Gezien het overleg van het Nationaal Crisiscentrum van de Regering (NCCN), de Algemene Directie van het Crisiscentrum onder leiding van de minister van Binnenlandse Zaken, op 17 september 2024 en op 16 oktober 2024 met de Federale Politie, OCAD, Staatsveiligheid e.a. en de gouverneurs tot coördinatie van de handhaving van de openbare orde.
Gelet op het feit dat in de aangekondigde actieperiode van 24 tot en met 28 oktober 2024 initiatieven van geweldloze en burgerlijke ongehoorzaamheid te verwachten zijn en dat die acties zich vooral zullen richten naar TotalEnergies, Engie en de luchtvaartsector. Op het grondgebied van Vilvoorde zijn er in dit opzicht punten van belang.
Gelet op het feit dat de organisatoren hun actie niet voorafgaandelijk hebben aangemeld bij de bevoegde bestuurlijke overheid (cf. concept “New Way of Protesting”) en er geen verantwoordelijke naar voren werd geschoven waarmee de nodige afspraken konden gemaakt worden (cf. omzendbrieven CP4 en OOP41).
Gezien het niet ondenkbeeldig is dat er infiltraties mogelijk zijn van actievoerders die geweld en vandalisme niet schuwen en het geweldloze karakter van de actie willen uitdagen of ondergraven.
Gelet op het feit dat de actievoerders van Code Rood in het verleden duidelijke aangeleerde, geoefende tactieken en technieken gebruiken om targets te benaderen, te penetreren en de ordediensten te misleiden (op hun website wordt er verwezen naar twee soorten acties: groots aangekondigde en verrassingsacties door kleine groepen).
Gelet op het feit dat tijdens voorgaande acties schadegevallen (aan o.a. hekkens en machines) te betreuren vielen.
Overwegende dat het bij de voorbije manifestaties van Code Rood en van milieuactivisten (al dan niet in het buitenland) gepaard is gegaan met een aantal incidenten waarbij het soms zelfs tot fysieke confrontatie en/of rellen is gekomen, dat in enkele gevallen personen verwondingen opliepen, waarvan een aantal zelfs gehospitaliseerd diende te worden, dat daarenboven ernstige beschadigingen aan openbare gebouwen, domeinen en particuliere goederen werden aangericht die als disproportioneel kunnen worden beschouwd, ook voor wat betreft de sociaaleconomische impact.
Gelet op het feit dat de gehanteerde methodologie van de actievoerders erop gericht kan zijn om langdurig – zelfs meerdaags – actie te voeren middels het zich vastketenen aan andere actievoerders of installaties, blokkeren van verkeer, doorgangen of toegangen, het zich vastlijmen en andere creatieve manieren om het de ordediensten moeilijk te maken de actievoerders van de plaats te verwijderen.
Overwegende dat volgens sociale media blijkt dat de actievoerders zich voorafgaandelijk gaan organiseren, verzamelplaatsen voor vertrek gaan organiseren, zich solitair, in kleine groepen gaan verplaatsen om dan verzameld actie te voeren. De manifestanten kunnen aankomen in de treinstations en bushaltes op het grondgebied van de gemeenten, om zich van daaruit te verplaatsen in de richting van het beoogde doelwit.
Gelet op het feit dat uit vorige acties is gebleken dat de actievoerders door hun juridisch team geadviseerd worden om geen drager te zijn van hun identiteitskaart, smartphone of nota’s die kunnen leiden tot hun gerichte identificatie.
Overwegende dat het voor de politie bijna onmogelijk is om de omheining van de sites van Engie - te bewaken en dat de politie in het kader van genegotieerd beheer van de openbare orde een escalatie op het moment zelf wil voorkomen.
Dat het dus geen optie is om reactief op te treden en er dus preventief in de diepte moet kunnen worden opgetreden tegen de actievoerders voorzien van kleding en materiaal om over de omheining te klimmen of deze open te knippen en zich voor lange tijd vast te kleven op de tarmac of op welke wijze ook op te houden of schade aan te brengen aan de tarmac of vliegtuigen.
Overwegende dat iedereen ertoe moet bijdragen om manifestaties voor het klimaat zonder incidenten te laten verlopen, zodat de openbare orde en de individuele rechten en vrijheden van de bevolking maximaal worden gevrijwaard, dat hogergenoemde feiten moeten worden voorkomen als dit niet vooraf kan worden afgesproken met de vertegenwoordigers van de actievoerders.
Dat er derhalve aanleiding bestaat alle nodige maatregelen te treffen teneinde de openbare orde te handhaven ter gelegenheid van de acties ‘Code Rood’ in de periode van 24 tot en met 28 oktober 2024.
Dat daarbij onverminderd toepassing wordt gemaakt van de principes van het genegotieerd beheer van de publieke ruimte, waarbij er op voorhand zo duidelijk mogelijk afspraken worden gemaakt met de vertegenwoordigers van de manifestanten over bijvoorbeeld een manifestatiezone en hun houding tegenover de werknemers van Brussels Airport, de aankomende en vertrekkende passagiers, de plaatsen en de omstandigheden waarin acties en betogen voor het klimaat kunnen worden geduld, beperkt in tijd en ruimte, en bij voorkeur op een plaats met symbolische waarde voor de actievoerder die ruimte biedt voor de vrijheid van vergaderen en vrije meningsuiting.
Om de vrijwaring van de openbare orde te kunnen garanderen stelde de burgemeester op 22 oktober 2024 politieverordening vast voor de periode van 24 tot 28 oktober 2024. Gezien het dringende karakter, kon niet gewacht kon worden tot de eerstvolgende gemeenteraad. Deze politieverordening moet, conform artikel 134 van de nieuwe gemeentewet, bekrachtigd worden door de gemeenteraad op de eerstvolgende zitting.
De verordening van de burgemeester van 22 oktober 2024 ter vrijwaring van de openbare orde en de openbare veiligheid gedurende de periode van 24 tot 28 oktober 2024 naar aanleiding van een aangekondigde actieperiode door actiegroep Code Rood, word bekrachtigd, in toepassing van artikel 134 van de nieuwe gemeentewet.