalenderdagen ter goedkeuring voor aan AGION, die over een termijn van 4 weken beschikt om zijn goedkeuring aan de voorgelegde DBFM-overeenkomst al dan niet te verlenen, onder voorbehoud van het definitief vaststellen van de bruto beschikbaarheidsvergoeding.
Indien AGION de goedkeuring zou weigeren, kunnen partijen, in de mate van het mogelijke en al naargelang de grond tot weigering van de goedkeuring door AGION, gedurende een termijn van maximaal 3 maanden onderhandelen over het ontwerp van DBFM-overeenkomst teneinde aan de opmerking(en) van AGION tegemoet te komen.
7. Ondertekening van de DBFM-overeenkomst
De DBFM-overeenkomst wordt door partijen ondertekend binnen een termijn van 2 weken, verlengbaar tot een termijn van maximaal 3 maanden mits schriftelijk akkoord van de inrichtende macht die haar goedkeuring niet op onredelijke grond zal weigeren, na goedkeuring door AGION. Op het moment van ondertekening (Contract Close en Financial Close) wordt de bruto beschikbaarheidsvergoeding definitief vastgesteld, rekening houdend met de prijsherziening sinds de bepaling van de vooropgestelde bruto beschikbaarheidsvergoeding overeenkomstig artikel 10, de evolutie van de marktrentevoeten en de stijging waaraan een geval van overmacht (in de zin van de DBFM-overeenkomst) aan de basis liggen.
Voorafgaand aan de ondertekening van de DBFM-overeenkomst dient AGION zijn goedkeuring te verlenen aan de definitieve bruto beschikbaarheidsvergoeding. De DBFM-vennootschap doet hiervoor in elk geval het nodige.
Zekerheidsstelling
De inrichtende macht verbindt zich tot het stellen van een zekerheid ter dekking van haar betalingsverplichtingen op grond van deze samenwerkingsovereenkomst, onder de de vorm van een hoofdelijke borg, bankwaarborg of gelddeposito op een geblokkeerde rekening op naam van de DBFM-vennootschap.
De zekerheid wordt gesteld voor een bedrag dat gelijk is aan 15% van de (geraamde) maximale vergoeding die de inrichtende macht aan de DBFM-vennootschap zou zijn verschuldigd bij een eventuele voortijdige beëindiging van de samenwerkingsovereenkomst tijdens de fase eerste ontwerp.
De zekerheid dient door de inrichtende macht te worden gesteld op het ogenblik van de ondertekening van de samenwerkingsovereenkomst. Vervolgens wordt de zekerheid binnen een termijn van 15 kalenderdagen na de aanvang van de fase definitief ontwerp, respectievelijk de fase aanvraag projectvergunning verhoogd tot een bedrag gelijk aan 15% van de maximale vergoeding die de inrichtende macht aan de DBFM-vennootschap in de voorafgaande fase zou zijn verschuldigd bij een eventuele voortijdige beëindiging van de samenwerkingsovereenkomst, al naargelang de betreffende fase.
De zekerheidsstelling bij de ondertekening van de samenwerkingsovereenkomst bedraagt 29 119,25 euro (uitgaande van 'niet-programma-overschrijdend' en 'niet buiten configuratie' bouwen). Het bedrag van de zekerheidsstelling zal dus nog worden aangepast).
Indicatieve raming bruto beschikbaarheidsvergoeding
De raming is niet definitief en is gebaseerd op de aanname dat er niet-programma-overschrijdend en niet buiten configuratie gebouwd wordt. Deze raming wordt nog aangepast op basis van de beslissing om een 'medium' turnzaal met een oppervlakte van 838 m² te voorzien, wat een programma-overschrijding met 353 m² impliceert. De aangepaste tussentijdse berekening van de bruto beschikbaarheidsvergoeding wordt nog bezorgd door de DBFM-vennootschap.
In de loop van het voortraject dat leidt tot het afsluiten van een DBFM-contract tussen de inrichtende macht en de DBFM-vennootschap kan deze raming ook nog aangepast en gewijzigd worden. De subsidieberekening is eveneens onder voorbehoud en werd opgemaakt op basis van de beschikbare gegevens zonder rekening te houden met een eventuele overschrijding van de fysische en financiële normen.
