Notulen  gemeenteraad

De voorzitter van de gemeenteraad kan mededelingen doen vooraleer de eigenlijke zitting aanvangt.

De notulen en het zittingsverslag van de vergadering van de gemeenteraad worden onder de verantwoordelijkheid van de algemeen directeur opgesteld. De notulen worden ten minste acht dagen voor de dag van de vergadering ter beschikking gesteld van de gemeenteraadsleden.

Elk gemeenteraadslid heeft het recht tijdens de vergadering opmerkingen te maken over de redactie van de notulen van de vorige vergadering. Als die opmerkingen door de gemeenteraad worden aangenomen, worden de notulen in die zin aangepast. Als er geen opmerkingen worden gemaakt over de notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering worden de notulen  als goedgekeurd beschouwd en worden ze ondertekend door de voorzitter van de gemeenteraad en de algemeen directeur.

• Decreet lokaal bestuur, artikel 32, 277 en 278.
• Huishoudelijk reglement van de gemeenteraad.

Op 7 januari 2019 had de installatievergadering van de gemeenteraad plaats.

De gemeenteraad dient bij de aanvang van de zittingsperiode een deontologische code vast te stellen. Daarin worden bepalingen opgenomen over:

• belangenvermenging of de schijn ervan;
• corruptie of de schijn ervan;
• het aannemen van uitnodigingen, geschenken, reizen/werkbezoeken;
• het gebruik van faciliteiten en middelen;
• omgaan met informatie;
• onderlinge omgang en afspraken over vergaderingen.

Bij besluit van 28 januari 2019 keurde de gemeenteraad de deontologische code goed. 

Door het decreet van 3 februari 2023 tot wijziging van het decreet lokaal bestuur wordt de oprichting van een deontologische commissie verplicht. De deontologische code dient de samenstelling, de werking en de bevoegdheid te regelen. Deze commissie dient van elke fractie een vertegenwoordiger te hebben.

Momenteel is in toepassing van artikel 35 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad, de gemeenteraadscommissie algemene zaken en financiën bevoegd voor de deontologie van de raadsleden. Deze bepaling vervalt.

In het gewijzigd voorstel van de deontologische code wordt nu de oprichting van een deontologische commissie voorzien. De belangrijkste bepalingen zijn de volgende:

• Het aantal leden van de deontologische commissie bedraagt 1 per fractie en evenveel als het aantal fracties in de gemeenteraad, aangevuld met de voorzitter van de gemeenteraad / de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn die voorzitter is van de deontologische commissie. Onafhankelijke raadsleden vormen geen fractie en zijn niet vertegenwoordigd in de deontologische commissie.
• De commissie kan alleen beraadslagen en advies uitbrengen als de meerderheid van de zitting hebbende leden aanwezig is. Als na een eerste oproeping niet het vereiste aantal leden aanwezig is, zal de commissie na een tweede oproeping, ongeacht het aantal aanwezige leden, op geldige wijze beraadslagen en advies uitbrengen.
• Er wordt gestreefd naar een consensus bij het nemen van een beslissing. Is er geen consensus, dan worden alle standpunten opgenomen in het verslag van de vergadering.
• De vergaderingen van de deontologische commissie zijn niet openbaar.
• De commissie is bevoegd voor:
  • Het formuleren van een gemotiveerd advies aan de raad over het vermoeden van een schending van deze code door personen die door deze code gevat worden zoals voorzien in de procedure van art. 40 tot 42 van deze code. 
  • Het geven van adviezen en aanbevelingen aan de raad over de inhoud van deze code met het oog op het bijsturen ervan.

Voor het overige wijzigt er inhoudelijk niets aan de deontologische code.

• Decreet lokaal bestuur, artikel 39.

Naar aanleiding van een audit omtrent overlijden en begraven werd vastgesteld dat heel wat van de reglementering niet meer aan de huidige tendensen tegemoet komt. Om actie te ondernemen in dit kader werden zowel de politieverordening, het huishoudelijk reglement en het retributiereglement onder handen genomen. 

Op 19 december 2022 stelde de gemeenteraad  het huishoudelijk reglement op de stedelijke begraafplaatsen vast.

In het reglement is volgende bepaling opgenomen:  “Artikel 28. Hernieuwing zonder bijzetting
De opeenvolgende hernieuwingen zonder bijzetting kunnen enkel geweigerd worden als blijkt dat op het moment van de aanvraag de concessie verwaarloosd is. De duur van de hernieuwingen wordt door de gemeenteraad bepaald.
Na het overlijden van de concessiehouder kan elke natuurlijke persoon of rechtspersoon een aanvraag tot hernieuwing doen.
Wanneer bij een concessie van 15 jaar een hernieuwing gevraagd wordt, dan dient het stoffelijk overschot opgegraven en herbegraven te worden op het perceel waar op dat ogenblik begravingen van die duur gebeuren.”

Bij besluit van 30 maart 2023 vernietigt de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant het derde lid van artikel 28 van het huishoudelijk reglement op de begraafplaatsen. Omwille van deze reden wordt het huishoudelijk reglement op de stedelijke begraafplaatsen aangepast en zal er bij een verlenging van een concessie van 15 jaar geen opgraving meer gebeuren.

