Notulen  gemeenteraad

De voorzitter van de gemeenteraad kan mededelingen doen vooraleer de eigenlijke zitting aanvangt.

De notulen en het zittingsverslag van de vergadering van de gemeenteraad worden onder de verantwoordelijkheid van de algemeen directeur opgesteld. De notulen worden ten minste acht dagen voor de dag van de vergadering ter beschikking gesteld van de gemeenteraadsleden.

Elk gemeenteraadslid heeft het recht tijdens de vergadering opmerkingen te maken over de redactie van de notulen van de vorige vergadering. Als die opmerkingen door de gemeenteraad worden aangenomen, worden de notulen in die zin aangepast. Als er geen opmerkingen worden gemaakt over de notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering worden de notulen  als goedgekeurd beschouwd en worden ze ondertekend door de voorzitter van de gemeenteraad en de algemeen directeur.

• Decreet lokaal bestuur, artikel 32, 277 en 278.
• Huishoudelijk reglement van de gemeenteraad.

De jaarrekening van de kerkgemeente William Tyndale-Silo van het boekjaar 2021 werd door de bestuursraad op 26 januari 2022 goedgekeurd. Ze werd ingediend op 28 april 2022 via mail aan de financieel expert.

De gemeenteraad is bevoegd voor het geven van advies. De gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant dient de jaarrekening goed te keuren. Bij ontstentenis van het versturen van zijn advies naar de gouverneur binnen een termijn van vijftig dagen, die ingaat op de dag na het inkomen van de rekeningen bij de gemeenteoverheid, wordt de gemeenteraad geacht een gunstig advies te hebben uitgebracht.

Enkele toelichtingen bij de cijfers:

• De exploitatieuitgaven (9 393,19 euro) zijn hoger dan de exploitatieontvangsten (7 847,45 euro).
• De financieel expert heeft één opmerking geformuleerd bij het nazicht van de jaarrekening (foutief geboekt rekeninguittreksel). De gevraagde aanpassing is doorgevoerd waardoor er aansluiting is tussen kastoestand en rekeninguittreksels.

De jaarrekening wordt als volgt samengevat, in euro.

• Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en de werking van de erkende erediensten.
• Besluit van de Vlaamse Regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten.
• Ministerieel Besluit van 27 november 2006 tot vaststelling van de modellen van de boekhouding van de besturen van de eredienst en ter uitvoering van artikel 46 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de eredienst en van de centrale besturen van de eredienst.

De jaarrekeningen van de kerkfabrieken Onze-Lieve-Vrouw van Goede Hoop, Sint-Aloysius van Gonzaga, Sint-Antonius Abt, Sint-Jozef en Sint-Martinus van het boekjaar 2021 werden door hun respectievelijke kerkraden in de loop van januari, februari en maart 2022 goedgekeurd. Ze werden gecoördineerd ingediend door het centraal kerkbestuur op 6 april 2022 via het digitaal platform Religiopoint.

De gemeenteraad is bevoegd voor het geven van advies. De gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant dient de jaarrekeningen goed te keuren. Bij ontstentenis van het versturen van zijn advies naar de gouverneur binnen een termijn van vijftig dagen, die ingaat op de dag na het inkomen van de rekeningen bij de gemeenteoverheid, wordt de gemeenteraad geacht een gunstig advies te hebben uitgebracht.

Enkele toelichtingen bij de cijfers:

• Kerkfabriek Onze-Lieve Vrouw van Goede Hoop heeft in 2021 6 000 euro minder exploitatiegelden uitgegeven aan erediensten dan gebudgetteerd omdat er door corona minder erediensten waren.
  