Actuele gegevens project
Vooropgestelde timing van het bouwproject:
Tijdelijke huisvesting
De tijdelijke huisvesting is uitgesloten van het DBFM-programma Scholen van Vlaanderen en ook van subsidiëring. De kosten hiervoor vallen dus integraal ten laste van de inrichtende macht.
De deelname door de stad Vilvoorde aan het DBFM-programma 'Scholen van Vlaanderen', zoals bepaald in het decreet van 10 december 2021 voor een nieuw DBFM-investeringsprogramma, wordt formeel bevestigd.
In het kader van dit DBFM-programma wordt eveneens bevestigd een beroep te doen op de Vlaamse Regering, die als opdrachtencentrale is opgetreden voor de aanduiding van een private partner met het oog op het oprichten van de DBFM-vennootschap en het belasten van de DBFM-vennootschap met de uitvoering van het DBFM-programma.
In navolging van de kaderovereenkomst van 10 juli 2024 tussen de Vlaamse Gemeenschap en de DBFM-vennootschap wordt beslist tot het sluiten van een samenwerkingsovereenkomst met de DBFM-vennootschap voor het scholenbouwproject stedelijke basisschool Kinderkoppen, gelegen in de Vlierkensstraat 49 te Vilvoorde, binnen het DBFM-programma Scholen van Vlaanderen.
De samenwerkingsovereenkomst maakt integraal deel uit van deze beslissing.
De stad Vilvoorde zal in haar hoedanigheid van inrichtende macht en overeenkomstig artikel 16 van de samenwerkingsovereenkomst een zekerheid stellen vóór de ondertekening van de samenwerkingsovereenkomst, onder de vorm van een hoofdelijke borg, bankwaarborg of gelddeposito op een geblokkeerde rekening op naam van de DBFM-vennootschap.
De zekerheid wordt gesteld voor een bedrag dat gelijk is aan 15% van de (geraamde) maximale vergoeding die de inrichtende macht aan de DBFM-vennootschap zou zijn verschuldigd bij een eventuele voortijdige beëindiging van de samenwerkingsovereenkomst tijdens de fase eerste ontwerp.
De bij de ondertekening van de samenwerkingsovereenkomst te stellen zekerheid bedraagt 29 119,25 euro (onder voorbehoud).
Binnen de 15 kalenderdagen na de aanvang van de fase definitief ontwerp, respectievelijk de fase aanvraag projectvergunning, wordt de zekerheid verhoogd tot een bedrag gelijk aan 15% van de maximale vergoeding die de inrichtende macht aan de DBFM-vennootschap zou zijn verschuldigd bij een eventuele voortijdige beëindiging van de samenwerkingsovereenkomst, naargelang de betreffende fase.
Het college van burgemeester en schepenen wordt gemachtigd om voornoemde zekerheid te stellen.
Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de uitvoering van dit besluit.
Een afschrift van deze beslissing wordt overgemaakt aan de DBFM-vennootschap.
In zitting van 23 oktober 2023 legde de gemeenteraad de capaciteitsbepaling voor de stedelijke basisscholen vast voor het schooljaar 2024 - 2025.
Elk schoolbestuur moet de capaciteit voor elke school, onderwijsniveau en vestigingsplaats bepalen en dit voor de start van de inschrijvingen. De capaciteit is het aantal leerlingen dat een schoolbestuur per niveau ziet als het maximaal aantal leerlingen. Het schoolbestuur bepaalt autonoom deze capaciteit en kan hierbij rekening houden met materiële omstandigheden of pedagogisch-didactische overwegingen.
Het decreet van 24 april 2019 bepaalde een nieuw kader voor het inschrijvingsrecht waardoor ouders hun kinderen op een correcte en vlotte manier kunnen inschrijven in een school. Indien scholen inschrijvingen wensen te weigeren op basis van capaciteit, moet een digitaal aanmeldingssysteem worden gebruikt. Daarnaast legt de Vlaamse overheid in functie van eenvoud en uniformiteit, eenzelfde centrale tijdslijn op voor het aanmelden in het basisonderwijs.
Op 1 september 2022 trad het nieuwe decreet inschrijvingsrecht in werking. Dit decreet regelt de inschrijvingen voor het schooljaar 2023 - 2024 en volgende voor zowel het gewoon basis- en secundair onderwijs in Vlaanderen. Wetgeving wordt verder opgevolgd en uitgewerkt door flankerend onderwijsbeleid binnen de dienst Gelijke Kansen.