• Decreet op de begraafplaatsen en de lijkbezorging van 16 januari 2004.
• Besluit van de Vlaamse Regering 14 mei 2004 tot organisatie, inrichting en beheer van begraafplaatsen en crematoria.
• Besluit van de Vlaamse Regering van 21 oktober 2005 tot bepaling van de voorwaarden waaraan een doodskist of een ander lijkomhulsel moet beantwoorden.
• Besluit van de Vlaamse Regering van 24 februari 2006 tot vaststelling van de wijzen van lijkbezorging, de asbestemming en de rituelen van de levensbeschouwing voor de uitvaartplechtigheid die kunnen opgenomen worden in de schriftelijke kennisgeving van de laatste wilsbeschikking die aan de ambtenaar van de burgerlijke stand kan overgemaakt worden.
• Omzendbrief BA 2006/03 van Vl. Min. Binn. Bestuur van 10 maart 2006 betreffende de toepassing van het decreet van 16 januari 2004 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging en de uitvoeringsbesluiten.
• Omzendbrief BB 2008/04 van de Vlaamse overheid van 6 juni 2008 – Wijziging van het decreet van 16 januari 2004 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging, bij het decreet van 18 april 2008. 
• Besluit van de gouverneur.

De jaarrekeningen van de kerkfabrieken Onze-Lieve-Vrouw van Goede Hoop, Sint-Aloysius van Gonzaga, Sint-Antonius Abt, Sint-Jozef en Sint-Martinus van het boekjaar 2022 werden door hun respectievelijke kerkraden in de loop van januari, februari en maart 2023 goedgekeurd. Ze werden gecoördineerd ingediend door het centraal kerkbestuur op 4 april 2023 via het digitaal platform Religiopoint.

De gemeenteraad is bevoegd voor het geven van advies. De gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant dient de jaarrekeningen goed te keuren. Bij ontstentenis van het versturen van zijn advies naar de gouverneur binnen een termijn van vijftig dagen, die ingaat op de dag na het inkomen van de rekeningen bij de gemeenteoverheid, wordt de gemeenteraad geacht een gunstig advies te hebben uitgebracht.

Enkele toelichtingen bij de cijfers:

• Kerkfabriek Onze-Lieve Vrouw van Goede Hoop heeft in 2022 2 000 euro meer exploitatieontvangsten dan gebudgetteerd o.a. door omhalingen en huur van de kerk door het koor Carmina. Er zijn ook 5 200 euro minder exploitatiegelden uitgegeven aan erediensten dan gebudgetteerd. Er werd voor 5 000 euro investeringsuitgaven gedaan (terugstorting naar patrimonium).
  
• Kerkfabriek Sint-Aloysius in Koningslo heeft in 2022 n.a.v. een controle door de brandweer enkele aanpassingen moeten doen. Dit werd via een budgetwijziging onder boekhoudrekening 2103 onderhoud opgenomen, zonder bijkomende middelen van de stad en dus met eigen middelen exploitatie betaalt. De kerkfabriek heeft het saldo voor werken uitgevoerd aan de kerk van ABB eindelijk ontvangen (gewestelijke toelage 4 862,34 euro). Andere voorziene investeringsuitgaven- en ontvangsten in de renovatie van het kerkgebouw zelf in 2022 zijn nog niet uitgevoerd en worden overgedragen naar 2023.
• Kerkfabriek Sint-Antonius in Houtem heeft in 2022 een interne kredietaanpassing gedaan aan het budget omdat er op enkele exploitatie uitgaveposten een klein tekort was. De kerkfabriek heeft 4 400 euro minder exploitatiegelden uitgegeven aan erediensten dan gebudgetteerd.
• Kerkfabriek Sint-Jozef in Far-West heeft in 2022 meer exploitatieontvangsten dan uitgaven. De exploitatieontvangsten zijn 3 600 euro hoger dan gebudgetteerd door schenkingen van parochiale verenigingen (600 euro) en de inkomsten uit medegebruik van de kerk door de Gospelkerk Filadelfia Refreshed die weer meer activiteiten konden doen (3 000 euro). De vernieuwing van de elektrische installatie is verschoven naar 2023. In 2022 werden erelonen voor het herschrijven van het lastenkohier en het opstellen van het veiligheids- en gezondheidsplan betaald en hiervoor werd een investeringstoelage van de stad ontvangen. Het Vlaams Gewest heeft nog geen subsidie uitbetaald, waardoor de investeringsuitgaven de investeringsontvangsten overtreffen.
• Kerkfabriek Sint-Martinus in Peutie realiseerde een investeringsontvangst van 22 110 euro door een overboeking uit exploitatie (reserve voor investeringen in 2023). De exploitatieontvangsten waren 3 000 euro lager dan gebudgetteerd (ontvangsten uit langdurige gebruiksovereenkomsten van 2022 van Orange nog niet ontvangen) en de exploitatieuitgaven waren 4 000 euro hoger dan gebudgetteerd (verschil zit in een veelvoud van kleine uitgaven voor de eredienst). De kerkfabriek heeft geen investeringen uitgevoerd in 2022.
• De kastoestand kon steeds aangesloten worden met rekeninguittreksels.
  