• Kerkfabriek Sint-Aloysius in Koningslo heeft in 2021 een interne kredietaanpassing gedaan aan het budget omdat er op enkele exploitatie uitgaveposten een klein tekort was. De voorziene investeringsuitgaven- en ontvangsten in de renovatie van het kerkgebouw zelf zijn niet uitgevoerd en worden overgedragen naar 2022.
• Kerkfabriek Sint-Antonius in Houtem heeft in 2021 een interne kredietaanpassing gedaan aan het budget omdat er op enkele exploitatie uitgaveposten een klein tekort was. De kerkfabriek heeft 5 300 euro minder exploitatiegelden uitgegeven aan erediensten dan gebudgetteerd omdat er door corona minder erediensten waren.
• Kerkfabriek Sint-Jozef in Far-West heeft in 2021 meer exploitatieontvangsten dan uitgaven. De exploitatieontvangsten zijn 3 000 euro hoger dan gebudgetteerd door schenkingen van parochiale verenigingen (1 300 euro) en de inkomsten uit medegebruik van de kerk door de Gospelkerk Filadelfia Refreshed die weer hun repetities konden opstarten  tijdens het tweede semester van 2021 (1 600 euro). De vernieuwing van de elektrische installatie is verschoven naar 2022. In 2021 werd er wel al een bestek en elektrisch schema opgemaakt en hiervoor werd een investeringstoelage van de stad ontvangen. Het Vlaams Gewest heeft nog geen subsidie uitbetaald, waardoor de investeringsuitgaven de investeringsontvangsten overtreffen.
• Kerkfabriek Sint-Martinus in Peutie realiseerde een investeringsontvangst van 30 000 euro door een overboeking uit exploitatie. De exploitatieontvangsten waren 12 000 euro hoger dan gebudgetteerd (ontvangsten uit langdurige gebruiksovereenkomsten van 2020 pas in 2021 ontvangen) en de exploitatieuitgaven waren iets lager dan gebudgetteerd door minder erediensten. De kerkfabriek heeft geen investeringen uitgevoerd in 2021.
• Alle kerkfabrieken hebben nog hinder ondervonden van corona en daardoor minder erediensten gehouden. Exploitatieontvangsten en -uitgaven zijn overal minder dan gebudgetteerd.
  
• De kastoestand kon steeds aangesloten worden met rekeninguittreksels.
• De geboekte investeringstoelagen en exploitatietoelagen stemmen overeen met de boekhouding van de stad.
• De financieel expert heeft geen opmerkingen geformuleerd bij het nazicht van de jaarrekeningen.

De jaarrekeningen worden als volgt samengevat, in euro:

• Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en de werking van de erkende erediensten
• Besluit van de Vlaamse Regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten
• Ministerieel Besluit van 27 november 2006 tot vaststelling van de modellen van de boekhouding van de besturen van de eredienst en ter uitvoering van artikel 46 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de eredienst en van de centrale besturen van de eredienst

In zitting van 27 september 2021 stelde de gemeenteraad het retributiereglement voor de stedelijke academie voor beeldende kunsten Jan Portaels voor inschrijvingen voor het academiejaar 2021 - 2022, vast.

De inschrijvingen voor het nieuwe academiejaar  2022 - 2023, starten begin juni 2022.

Vanaf academiejaar 2019-2020 indexeert de Vlaamse overheid jaarlijks de wettelijke tarieven op basis van de gezondheidsindex. Voor het nieuwe academiejaar betekent dit een stijging van:

• 5,00 euro voor het tarief voor kinderen en jongeren tussen 6 en 18 jaar of 4,00 euro voor het verminderd tarief;
• 10,00 euro voor het tarief voor jongvolwassenen in de leeftijdscategorie 18 - 24 jaar;
• 23,00 euro voor het tarief voor volwassenen of 10,00 euro voor het verminderd tarief.

• verminderde tarieven te hanteren voor leerlingen die het financieel moeilijk hebben en hiervoor bewijsstukken kunnen voorleggen;
• verminderde tarieven te hanteren voor leerlingen die meerdere cursussen in een academie volgen of voor leerlingen waarbij andere personen van hun leefeenheid een cursus volgen;
• tarieven afhankelijk te maken van de hoeveelheid materiaal die de academie dient te voorzien;
• tarieven te laten stijgen naarmate de leerling een hogere graad volgt.

Het inschrijvingstarief van de stedelijke academie voor beeldende kunsten Jan Portaels is een samengesteld bedrag bestaande uit het inschrijvingsgeld bepaald door de Vlaamse overheid en de materiaalkost. De directeur stelt voor om het inschrijvingstarief voor het nieuwe academiejaar niet te wijzigen en dit voor het derde academiejaar op rij. Dit houdt in dat het inschrijvingsgeld wordt geïndexeerd volgens de bepalingen van de Vlaamse overheid, maar dat het aandeel van de materiaalkost licht daalt.  