De aanmeldingsperiode voor de inschrijvingen voor het schooljaar 2025 - 2026 loopt van 25 februari 2025 tot en met 18 maart 2025. Gunstig gerangschikte leerlingen kunnen zich inschrijven van 28 april 2025 tot en met 19 mei 2025. Vanaf 27 mei 2025 starten de vrije inschrijvingen voor leerlingen die niet gunstig gerangschikt waren of niet hebben aangemeld. Net zoals bij de voorgaande aanmeldingsperiodes, wordt een voorrangsperiode bepaald voor kinderen van dezelfde leefentiteit en voor kinderen van personeel, van 20 januari 2025 tot 31 januari 2025.
De capaciteitsbepaling voor de stedelijke basisscholen wordt als volgt vastgelegd:
lager onderwijs
| 1ste lj | 2de lj | 3de lj | 4de lj | 5de lj | 6de lj |
‘t Groentje | 2 x 24 | 2 x 24 | 2 x 24 | 2 x 24 | 2 x 24 | 2 x 24 |
Kinderkoppen | 2 x 24 | 2 x 24 | 2 x 24 | 2 x 24 | 2 x 24 | 2 x 24 |
De Doening | 24 | 24 | 24 | 24 | 24 | 24 |
De Kastanjelaar (**) | 24 | 2 x 24 | 24 | 24 | 24 | 2 x 24 |
De Groene Planeet | 24 | 24 | 24 | 24 | 24 | 24 |
De Puzzel vestigingsplaats Streekbaan | 2 x 24 | 2 x 24 | 2 x 24 | 2 x 24 | 2 x 24 | 2 x 24 |
De Puzzel vestigingsplaats Romeinsesteenweg (*) | 24 | 24 | 24 | 24 | 24 | 12 |
(*) Vanaf 1 september 2021 is gestart met het opbouwen van een volwaardige lagere school op de vestigingsplaats Romeinsesteenweg om zo de schoolloopbaan te kunnen garanderen. Op termijn zal de site Romeinsesteenweg zes volwaardige klassen lagere school tellen van telkens 24 leerlingen. Het vijfde en het zesde leerjaar tellen elk momenteel 12 leerlingen. Voor het schooljaar 2024 - 2025 wordt het vijfde leerjaar een volwaardige klas (doorschuiven van 24 leerlingen vierde leerjaar) en voor het zesde leerjaar blijft de capaciteit, voor het laatste schooljaar, behouden op 12 leerlingen (doorschuiven van 12 leerlingen vijfde leerjaar). Na het afsluiten van de aanmeldingsprocedure, kan in functie van de noden, de capaciteit worden opgetrokken, na goedkeuring door gemeenteraad.
kleuteronderwijs
| Geboortejaar | |||
| 2023 | 2022 | 2021 | 2020 |
‘t Groentje | 2 x 24 | 2 x 24 | 2 x 24 | 2 x 24 |
Kinderkoppen | 2 x 24 | 2 x 24 | 2 x 24 | 2 x 24 |
De Doening | 24 | 24 | 24 | 24 |
De Kastanjelaar (**) | 24 | 24 | 24 | 24 |
De Groene Planeet | 24 | 24 | 24 | 24 |
De Puzzel vestigingsplaats Streekbaan | 2 x 24 | 2 x 24 | 2 x 24 | 2 x 24 |
De Puzzel vestigingsplaats Romeinsesteenweg | 24 | 24 | 24 | 24 |
(**) De capaciteit van de stedelijke basisschool De Kastanjelaar wordt op vraag van de directeur verlaagd met één ontdubbelde klas tot twee ontdubbelde klassen. De voorgaande schooljaren werd de derde ontdubbelde klas enkel ingericht als na het afsluiten van de aanmeldingsperiode nood was aan bijkomende capaciteit. In functie van de noden, kon dit zowel een klas lagere school als een kleuterklas zijn. De derde ontdubbelde klas werd ingericht tot en met schooljaar 2020 - 2021. Sindsdien is er voldoende capaciteit in de Vilvoordse scholen en was er geen nood om een extra klas in te richten. De directeur geeft door dat deze klasruimte werd ingericht als zorglokaal en dat het schoolteam deze ruimte zo wenst te behouden, gezien het groot aantal leerlingen met zorgnoden.
