2024_GR_00072 - Weigeren tot het sluiten van een convenant voor een kansspelinrichting klasse IV. BetFirst, Steenstraat 74. - Beslissing

Op 6 december 2023 ontvangt de stad een brief van SAGEVAZ nv met datum 30 november 2023 betreffende een aanvraag voor een advies van de burgemeester en een aanvraag tot het aangaan van een convenant voor de uitbating van een kansspelinrichting klasse IV of wedkantoor gelegen in de Steenstraat 74, 1800 Vilvoorde.

SAGEVAZ NV is een onderneming welke verschillende wedkantoren uitbaat onder de naam betFIRST. Heden ten dage beschikt SAGEVAZ NV geenszins over een kansspelvergunning F2 voor de exploitatie van een wedkantoor in de Steensstraat 74. Het betreft dus een aanvraag voor een nieuwe inrichting en geenszins een hernieuwing van een bestaande kansspelvergunning. Evenmin wordt door SAGEVAZ NV enige andere kansspelinrichting uitgebaat op het grondgebied van de stad Vilvoorde.

De uitbating van een kansspelinrichting klasse IV dient overeenkomstig artikel 43/4, §1, vierde lid Wet van 7 mei 1999 op de kansspelen, de weddenschappen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers (hierna: De Kansspelwet) te geschieden krachtens een convenant dat voorafgaandelijk wordt gesloten tussen de gemeente van vestiging en de uitbater. 

Dit convenant bepaalt waar de kansspelinrichting wordt gevestigd alsook de nadere voorwaarden, de openings- en sluitingsuren, alsook de openings- en sluitingsdagen van de kansspelinrichtingen klasse IV en wie het gemeentelijk toezicht waarneemt.

Aldus moet de aanvraag van SAGEVAZ worden beoordeeld aan de hand van de inhoud van voormelde bepaling. Krachtens artikel 43/5, 5° Kansspelwet is de aanvrager daarnaast verplicht ervoor te zorgen dat de kansspelinrichting klasse IV niet gevestigd wordt in de nabijheid van onderwijsinstellingen, ziekenhuizen, plaatsen die vooral door jongeren worden bezocht. Dit laatste behoudens een met rede omklede afwijking die door de stad wordt toegestaan.

Behandeling van de aanvraag

Overeenkomstig artikel 43/4, §1, tweede lid Kansspelwet vereist de uitbating van een kansspelinrichting klasse IV dat een vergunning klasse F2 wordt bekomen. Voornoemde vergunning wordt, overeenkomstig artikel 25, 7° Kansspelwet, voor hernieuwbare periodes van drie jaar toegekend door de kansspelcommissie aan de uitbaters van de kansspelinrichtingen klasse IV.

Teneinde deze vergunning klasse F2 te bekomen, dienen de aanvragers krachtens artikel 43/5, 6° Kansspelwet een convenant te kunnen voorleggen dat werd gesloten tussen de kansspelinrichting klasse IV en de gemeente waar die inrichting gevestigd is onder de voorwaarde dat de vergunning van klasse F2 wordt verkregen. 

Waarbij het lokaal bestuur krachtens artikel 43/4, §1, vierde lid Kansspelwet over enige discretionaire bevoegdheid beschikt om de sociale risico’s welke gepaard gaan met de uitbating van de inrichting te beoordelen in het licht van de algemene uitbatingsvoorwaarden, de opening- en sluitingsuren/dagen en de ligging van het wedkantoor en, desgevallend, de afsluiting van dit convenant te weigeren.