• De geboekte investeringstoelagen en exploitatietoelagen stemmen overeen met de boekhouding van de stad.

De jaarrekeningen worden als volgt samengevat, in euro:

• Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en de werking van de erkende erediensten.
• Besluit van de Vlaamse Regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten.
• Ministerieel besluit van 27 november 2006 tot vaststelling van de modellen van de boekhouding van de besturen van de eredienst en ter uitvoering van artikel 46 van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de eredienst en van de centrale besturen van de eredienst.

De jaarrekening van de kerkgemeente William Tyndale-Silo van het boekjaar 2022 werd door de bestuursraad op 28 maart 2023 goedgekeurd. Ze werd ingediend op 24 april 2023 via het digitaal loket.

De gemeenteraad is bevoegd voor het geven van advies. De gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant dient de jaarrekening goed te keuren. Bij ontstentenis van het versturen van zijn advies naar de gouverneur binnen een termijn van vijftig dagen, die ingaat op de dag na het inkomen van de rekeningen bij de gemeenteoverheid, wordt de gemeenteraad geacht een gunstig advies te hebben uitgebracht.

Enkele toelichtingen bij de cijfers:

• De exploitatieuitgaven (10 383,99 euro) zijn lager dan de exploitatieontvangsten (10 464,27 euro).
• Er zijn geen investeringsontvangsten.
• De investeringsuitgaven (9 998,66 euro) betreft de jaarlijkse canon voor de erfpacht met stad Vilvoorde voor vleugel Tuchthuiscomplex.

De jaarrekening wordt als volgt samengevat, in euro.

• Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en de werking van de erkende erediensten.
• Besluit van de Vlaamse Regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten.
• Ministerieel besluit van 27 november 2006 tot vaststelling van de modellen van de boekhouding van de besturen van de eredienst en ter uitvoering van artikel 46 van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de eredienst en van de centrale besturen van de eredienst.

In de zitting  van 28 september 2020 stelde de gemeenteraad het belastingreglement op de tijdelijke bezetting van de openbare weg vast, voor een termijn eindigend op 31 december 2025.

Er is vastgesteld dat er meer en meer aanvragen voor inname of tijdelijke bezetting van het openbaar domein, laattijdig, dit wil zeggen binnen de 5 werkdagen voor aanvang, worden ingediend. Het huidig belastingreglement, waarbij voor de spoedprocedure een tarief dat 25% hoger ligt dan het normaal tarief, het gebruik van deze spoedprocedure niet ontraadt. De laattijdige aanvragen vragen extra (onverwachte) personeelsinzet en daarom is een administratieve vergoeding verantwoord. 

Innames zonder vergunning zijn bij de administratie niet gekend (totdat zij bij controle worden opgemerkt). Zij kan er in de planning van andere innames dan ook geen rekening mee houden. Daardoor worden mogelijk onuitvoerbare vergunningen toegekend, of ontstaat ongeplande verkeershinder. Om die reden zijn die onvergunde innames extra hinderlijk, en worden zij bij detectie aan een hoger tarief belast.

Het is daarom wenselijk een verdere verfijning te voorzien van de aanvraagtermijnen, een aanpassing van de tarieven en een verduidelijking van de werkwijze.  

Hiertoe dienen de artikels 4 en 5 van het reglement aangepast te worden.

• Decreet lokaal bestuur, artikel 40, § 3.
• Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.
• Gemeenteraadsbesluit van 28 september 2020 betreffende de belasting op de tijdelijke bezetting van de openbare weg.

In zitting van 23 mei 2022 stelde de gemeenteraad het retributiereglement vast voor de stedelijke academie voor muziek, woord en dans voor inschrijvingen voor het academiejaar 2022 - 2023.

De inschrijvingen voor het nieuwe academiejaar 2023 - 2024, starten begin juni 2023.

Vanaf academiejaar 2019-2020 indexeert de Vlaamse overheid jaarlijks de wettelijke tarieven op basis van de gezondheidsindex. Voor het nieuwe academiejaar betekent dit een stijging van:

• 7,00 euro voor het tarief voor kinderen en jongeren tussen 6 en 18 jaar of 5,00 euro voor het verminderd tarief;
• 13,00 euro voor het tarief voor jongvolwassenen in de leeftijdscategorie 18 - 24 jaar;
• 29,00 euro voor het tarief voor volwassenen of 13,00 euro voor het verminderd tarief.

De wetgever laat toe om:

• verminderde tarieven te hanteren voor leerlingen die het financieel moeilijk hebben en hiervoor bewijsstukken kunnen voorleggen;
• verminderde tarieven te hanteren voor leerlingen die meerdere cursussen in een academie volgen of voor leerlingen waarbij andere personen van hun leefeenheid een cursus volgen;
• tarieven te laten stijgen naarmate de leerling een hogere graad volgt.

Academies kunnen daarnaast een bijkomende retributie vragen voor het organiseren van deeltijds kunstonderwijs. De stedelijke academie voor muziek, woord en dans vraagt bovenop het inschrijvingsgeld een extra bijdrage in de werkingskosten en dit vanaf academiejaar 2017 - 2018. 

Voor het nieuwe academiejaar worden de inschrijvingstarieven geïndexeerd zoals bepaald door de Vlaamse overheid.