Op 1 januari 2021 trad het decreet Buitenschoolse Opvang en Activiteiten (afgekort BOA) in werking. Het decreet regelt de organisatie van de naschoolse opvang en de afstemming tussen allerlei buitenschoolse activiteiten voor kleuters en lagereschoolkinderen. Doel is een kwalitatievere opvang, waarbij kinderen meer ontplooiingskansen en speelmogelijkheden krijgen. Extra aandacht in het decreet gaat naar kleuters, kwetsbare gezinnen, kinderen met een specifieke zorgnood én het multifunctioneel inzetten van infrastructuur.
Het decreet houdt volgende grote nieuwigheden in:
Financiering:
Lokaal samenwerkingsverband:
Het decreet verplicht het lokaal bestuur om een lokaal samenwerkingsverband op te richten. Het lokaal bestuur, organisatoren buitenschoolse opvang, scholen, cultuur-, jeugd- en sportverenigingen, ouders, kinderen … maken hier deel van uit. Het samenwerkingsverband heeft vier opdrachten:
De stad Vilvoorde wenst samen met de verschillende onderwijsnetten, actief op haar grondgebied (Stedelijk Onderwijs Vilvoorde, Katholiek Onderwijs Vilvoorde Machelen Diegem vzw en GO! Scholengroep SCOOP), de voor- en naschoolse opvang uit te besteden aan één of meerdere opdrachtnemers via onderliggende overheidsopdracht. De overheidsopdracht neemt een aanvang op 1 september 2025 en de einddatum is voorzien op 1 september 2029. De aanbestedende overheid behoudt zich de mogelijkheid om één of meerdere percelen te verlengen.
De stad Vilvoorde treedt op als aanbestedende overheid in het kader van een occasioneel gezamenlijke opdracht conform artikel 48 van de wet overheidsopdrachten. De stad Vilvoorde organiseert de plaatsingsprocedure voor rekening van zichzelf en voor rekening van GO! Scholengroep SCOOP, Katholiek Onderwijs Vilvoorde, Machelen Diegem vzw, en Stedelijk Onderwijs Vilvoorde.
In het kader van de opdracht “Occasioneel gezamenlijke opdracht - Voor- en naschoolse opvang” keurde de gemeenteraad bij besluit van 24 juni 2024 de opdrachtdocumenten en de plaatsingsprocedure, met name ereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking goed.
Deze opdracht is opgedeeld in 12 percelen:
De offertes dienden uiterlijk op 30 september 2024 om 12:00u te worden ingediend.
Voor perceel 7 werden geen offertes ontvangen. Voor de andere percelen dienden volgende firma's een offerte in:
Toch is er de maatschappelijke noodzaak om het betrokken perceel zo spoedig mogelijk opnieuw in de mededinging te plaatsen.
Er is niet vastgesteld dat de opdrachtdocumenten verduidelijking cq. aanpassing vereisen.
Er wordt voorgesteld in toepassing van artikel 89, §1, 2° van de overheidsopdrachtenwet om het betrokken perceel 7 opnieuw in de markt te plaatsen middels een onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking, op basis van het (niet-wezenlijk gewijzigde) bestek, in zoverre het betrekking heeft op perceel 7, en bovenvermelde firma's aan te schrijven.
De overheidsopdracht voor diensten met als voorwerp “occasioneel gezamenlijke opdracht – voor- en naschoolse opvang”, in zoverre het betrekking heeft op perceel 7 ‘Voor- en naschoolse opvang De Puzzel 1 (SOV)’, wordt heraanbesteed middels een onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking op grond van artikel 89, §1 van de Overheidsopdrachtenwet, en de raming goed te keuren voor de som van euro.
Het bestek met nr. GK 2024 - 01, in zoverre het betrekking heeft op perceel 7 ‘Voor- en naschoolse opvang De Puzzel 1 (SOV)’, en de raming voor de opdracht “Occasioneel gezamenlijke opdracht - Voor- en naschoolse opvang”, opgesteld door de ontwerper, GD&A advocaten, worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten.
Volgende ondernemingen worden uitgenodigd om een offerte in te dienen:
Het stadsbestuur van Vilvoorde is lid van Audio, welzijnsvereniging.
Conform artikel 20 van de statuten van Audio, welzijnsvereniging, zijn de afgevaardigden van de deelgenoten verantwoordelijk voor kennisgeving van het verslag van de algemene vergadering aan de gemeenteraad.
Bij e-mail van 9 oktober 2024 bezorgt Audio het ontwerpverslag van de algemene vergadering van 30 september 2024.