Vanaf 1 september 2018, met het invoeren van het nieuwe DKO-decreet, dienen schoolbesturen de ontvangen inschrijvingsgelden niet meer integraal door te storten naar de Vlaamse overheid. De werkingsmiddelen worden verrekend in het doorstorten van de inschrijvingsgelden. Agodi zal, zonder tegenbericht, voor het nieuwe academiejaar de geïndexeerde tarieven hanteren.

• Decreet van 9 maart 2018 betreffende het deeltijds kunstonderwijs.
• Besluit van de Vlaamse Regering van 4 mei 2018 betreffende het opleidingsaanbod, de organisatie, de personeelsformatie, de inning van het inschrijvingsgeld en de certificering van het deeltijds kunstonderwijs.
• Omzendbrief DKO/2018/03 van 20 augustus 2018 betreffende inschrijvingen en toelatingsvoorwaarden in het deeltijds kunstonderwijs.

In zitting van 27 september 2021 stelde de gemeenteraad het retributiereglement vast voor de stedelijke academie voor muziek, woord en dans voor inschrijvingen voor het academiejaar 2021 - 2022.

De inschrijvingen voor het nieuwe academiejaar 2022 - 2023, starten begin juni 2022.

Vanaf academiejaar 2019-2020 indexeert de Vlaamse overheid jaarlijks de wettelijke tarieven op basis van de gezondheidsindex. Voor het nieuwe academiejaar betekent dit een stijging van:

• 5,00 euro voor het tarief voor kinderen en jongeren tussen 6 en 18 jaar of 4,00 euro voor het verminderd tarief;
• 10,00 euro voor het tarief voor jongvolwassenen in de leeftijdscategorie 18 - 24 jaar;
• 23,00 euro voor het tarief voor volwassenen of 10,00 euro voor het verminderd tarief.

Academies kunnen daarnaast een bijkomende retributie vragen voor het organiseren van deeltijds kunstonderwijs. De stedelijke academie voor muziek, woord en dans vraagt bovenop het inschrijvingsgeld een extra bijdrage in de werkingskosten en dit vanaf academiejaar 2017 - 2018. 

De wetgever laat toe om:

• verminderde tarieven te hanteren voor leerlingen die het financieel moeilijk hebben en hiervoor bewijsstukken kunnen voorleggen;
• verminderde tarieven te hanteren voor leerlingen die meerdere cursussen in een academie volgen of voor leerlingen waarbij andere personen van hun leefeenheid een cursus volgen;
• tarieven te laten stijgen naarmate de leerling een hogere graad volgt.

Voor het nieuwe academiejaar worden de inschrijvingstarieven geïndexeerd zoals bepaald door de Vlaamse overheid.  

De extra bijdrage per domein blijft ongewijzigd. De stedelijke academie voor muziek, woord en dans wenst voor de lessenreeks Pointes (10 lessen), niet gesubsidieerd door de Vlaamse overheid, een beperkte prijsstijging door te voeren van 40 euro naar 50 euro.

Vanaf 1 september 2018, met het invoeren van het nieuwe DKO-decreet, dienen schoolbesturen de ontvangen inschrijvingsgelden niet meer integraal door te storten naar de Vlaamse overheid. De werkingsmiddelen worden verrekend in het doorstorten van de inschrijvingsgelden. Agodi zal, zonder tegenbericht, voor het nieuwe academiejaar de geïndexeerde tarieven hanteren.

• Decreet van 9 maart 2018 betreffende het deeltijds kunstonderwijs.
• Besluit van de Vlaamse Regering van 4 mei 2018 betreffende het opleidingsaanbod, de organisatie, de personeelsformatie, de inning van het inschrijvingsgeld en de certificering van het deeltijds kunstonderwijs.
• Omzendbrief DKO/2018/03 van 20 augustus 2018 betreffende inschrijvingen en toelatingsvoorwaarden in het deeltijds kunstonderwijs.

Op 24 januari 2022 werd het nieuwe reglement houdende de toekenning van gratis restafvalzakken voor specifieke groepen van rechthebbenden goedgekeurd door de gemeenteraad. Het reglement breidde de categorie van rechthebbenden uit met gezinnen met pasgeboren kinderen waar er recht is op de verhoogde tegemoetkoming van de ziekteverzekering.