De bijkomende retributie wordt niet geïndexeerd.

Ieder schooljaar bieden zich sporadisch leerlingen aan die door de Vlaamse overheid niet worden aanzien als niet-regelmatige leerlingen. Het gaat om leerlingen die hun traject in de academie hebben afgerond, maar die zich nog wensen in te schrijven als versterking voor het orkest / strijkorkest en het koor (volwassenkoor en kinderkoor). De academie wil in de mate van het mogelijke en wanneer de normale werking van de academie niet geschaad wordt, aan de wensen van deze leerlingen voldoen door ze als "vrije leerlingen" in te schrijven. Vrije leerlingen worden niet meer ingeschreven na de uiterste inschrijvingsdatum van 30 september van het lopende academiejaar.  Artikel 96 van het decreet op het deeltijds kunstonderwijs stelt "een schoolbestuur kan de bijdrage van niet-regelmatige leerlingen vrij bepalen, op voorwaarde dat het bedrag niet hoger ligt dan het bedrag dat een regelmatige leerling voor zijn inschrijving in een domein zou betalen. Voor hen dient een inschrijvingstarief te worden bepaald".

Omdat vrije leerlingen niet gefinancierd worden door de hogere overheid, maar wel gebruik maken van de beschikbare faciliteiten en personeelskosten genereren, wordt inschrijvingsgeld gevraagd om deze kosten mee te dekken. Deze inschrijvingsgelden dienen niet te worden doorgestort naar de Vlaamse overheid. Volgend tarief wordt voorgesteld: 

• 150 euro voor leerlingen vanaf 18 jaar;
• 50 euro voor leerlingen jonger dan 18 jaar.

Vanaf 1 september 2018, met het invoeren van het nieuwe DKO-decreet, dienen schoolbesturen de ontvangen inschrijvingsgelden niet meer integraal door te storten naar de Vlaamse overheid. De werkingsmiddelen worden verrekend in het doorstorten van de inschrijvingsgelden. Agodi zal voor het nieuwe academiejaar de geïndexeerde tarieven hanteren.

• Decreet van 9 maart 2018 betreffende het deeltijds kunstonderwijs.
• Besluit van de Vlaamse Regering van 4 mei 2018 betreffende het opleidingsaanbod, de organisatie, de personeelsformatie, de inning van het inschrijvingsgeld en de certificering van het deeltijds kunstonderwijs.
• Omzendbrief DKO/2018/03 van 20 augustus 2018 betreffende inschrijvingen en toelatingsvoorwaarden in het deeltijds kunstonderwijs.

De stedelijke academie voor beeldende kunsten Jan Portaels werd opgenomen in het stedelijk onderwijsnet vanaf schooljaar 2018 - 2019.

In zitting van 23 mei 2022 stelde de gemeenteraad het retributiereglement voor de stedelijke academie voor beeldende kunsten Jan Portaels voor inschrijvingen voor het academiejaar 2022 - 2023, vast.

De inschrijvingen voor het nieuwe academiejaar 2023 - 2024, starten op 30 mei 2023.

Vanaf academiejaar 2019-2020 indexeert de Vlaamse overheid jaarlijks de wettelijke tarieven op basis van de gezondheidsindex. Voor het nieuwe academiejaar betekent dit een stijging van:

• 7,00 euro voor het tarief voor kinderen en jongeren tussen 6 en 18 jaar of 5,00 euro voor het verminderd tarief;
• 13,00 euro voor het tarief voor jongvolwassenen in de leeftijdscategorie 18 - 24 jaar;
• 29,00 euro voor het tarief voor volwassenen of 13,00 euro voor het verminderd tarief.

De wetgever laat toe om:

• verminderde tarieven te hanteren voor leerlingen die het financieel moeilijk hebben en hiervoor bewijsstukken kunnen voorleggen;
• verminderde tarieven te hanteren voor leerlingen die meerdere cursussen in een academie volgen of voor leerlingen waarbij andere personen van hun leefeenheid een cursus volgen;
• tarieven afhankelijk te maken van de hoeveelheid materiaal die de academie dient te voorzien;
• tarieven te laten stijgen naarmate de leerling een hogere graad volgt.

Academies kunnen naast het inschrijvingsgeld een bijkomende retributie vragen voor het organiseren van deeltijds kunstonderwijs. De stedelijke academie voor beeldende kunsten Jan Portaels vraagt bovenop het inschrijvingsgeld een materiaalkost in functie van de gekozen opleiding. 

De bijkomende retributie wordt niet geïndexeerd.

Inschrijvingen voor het lopende academiejaar worden afgesloten op 1 oktober. Indien leerlingen zich na deze datum nog wensen in te schrijven, stelt de stedelijke academie beeldende kunsten Jan Portaels voor om een tweede inschrijvingsperiode te voorzien tijdens de maand januari. De leerlingen die zich dan inschrijven zijn geen officiële leerlingen voor de Vlaamse overheid. Inschrijven na 1 januari van het lopende academiejaar kan een stimulans vormen om het volgende schooljaar tijdig in te schrijven. De academie wil in de mate van het mogelijke en wanneer de normale werking van de academie niet geschaad wordt, aan de wensen van deze leerlingen voldoen door ze als "vrije leerlingen" in te schrijven. Artikel 96 van het decreet op het deeltijds kunstonderwijs stelt "Een schoolbestuur kan de bijdrage van niet-regelmatige leerlingen vrij bepalen, op voorwaarde dat het bedrag niet hoger ligt dan het bedrag dat een regelmatige leerling voor zijn inschrijving in een domein zou betalen. Voor hen dient een inschrijvingstarief te worden bepaald".

Omdat vrije leerlingen niet gefinancierd worden door de hogere overheid, maar wel gebruik maken van de beschikbare faciliteiten en personeelskosten genereren, wordt inschrijvingsgeld gevraagd om deze kosten mee te dekken. Deze inschrijvingsgelden dienen niet te worden doorgestort naar de Vlaamse overheid. Volgend tarief wordt voorgesteld: 60 % van het normale tarief (40 % van de lessen zijn immers al voorbij).

Vanaf 1 september 2018, met het invoeren van het nieuwe DKO-decreet, dienen schoolbesturen de ontvangen inschrijvingsgelden niet meer integraal door te storten naar de Vlaamse overheid. De werkingsmiddelen worden verrekend in het doorstorten van de inschrijvingsgelden. Agodi zal voor het nieuwe academiejaar de geïndexeerde tarieven hanteren.

• Decreet van 9 maart 2018 betreffende het deeltijds kunstonderwijs.
• Besluit van de Vlaamse Regering van 4 mei 2018 betreffende het opleidingsaanbod, de organisatie, de personeelsformatie, de inning van het inschrijvingsgeld en de certificering van het deeltijds kunstonderwijs.
• Omzendbrief DKO/2018/03 van 20 augustus 2018 betreffende inschrijvingen en toelatingsvoorwaarden in het deeltijds kunstonderwijs.
• Gemeenteraadsbesluit van 27 november 2017 betreffende de integratie van de vzw Portaelssschool voor Beeldende Kunsten in het stedelijk onderwijsnet vanaf schooljaar 2018 - 2019.

Het autonoom gemeentebedrijf Vilvoorde werd opgericht bij gemeenteraadsbesluit van 12 december 2005. De oprichting werd goedgekeurd bij ministerieel besluit van 14 april 2006. Ook werden de oorspronkelijke statuten aangenomen. De gemeenteraad paste de statuten aan in zitting van 16 december 2013, na gunstig advies van de raad van bestuur in zitting van 9 december 2013. De gemeenteraad paste de statuten aan in zitting van 27 september 2021, na gunstig advies van de raad van bestuur in zitting van 27 september 2021.

Het doel van het autonoom gemeentebedrijf Vilvoorde was de exploitatie van infrastructuren bestemd voor sportieve en culturele activiteiten alsmede het beheer van een deel van het onroerend goed van de stad Vilvoorde. Meer bepaald ging het over volgende infrastructuren:

• sportinfrastructuur van het park Drie Fonteinen (sportstadion);
• sportaccommodatie Hazeweide;
• stedelijk zwembad ’t Zeepaardje;
• cc Het Bolwerk;
• socio-culturele vleugel Tuchthuiscomplex. 

Tussen het stadsbestuur en het autonoom gemeentebedrijf Vilvoorde wordt een beheersovereenkomst gesloten. De huidige beheersovereenkomst (legislatuur 2019-2024) werd gesloten bij gemeenteraadsbesluit van 17 december 2019 en bij besluit van de raad van bestuur van 16 december 2019. Deze werd aangepast op 27 september 2021.

In zitting van 23 mei 2022 keurde de gemeenteraad een prijssubsidieovereenkomst goed voor het jaar 2023. Op 11 juni 2022 startte de ticketverkoop van voorstellingen die plaats vonden in cc Het Bolwerk tijdens het seizoen 2022 - 2023.

Op 10 juni 2023 start de ticketverkoop van voorstellingen die plaats vinden in cc Het Bolwerk tijdens het seizoen 2023-2024. 

Een prijssubsidieovereenkomst voor een bepaald kalenderjaar mag na initiële goedkeuring twee keer aangepast worden.

De  prijssubsidieovereenkomst tussen het stadsbestuur Vilvoorde en autonoom gemeentebedrijf Vilvoorde voor het jaar 2023 dient aangepast te worden om de uitbetaling van prijssubsidies voor voorstellingen die plaats vinden in het najaar van 2023 mogelijk te maken en om voor de andere activiteiten van 2023 bij te sturen. 

Het autonoom gemeentebedrijf Vilvoorde heeft een herevaluatie gedaan van de inkomsten en uitgaven van 2023.

Door de gewijzigde marktomstandigheden en verwachtingen zal de stad voor sportaccommodatie Hazeweide en sportstadion Drie Fonteinen enkel tussenkomen als derdebetaler voor het recht op toegang dat gratis wordt verleend, als derdebetaler voor het recht op toegang dat gratis of met korting wordt verleend voor cc Het Bolwerk en met prijssubsidies voor elk recht op toegang in stedelijk zwembad ’t Zeepaardje. 

Er dient een prijssubsidieovereenkomst tussen het stadsbestuur Vilvoorde en autonoom gemeentebedrijf Vilvoorde afgesloten te worden voor het jaar 2024 om de uitbetaling van prijssubsidies voor voorstellingen die plaats vinden in het voorjaar van 2024 mogelijk te maken.

• Decreet lokaal bestuur, artikels 225 en volgende.
• Circulaire 2022/C/100 betreffende de btw-regeling die van toepassing is op autonome gemeentebedrijven (13 oktober 2022).

In zitting van 27 februari 2023 legde de gemeenteraad de capaciteitsbepaling vast voor het stedelijk buitengewoon dagonderwijs voor het schooljaar 2023 - 2024.

Voor de start van de inschrijvingen moet de school haar capaciteit bepalen. De capaciteit is het totaal aantal leerlingen dat een schoolbestuur per niveau ziet als het maximaal aantal leerlingen. Het schoolbestuur bepaalt autonoom deze capaciteit en kan hierbij rekening houden met materiële omstandigheden of pedagogisch-didactische overwegingen. Voorafgaand aan de inschrijvingsperiode moet een schoolbestuur dus voor elk van zijn scholen, gewoon en buitengewoon onderwijs, de capaciteit bepalen en deze communiceren naar ouders, schoolraad en het Lokaal Overlegplatform, afgekort naar LOP. Een leerling kan pas geweigerd worden wegens capaciteit wanneer de capaciteit vastgelegd werd voordat de inschrijvingen aanvangen.

Er blijft ruimte voorzien om de capaciteit per type en per structuuronderdeel tijdens het schooljaar te kunnen verhogen en dit om het aanbod verder af te stemmen op de noden. Een capaciteitsverhoging mag en kan wettelijk steeds doorgevoerd worden mits goedkeuring van het Lokaal Overlegplatform en van het schoolbestuur.

Voor het buitengewoon secundair onderwijs werd de totale capaciteit van 140 leerlingen behouden. De capaciteit voor het observatiejaar, waarvoor dient aangemeld te worden, werd bepaald op 10 leerlingen type basisaanbod en 4 leerlingen type 9 (autismespectrumstoornissen). 

Tijdens de aanmeldingsperiode (van 17 maart 2023 tot 31 maart 2023) werden er maximaal 33 leerlingen correct aangemeld voor type basisaanbod en 4 leerlingen voor type 9. Eén leerling is ingeschreven op basis van voorrangsgroepen. Na het afsluiten van de aanmeldingsperiode heeft de school een wachtlijst van maximaal 24 leerlingen type basisaanbod waarvoor de school geen vrije plaatsen heeft. Elke correct aangemelde leerling type 9 krijgt een plaats toegewezen.

Daar het schoolteam het belangrijk vindt om indien mogelijk elke leerling die in het buitengewoon secundair onderwijs zijn traject start in het observatiejaar zijn plaats te bieden, wenst het schoolteam een capaciteitsverhoging voor type basisaanbod door te voeren. Dit werd besproken met en goedgekeurd door het Lokaal Overlegplatform op 31 maart 2023.
Een goede, snelle start in de stedelijke school voor buitengewoon secundair onderwijs de VeSt geeft steeds de beste mogelijkheden tot een succesvolle schoolcarrière wat de beste voorbereiding is tot het goed functioneren in het normaal economisch circuit en de brede samenleving. Latere neveninstroom, na veel faalervaringen in regulier onderwijs – wat het enige alternatief is in onze regio – levert helaas niet hetzelfde succes meer op.

Voorgesteld wordt om de capaciteitsverhoging in drie fasen uit te voeren vermits de vraag naar inschrijving groter is dan de school op eigen middelen kan dragen:

• In een eerste fase wenst het schoolteam een capaciteitsverhoging voor type basisaanbod van 10 naar 20 leerlingen. Deze verhoging kan doorgevoerd worden zonder ondersteunende middelen van het schoolbestuur. Dit resulteert in het terugdringen van de wachtlijst (weigeringsdocumenten) van 24 naar 14 leerlingen voor type basisaanbod. 
• In een tweede fase, vanaf 27 mei 2023, na einddatum van het inschrijvingsrecht voor het aanmelden met ticket. Indien nodig, op basis van de resterende wachtlijst van weigeringsdocumenten en de wachtlijst van inschrijvingsaanvragen van leerlingen die de aanmeldingsperiode gemist hebben of vergeten zijn, maar zich alsnog wensen in te schrijven voor het observatiejaar, een extra verhoging van 3 plaatsen (vrij te verdelen over type basisaanbod en type 9, met voorrang aan type 9) om de wachtlijsten nog verder terug te dringen. Dit wordt toegepast indien zou blijken dat er niet voldoende vrije plaatsen zouden zijn, doordat jongeren op meerdere lijsten aangemeld hebben en hun ticket niet verzilveren. Deze verhoging kan doorgevoerd worden zonder ondersteunende middelen van het schoolbestuur. De school wenst maximaal op basis van de ontvangen omkadering zo veel mogelijk jongeren een plaats in de stedelijke school voor buitengewoon secundair onderwijs de VeSt te bieden.
• In een derde fase, vanaf 19 juni 2023. Indien nodig, op basis van de resterende wachtlijst van weigeringsdocumenten en de wachtlijst van inschrijvingsaanvragen van leerlingen die de aanmeldingsperiode gemist hebben of vergeten zijn, maar zich alsnog wensen in te schrijven voor het observatiejaar, een extra verhoging van maximaal 8 plaatsen, om een antwoord te geven op alle specifieke onderwijsnoden van deze jongeren. Deze capaciteitsverhoging kan enkel gerealiseerd worden mits ondersteunende middelen van het schoolbestuur ten belope van 32 wekelijkse lestijden (loonkosten ten laste van het stadsbestuur via personeel werkingsbudget). Deze fase houdt in dat er een vierde klasgroep in het observatiejaar wordt ingericht.

• Codex secundair onderwijs van 17 december 2010.
• Omzendbrief SO/2012/01 van 5 juni 2012 betreffende het inschrijvingsrecht en aanmeldingsprocedures in het secundair onderwijs voor inschrijvingen.
• Decreet van 17 mei 2019 houdende wijziging van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, van de Codex secundair onderwijs van 17 december 2010 en van de Codificatie sommige bepalingen voor het Onderwijs van 28 oktober 2016, wat het inschrijvingsrecht betreft. 

Vanaf academiejaar 2018 - 2019 werd het deeltijds kunstonderwijs hervormd door het decreet van 9 maart 2018. Dit legde ons als inrichtende macht een aantal nieuwe bepalingen op zoals het vastleggen van de capaciteit voor de start van de inschrijvingen voor het nieuwe academiejaar.

In zitting van de gemeenteraad van 23 mei 2022 werd de capaciteitsbepaling voor het stedelijk deeltijds kunstonderwijs vastgelegd voor het academiejaar 2022 - 2023.

De inschrijvingen voor het academiejaar 2023 - 2024 starten in juni 2023. Voor de start van de inschrijvingen moet de instelling haar capaciteit bepalen. De capaciteit is het totaal aantal leerlingen dat een schoolbestuur per niveau ziet als het maximaal aantal leerlingen. Het schoolbestuur bepaalt autonoom deze capaciteit en kan hierbij rekening houden met materiële omstandigheden of pedagogisch-didactische overwegingen. Volgens artikel 41 van het niveaudecreet van 9 maart 2018: "Een schoolbestuur kan de inschrijving van een persoon weigeren als het kan aantonen dat de capaciteit op het niveau van de opleiding waarvoor de regelmatige leerling zich wil inschrijven, ontoereikend is. Er kunnen wachtlijsten worden aangelegd. Als de capaciteit overschreden wordt, informeert het schoolbestuur de persoon over mogelijke alternatieven in de eigen of een andere academie".

De stedelijke academie voor muziek, woord en dans wenst haar capaciteit voor het nieuwe academiejaar als volgt aan te passen:

• in de eerste graad wordt de capaciteit van de optie "domeinoverschrijdende initiatie" verlaagd van 10 klassen naar 9 klassen met een totale capaciteit van 135 leerlingen (voorheen 150 leerlingen). Motivering:  dit jaar volgden 100 leerlingen het vak domeinoverschrijdende initiatie. Per 15 leerlingen wordt er één leraarsuur gegenereerd voor het volgende schooljaar. 9 klassen zorgen voor voldoende lesmomenten/lesdagen op voldoende leslocaties en zorgen er voor dat er nog 35 extra leerlingen zouden kunnen inschrijven;
• in domein muziek wordt onderzocht of de optie "experimentele muziek" in 3de jaar, 4de jaar en specialisatie mogelijkheden tot verbreden van het aanbod kunnen betekenen. Deze optie wordt nog niet ingericht tijdens het academiejaar 2023 - 2024;
• in domein muziek -  jongeren tweede graad wordt voor het vak muzikale culture vorming (MCV) één klas minder ingericht voor niveau 2.4. Voor het nieuwe academiejaar wordt de capaciteit bepaald op 4 klassen van 18 leerlingen per uur, wat overeenstemt met een totale capaciteit van 72 leerlingen (voorheen 90 leerlingen). Motivering voor daling aantal klassen 2.4 jongeren: momenteel zitten er 26 leerlingen (jongeren) in 2.3. Aangezien de capaciteit van de lessen notenleer op 18 leerlingen gelegd werd, volstaan 2 klassen 2.4 om deze leerlingen tijdens academiejaar 2023 - 2024 op te vangen;
• in domein muziek - optie "muziek schrijven" in de derde graad, wordt de capaciteit verhoogd van 8 naar 12 leerlingen;
• in domein woord wordt de capaciteit van de vakken "schrijven" en "script" uitgebreid van 4 naar 10 leerlingen;
• in domein dans optie "hedendaagse dans" wordt voor de volwassenen in graden 2, 3 en 4 geen danslab meer ingericht (voorheen één klas met een capaciteit van 15 leerlingen). Motivering: stopzetten aanbod dans volwassenen wegens te weinig interesse van volwassenen voor de studierichting dans en dit reeds gedurende een aantal schooljaren. De academie is genoodzaakt deze klas stop te zetten. 