Er wordt kennisgenomen van het verslag van de algemene vergadering van 30 september 2024 van Audio, welzijnsvereniging.
Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de uitvoering van dit besluit.
Een afschrift van dit besluit wordt toegestuurd naar Audio, welzijnsvereniging.
Het stadsbestuur Vilvoorde is lid van de opdrachthoudende vereniging INCOVO.
Bij brief van 28 oktober 2024 stuurt de opdrachthoudende vereniging INCOVO een uitnodiging voor de bijzondere algemene vergadering van vrijdag 20 december 2024 om 18 uur in de hoofdzetel van INCOVO, Buyssestraat (Cyriel) 5 te Vilvoorde.
De vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordiger dient voor elke algemene vergadering herhaald te worden.
De agenda van de bijzondere algemene vergadering bevat volgende agendapunten:
In zittingen van 28 september 2020 en 23 november 2020 duidde de gemeenteraad mevrouw Barbara de Bakker, schepen, en mevrouw Fatima El Boubsi, gemeenteraadslid, aan als vertegenwoordigers in de bijzondere algemene vergadering van de opdrachthoudende vereniging INCOVO.
De vertegenwoordigers van het stadsbestuur, aangesteld bij gemeenteraadsbesluit van 28 september 2020 en 23 november 2020, worden gemandateerd om op de bijzondere algemene vergadering van de opdrachthoudende vereniging INCOVO van vrijdag 20 december 2024, de volgende agendapunten goed te keuren:
Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de uitvoering van dit besluit.
Een afschrift van dit besluit wordt toegestuurd naar de opdrachthoudende vereniging INCOVO.
Lokaal bestuur Vilvoorde maakt verplicht deel uit van de vzw eerstelijnszone BraViO.
In zitting van 17 december 2019 besliste de gemeenteraad tot oprichting van en deelname aan de eerstelijnszone BraViO. De statuten werden goedgekeurd.
De Vlaamse overheid paste de regelgeving voor de eerstelijnszones aan in december 2023. De nieuwe regels gaan in op 1 januari 2025 en maken het noodzakelijk om de statuten van de vzw aan te passen.
Er zijn verschillende wijzigingen, waaronder:
De goedkeuring van de statutenwijziging is een bevoegdheid van de algemene vergadering van de vzw. Als lid van de algemene vergadering is het wenselijk dat de gemeenteraad deze formeel goedkeurt.
De statutenwijziging van de eerstelijnszone BraViO wordt goedgekeurd.
Een afschrift van dit besluit wordt toegestuurd naar BraViO.
Voor het opleggen van gemeentelijke administratieve sancties voor overtredingen van de algemene politieverordening Vilvoorde-Machelen en andere politieverordeningen beroept de stad Vilvoorde zich op de diensten van de provincie Vlaams-Brabant. De provincie stelt hiervoor provinciaal sanctionerende ambtenaren ter beschikking aangezien de procedure specifieke juridische kennis vereist enerzijds en anderzijds een afwikkeling op provinciaal niveau een eenvormige en neutrale beoordeling waarborgt.
Bij gemeenteraadsbesluit van 19 juni 2007 en 24 maart 2014 werden Johan Guillemyn en Greet Van Eygen aangesteld als provinciaal sanctionerend ambtenaar en werd de vergoeding voor de behandeling van de dossiers vastgesteld. Voor de dossiers met feiten vanaf 1 januari 2014 werd de vergoeding gebracht op 65 (vijfenzestig) euro per geregistreerd dossier.
Om de dienstverlenende opdracht naar de stad Vilvoorde toe te blijven vervullen en steeds een ambtenaar ter beschikking te kunnen stellen, wenst de provincie bijkomend twee sanctionerende ambtenaren aan te stellen.
De Procureur des Konings te Halle-Vilvoorde heeft op 21 juni 2022 en op 19 juli 2024 een positief advies afgeleverd omtrent de aanstelling van Vanesa Smeulders en Eline Parys als provinciaal sanctionerend ambtenaar.
Mevrouw Vanesa Smeulders en mevrouw Eline Parys worden bijkomend aangesteld als provinciaal sanctionerend ambtenaren belast met het opleggen van administratieve geldboetes.
Een afschrift van dit besluit wordt gezonden aan de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant, aan de juridische dienst van de provincie Vlaams-Brabant, aan de voorzitter van het politiecollege en aan de procureur des Konings te Halle-Vilvoorde.