Onderstaande procedure werd opgenomen in het reglement voor de nieuwe categorie van rechthebbenden:

• Er wordt gewerkt met een automatische toekenning. 
•  Het Sociaal Huis haalt maandelijks een lijst van alle pasgeboren kinderen gedomicilieerd in Vilvoorde uit het bevolkingsregister. 
•  Het Sociaal Huis onderzoekt via de Kruispuntbank Sociale Zekerheid het recht op de verhoogde tegemoetkoming van de ziekteverzekering bij het gezinshoofd.
• Indien er recht is op de verhoogde tegemoetkoming van de ziekteverzekering ontvangen de gezinnen in kwestie een persoonlijke uitnodiging om de huisvuilzakken te komen ophalen in een peuterspeelpunt. 

Bij de eerste toepassing van de procedure werd vastgesteld dat bij gezinnen die met verschillende generaties samenwonen een verschil kan zitten tussen het recht op de verhoogde tegemoetkoming bij het gezinshoofd en het recht op de verhoogde tegemoetkoming bij de ouders van het pasgeboren kind. 

Het Sociaal Huis stelt voor onderstaande toevoeging in het reglement op te nemen:

• Bij gezinnen waarbij meerdere generaties op hetzelfde adres gedomicilieerd zijn, wordt het recht op de verhoogde tegemoetkoming van de ziekteverzekering bij de inwonende ouders van het pasgeboren kind onderzocht.

Het autonoom gemeentebedrijf Vilvoorde werd opgericht bij gemeenteraadsbesluit van 12 december 2005. De oprichting werd goedgekeurd bij ministerieel besluit van 14 april 2006. Ook werden de oorspronkelijke statuten aangenomen. De gemeenteraad paste de statuten aan in zitting van 16 december 2013, na gunstig advies van de raad van bestuur in zitting van 9 december 2013. De gemeenteraad paste de statuten aan in zitting van 27 september 2021, na gunstig advies van de raad van bestuur in zitting van 27 september 2021.

Het doel van het autonoom gemeentebedrijf Vilvoorde was de exploitatie van infrastructuren bestemd voor sportieve en culturele activiteiten alsmede het beheer van een deel van het onroerend goed van de stad Vilvoorde. Meer bepaald ging het over volgende infrastructuren:

• sportinfrastructuur van het park Drie Fonteinen (sportstadion);
• sportaccommodatie Hazeweide;
• stedelijk zwembad ’t Zeepaardje;
• cc Het Bolwerk;
• socio-culturele vleugel Tuchthuiscomplex. 

Tussen het stadsbestuur en het autonoom gemeentebedrijf Vilvoorde wordt een beheersovereenkomst gesloten. De huidige beheersovereenkomst (legislatuur 2019-2024) werd gesloten bij gemeenteraadsbesluit van 17 december 2019 en bij besluit van de raad van bestuur van 16 december 2019. Deze werd aangepast op 27 september 2021.

In zitting van 27 september 2021 keurde de gemeenteraad een prijssubsidieovereenkomst goed voor het vierde kwartaal van 2021.

In zitting van 29 november 2021 keurde de gemeenteraad een prijssubsidieovereenkomst goed voor het jaar 2022. Op 1 december 2021 startte de ticketverkoop van voorstellingen die plaats vinden in cc Het Bolwerk tijdens het eerste semester van 2022.

Op 11 juni 2022 start de ticketverkoop van voorstellingen die plaats vinden in cc Het Bolwerk tijdens het seizoen 2022-2023. 

De  prijssubsidieovereenkomst tussen het stadsbestuur Vilvoorde en autonoom gemeentebedrijf Vilvoorde voor het jaar 2022 dient aangepast te worden om de uitbetaling van prijssubsidies voor voorstellingen die plaats vinden in het najaar van 2022 mogelijk te maken en om voor de andere activiteiten van 2022 bij te sturen. Een bijsturing is nodig om rekening te houden met de tegenvallende resultaten van de jaarrekening van 2021, de tegenvallende resultaten van het eerste kwartaal en de verdere verwachtingen voor 2022 met veel hogere kosten dan initieel voorzien door de inflatie en de stijgende energieprijzen in het bijzonder.  