Het aanbod voor het academiejaar 2023 - 2024 word gewijzigd:

• Domein muziek 1ste graad wordt niet meer ingericht. Leerlingen kunnen domeinoverschrijdende initiatie volgen. In de les domeinoverschrijdende initiatie worden de domeinen woordkunst-drama en muziek aangeboden. Tevens kunnen leerlingen dansinitiatie volgen vanaf 6 jaar. Zo wil de stedelijke academie voor muziek, woord en dans Vilvoorde mogelijk maken dat leerlingen vanaf 6 jaar de 3 domeinen kunnen ontdekken om dan op 8-jarige leeftijd een bewuste keuze te maken (volgens artistiek pedagogisch project van deze academie).
• Domein woordkunst-drama: de kortlopende structuuronderdeel schrijver (3 jaar) wordt ingericht in hoofdzetel Vilvoorde.

Voor het vierde schooljaar op rij zal de stedelijke academie voor muziek, woord en dans het online inschrijven en het online betalen mogelijk maken voor de komende inschrijvingen in samenwerking met het schooladministratieplatform mijnacademie.be (DKO3).

• Decreet van 9 maart 2018 betreffende het deeltijds kunstonderwijs.
• Gemeenteraadsbeslissing van 14 mei 2018 over het uitbreiden van het onderwijsaanbod in in het stedelijk deeltijds kunstonderwijs vanaf schooljaar 2018 - 2019.

Vanaf het academiejaar 2018 - 2019 werd het deeltijds kunstonderwijs hervormd door het decreet van 9 maart 2018.  Dit legt de inrichtende macht een aantal nieuwe bepalingen op zoals het vastleggen van de capaciteit voor de start van de inschrijvingen voor het nieuwe schooljaar.

In zitting van de gemeenteraad van 23 mei 2022 werd de capaciteitsbepaling voor het stedelijk deeltijds kunstonderwijs vastgesteld voor het academiejaar 2022 - 2023.

De inschrijvingen voor het academiejaar 2023 - 2024 starten begin juni 2023. Voor de start van de inschrijvingen moet de instelling haar capaciteit bepalen. De capaciteit is het totaal aantal leerlingen dat een schoolbestuur per niveau ziet als het maximaal aantal leerlingen. Het schoolbestuur bepaalt autonoom deze capaciteit en kan hierbij rekening houden met materiële omstandigheden of pedagogisch-didactische overwegingen. Volgens artikel 41 van het niveaudecreet van 9 maart 2018: "Een schoolbestuur kan de inschrijving van een persoon weigeren als het kan aantonen dat de capaciteit op het niveau van de opleiding waarvoor de regelmatige leerling zich wil inschrijven, ontoereikend is. Er kunnen wachtlijsten worden aangelegd. Als de capaciteit overschreden wordt, informeert het schoolbestuur de persoon over mogelijke alternatieven in de eigen of een andere academie".

De stedelijke academie voor beeldende kunsten Jan Portaels wenst het onderwijsaanbod en de capaciteit als volgt aan te passen:

• beeldatelier 1ste en 2de graad: vestigingsplaats in wijk Houtem wordt opnieuw ingericht. Het nieuwe schoolgebouw van de stedelijke basisschool De Groene Planeet wordt in gebruik genomen vanaf 1 september 2023. De capaciteit wordt bepaald op 40 leerlingen. 

De stedelijk academie voor beeldende kunsten Jan Portaels wenst het online inschrijven en het online betalen, voor het vierde academiejaar op rij, mogelijk te maken voor de komende inschrijvingen, in samenwerking met het schooladministratieplatform mijnacademie.be (DKO3).

• Decreet van 9 maart 2018 betreffende het deeltijds kunstonderwijs.
• Gemeenteraadsbeslissing van 27 november 2017 betreffende de integratie van de vzw Portaelsschool voor Beeldende Kunsten in het stedelijk onderwijsnet vanaf academiejaar 2018 - 2019.
• Gemeenteraadsbeslissing van 25 februari 2019 over het uitbreiden van het onderwijsaanbod in de stedelijke academie voor beeldende kunsten Jan Portaels vanaf academiejaar 2019 - 2020 met cluster 5 in de derde graad, in de vierde graad en in de kortlopende studierichting specialisatie.

Op de gemeenteraad van 28 november 2022 is het Ruimtelijke Uitvoeringsplan (RUP) Asiat-Darse voorlopig vastgesteld. Het openbaar onderzoek liep van 21 december 2022 tot en met 18 februari 2023. De ingediende bezwaren zijn gebundeld en aan de Gemeentelijke Commissie Ruimtelijke Ordening (GECORO) bezorgd die binnen de 90 dagen na het einde van het openbaar onderzoek een advies moet uitbrengen.

De GECORO heeft op 18 april 2023 advies uitgebracht over de bezwaarschriften. In toepassing van artikel 2.2.21 §5 wordt het advies van de GECORO op de gemeenteraadszitting geagendeerd.

• Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, artikel 2.2.18 en verder. In het bijzonder artikel 2.2.21 § 5.
• Decreet van 5 april 1995 over de algemene bepalingen inzake milieubeleid (DABM).
• Besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2017 over het geïntegreerde planningsproces voor ruimtelijke uitvoeringsplannen, planmilieueffectrapportage, ruimtelijke veiligheidsrapportage en andere effectbeoordelingen.