Van 9 december 2024 tot en met 10 januari 2025 wordt op de Grote Markt van Vilvoorde opnieuw een spiegeltent geplaatst waar tijdens de eindejaarsperiode verschillende evenementen zullen plaatsvinden.
Teneinde alles in goede banen te leiden en veilig te houden zal gebruik worden gemaakt van een private bewakingsfirma, Rosing Security, op het openbaar domein. Deze private bewaking is complementair met de werking van de politiediensten en zal bijdragen tot een veilig verloop van dit evenement. Deze vorm van bewakingsactiviteit valt onder het toepassingsgebied van artikel 3, 7° van de wet van 2 oktober 2017, tot regeling van de private en bijzondere veiligheid.
Teneinde hun opdracht duidelijk af te bakenen en te bepalen in welke perimeter de private bewakingsagenten operationeel moeten zijn, dient er een tijdelijke politieverordening aangenomen te worden. De gemeenteraad is bevoegd om de perimeter vast te stellen.
Aangezien het evenement plaats heeft voor de volgende gemeenteraad vergadert, wordt dit agendapunt bij hoogdringendheid toegevoegd aan de agenda.
1§. De zone waarbinnen private bewakingsagenten van Rosing Security, overeenkomstig de bepalingen van de wet van 2 oktober 2017 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid de bewakingsactiviteit ‘evenementenbewaking’ kunnen uitoefenen en operationeel zijn, wordt goedgekeurd. De zone bestaat uit het plein gekend als de ‘Grote Markt’ en de spiegeltent op de Grote Markt.
2§. De desbetreffende zone is bijgevoegd in bijlage.
De uitoefening van de private bewakingsactiviteit zoals voorzien in artikel 1 van dit besluit is enkel mogelijk tijdens de opbouw en afbraak van de spiegeltent en tijdens de duur van het evenement Winters Vilvoorde, namelijk van 9 december 2024 tot en met 10 januari 2025.
De bewakingsonderneming belast met de bewakingsopdracht is er verantwoordelijk voor dat de aanwijzigingsborden die de perimeter van de zone aanduiden, waarbinnen zij gerechtigd is haar opdrachten uit te oefenen uiterlijk bij aanvang van de bewakingsopdracht op een voor het publiek duidelijk zichtbare en leesbare wijze zijn aangebracht en dat ze onmiddellijk na afloop van de bewakingsopdracht worden verwijderd.
Afschrift van deze beslissing wordt ter kennisgeving bezorgd aan:
Onderhavige verordening treedt in werking op 9 december 2024.
Dit besluit wordt afgekondigd volgens de voorgeschreven wijze.
Met e-mail van 13 november 2024, vraagt de heer Sander Barrez, gemeenteraadslid, om volgend punt op de agenda te plaatsen:
Apcoa deelt mee dat ze de samenwerkingsovereenkomst niet openbaar kunnen maken. Wat heeft Apcoa en het bestuur te verbergen? Waarom mogen gemeenteraadsleden dit niet controlleren?
Er wordt kennisgenomen van de interpellatie van de heer Sander Barrez, gemeenteraadslid en van het antwoord van het bevoegd lid van het college van burgemeester en schepenen.
Met e-mail van 15 november 2024, vraagt de heer Remy Esquiliche, gemeenteraadslid, om volgend punt op de agenda te plaatsen:
Ik vraag aan het schepencollege om een financiële tussenkomst te voorzien om de slachtoffers van de DANA in Spanje te ondersteunen.
Het bedrag kan worden afgestemd op eerdere geste van solidariteit en in overleg met hulporganisaties die ter plaatse actief zijn, zodat de steun efficiënt en doelgericht wordt ingezet.
Er wordt kennisgenomen van de interpellatie van de heer Remy Esquiliche, gemeenteraadslid en van het antwoord van het bevoegd lid van het college van burgemeester en schepenen.
Met e-mail van 19 november 2024, vraagt de heer Sander Barrez, gemeenteraadslid, om volgend punt op de agenda te plaatsen:
Het schepencollege is verre van een afspiegeling van de Vilvoordse bevolking. Hoe gaat het schepencollege er in slagen om een schepencollege voor alle Vilvoordenaars te zijn?
Er wordt kennisgenomen van de interpellatie van de heer Sander Barrez, gemeenteraadslid en van het antwoord van het bevoegd lid van het college van burgemeester en schepenen.