De hierboven uiteengezette bevoegdheid omvat eveneens de verplichting om over te gaan tot een concreet onderzoek naar de in de aanvraag vooropgestelde locatie van het wedkantoor. Meer specifiek dient het lokaal bestuur – doormiddel van een onderzoek in concreto – na te gaan in hoeverre de ligging van het wedkantoor bepaalde sociale risico’s met zich meebrengt omwille van de aanwezigheid van bepaalde instellingen welke geregeld worden bezocht door bepaalde categorieën van kwetsbare personen in de nabijheid van de inrichting, inzonderheid rekening houdend met onderwijsinstellingen, ziekenhuizen, plaatsen die vooral door jongeren worden bezocht, plaatsen waar erediensten worden gehouden of gevangenissen (Wetsontwerp van 22 oktober 2018 tot wijziging van de artikelen 2, 3, 3bis,10, 11, 15 tot en met 15/4, 39, 43/4, 43/5, 43/8, 54, 58, 61 en 62 van, en tot invoeging van artikel 3ter in de wet van 7 mei 1999 op de kansspelen, de weddenschappen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers, en tot invoeging van artikel 37/1 in de wet van 19 april 2002 tot rationalisering van de werking en het beheer van de Nationale Loterij, Parl. St. Kamer 2018 – 19, nr. 3327/001, 13 – 14). 

In dit opzicht dient gewezen op navolgende plaatsen die voornamelijk door jongeren worden bezocht welke gelegen zijn in de prohibitieve nabijheid van de vooropgestelde locatie van het wedkantoor, te weten de Steensstraat 74 te Vilvoorde, en dit op minder dan 500 meter reële afstand. 

• Chiro Sikambers: 500 meter reële wandelafstand ten aanzien van vooropgesteld adres. Reële wandel- en fietsafstand van 2 respectievelijk 7 minuten;  

            Figuur 1: nabijheidsanalyse Chiro Sikambers

• Bushalte Vilvoorde Steensstraat: 250 meter reële afstand ten aanzien van vooropgesteld adres. Reële fiets- en wandelafstand van 1 respectievelijk 3 minuten. 
  De bushalte wordt dagelijks gefrequenteerd door leerlingen van de middelbare school die woonachtig zijn in Koningslo teneinde zich te begeven naar de onderwijsinstellingen in de ruimere omgeving, meer specifiek de verschillende onderwijsinstellingen in het centrum van Vilvoorde. 
  Immers vormt de halte een onderdeel van de gebruikelijke route van studenten tussen Koningslo en Vilvoorde die gebruik maken van buslijnen 830 en 47 langsheen de Streekbaan richting het centrum van Vilvoorde.

            Figuur 2: nabijheidsanalyse busverbinding Centrum Vilvoorde

Hetgeen op zichzelf reeds voldoende grondslag biedt teneinde de afsluiting van het convenant voor de uitbating van een wedkantoor klasse IV te weigeren.

Eveneens moet nog gewezen op de navolgende onderwijsinstellingen welke zich – mede gelet op hetgeen hierboven werd uiteengezet omtrent de busverbinding tussen Koningslo en centrum Vilvoorde – eveneens in de prohibitieve nabijheid bevinden van de vooropgestelde locatie van uitbating: 

• Maria Asumptalyceum op 1,2 kilometer; 
• GO! BuSo Heemschool op 1,6 kilometer; 
• Karel Buts Atheneum op 1,4 kilometer; 
• Jan Van Ruusbroek college op 1,9 kilometer.

Tot slot dient nog gewezen op het feit dat noch uit de aanvraag zelf, noch uit de communicatie tussen de stad en de aanvrager op enige wijze blijkt dat er bijzondere omstandigheden aanwezig zouden zijn welke – ondanks de prohibitieve nabijheid van de hierboven vermeldde instellingen – alsnog het afsluiten van een convenant zouden kunnen verantwoorden. 

Gelet op de verstrengde motiveringsplicht in hoofde van het lokaal bestuur zoals deze volgt uit de parlementaire stukken bij het artikel 43/5, 5° Kansspelwet en werd bevestigd in het arrest van het Grondwettelijk Hof van 9 december 2021 nr. 177/2021 zijn aldus geen motieven voorhanden die de afsluiting van een convenant voor een wedkantoor in de nabijheid van kwetsbare instellingen kunnen verantwoorden.

• Wet van 7 mei 1999 op de kansspelen, de weddenschappen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers.