2023_GR_00186 - Vaststellen van het reglement houdende de voorwaarden voor de toewijzing van standplaatsen voor de straatverkoop 2024 – 2029. - Beslissing

Op 17 oktober 2017 stelde de gemeenteraad het reglement houdende de voorwaarden voor de toewijzing van standplaatsen voor de straatverkoop voor de periode 2018 - 2023 vast. Het college van burgemeester en schepenen kende daaropvolgend op 11 december 2017 de effectieve standplaatsen toe.
De standplaatsen werden aan de standhouders toegekend van 1 januari 2018 tot 31 december 2023. Aangezien de huidige periode dit jaar afloopt, is het noodzakelijk het reglement opnieuw vast te stellen voor een volgende periode van zes jaar: van 1 januari 2024 tot 31 december 2029.

Het nieuw vast te stellen reglement volgt in hoofdzaak het huidige reglement. Dezelfde standplaatsen worden behouden. Enkel volgende wijzigingen worden doorgevoerd:

• De standplaatsvergoeding wordt verhoogd van 2 000 naar 2 500 euro voor de standplaatsen in het centrum en van 1 000 naar 1 250 euro voor de standplaatsen elders. Aangezien de standplaatsvergoedingen jaarlijks worden geïndexeerd, bedraagt het standgeld in 2023 al respectievelijk 2 415,51 euro en 1 207,75 euro. Rekening houdend met een verwachte inflatie van 4% dit jaar, wordt de nieuwe standplaatsvergoeding vastgesteld op afgerond respectievelijk 2 500 euro en 1 250 euro, jaarlijks te indexeren. Zoals ook in de vorige periodes was voorzien, wordt de vergoeding met 50% vermeerderd indien de inrichting bestendig wordt geplaatst. Dat is momenteel voor alle standplaatsen het geval.
• In het huidig reglement wordt de maximale oppervlakte van de frituur vastgelegd op 20 m², met de mogelijkheid deze te vermeerderen tot 25 m². Doorheen de jaren zijn bepaalde frituren, na toelating van het stadsbestuur, groter geworden dan deze maximale toegelaten oppervlakte, indien de ruimte beschikbaar was. Daarom wordt de expliciet vermelde maximale oppervlakte van 20 (25) m² vervangen door dit artikel: 
  De door de inrichting ingenomen oppervlakte, luiken inbegrepen, moet door het college van burgemeester en schepenen goedgekeurd worden. Indien het een bestaande inrichting betreft, is geen nieuwe expliciete goedkeuring nodig. Indien de inrichting wijzigt (vervanging, renovatie, …) meldt de standplaatshouder dit vooraf aan het stadsbestuur. De standplaatshouder moet minstens de totale bezette oppervlakte meedelen. Elke wijziging dient door het college van burgemeester en schepenen goedgekeurd te worden.
• Tot slot wordt een nieuw artikel 18 ingevoegd omtrent nutsvoorzieningen.

Na het vaststellen van het reglement door de gemeenteraad, zullen de huidige standplaatshouders gevraagd worden of zij hun voorkeurrecht wensen uit te oefenen. Daarna worden de standplaatsen door het college van burgemeester en schepenen toegekend.

• Wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening van ambulante activiteiten, zoals tot op heden gewijzigd.