Er dient een prijssubsidieovereenkomst tussen het stadsbestuur Vilvoorde en autonoom gemeentebedrijf Vilvoorde afgesloten te worden voor het jaar 2023 om de uitbetaling van prijssubsidies voor voorstellingen die plaats vinden in het voorjaar van 2023 mogelijk te maken.  

• Decreet lokaal bestuur, artikels 225 en volgende.

Langsheen de Haesendonckstraat te Peutie is vanwege de huidige “elektrificatie” het noodzakelijk om ons bestaand elektriciteitsnet te verstevigen. Bestaande cabine 17 is echter te klein en dient vervangen te worden door nieuw grotere prefab-elektriciteitscabine.
Fluvius zal een hoogspanningscabine oprichten met een oppervlakte van 33,84 m² op een perceel openbaar domein zonder kadastergegevens, ter hoogte van het plein aan verkaveling Den Brand.
Deze cabine is vrijgesteld van vergunning gelet op het feit dat de cabine kleiner is dan 30 m³.

Er werd een overeenkomst opgesteld, die als basis kan dienen voor de eigenlijke akte.
Het opstalrecht is eeuwigdurend en zal een aanvang kennen bij het ondertekenen van de notariële akte.

Voor de opmaak van de definitieve authentieke akte zal Sibelgas de opdracht geven.

In gemeenteraadszitting van 19 april 2021 werd de ruil van de percelen Harensesteenweg ter hoogte van de huisnummers 48 en 58 goedgekeurd, alsook de verkoop van het perceel Harensesteenweg ter hoogte van huisnummer 58.
Het perceel Harensesteenweg ter hoogte van huisnummer 48 is eigendom van het stadsbestuur Vilvoorde. Het perceel Harensesteenweg ter hoogte van huisnummer 58 is eigendom van Zorgbedrijf Vilvoorde. Na de ruil zal de stad Vilvoorde overgaan tot de verkoop van het perceel Harensesteenweg ter hoogte van huisnummer 58. De stad Vilvoorde staat tevens in voor de sloop van het pand Harensesteenweg 48, ook na de ruil en verkoopprocedure.

• Burgerlijk wetboek.

Vanaf het academiejaar 2018 - 2019 werd het deeltijds kunstonderwijs hervormd door het decreet van 9 maart 2018.  Dit legt de inrichtende macht een aantal nieuwe bepalingen op zoals het vastleggen van de capaciteit voor de start van de inschrijvingen voor het nieuwe schooljaar.

In zitting van de gemeenteraad van 31 mei 2021 werd de capaciteitsbepaling voor het stedelijk deeltijds kunstonderwijs vastgesteld voor het academiejaar 2021 - 2022.

De inschrijvingen voor het academiejaar 2022 - 2023 starten begin juni 2022. Voor de start van de inschrijvingen moet de instelling haar capaciteit bepalen. De capaciteit is het totaal aantal leerlingen dat een schoolbestuur per niveau ziet als het maximaal aantal leerlingen. Het schoolbestuur bepaalt autonoom deze capaciteit en kan hierbij rekening houden met materiële omstandigheden of pedagogisch-didactische overwegingen. Volgens artikel 41 van het niveaudecreet van 9 maart 2018: "Een schoolbestuur kan de inschrijving van een persoon weigeren als het kan aantonen dat de capaciteit op het niveau van de opleiding waarvoor de regelmatige leerling zich wil inschrijven, ontoereikend is. Er kunnen wachtlijsten worden aangelegd. Als de capaciteit overschreden wordt, informeert het schoolbestuur de persoon over mogelijke alternatieven in de eigen of een andere academie".

De stedelijk academie voor beeldende kunsten Jan Portaels wenst het online inschrijven en het online betalen, voor het derde academiejaar op rij, mogelijk te maken voor de komende inschrijvingen, in samenwerking met het schooladministratieplatform mijnacademie.be (DKO3).

Wat betreft het onderwijsaanbod stelt de directeur voor om de capaciteit in de stedelijke academie voor beeldende kunsten Jan Portaels als volgt aan te passen:

• beeldatelier 1ste en 2de graad: vestigingsplaatsen in wijken Houtem en Faubourg worden niet meer ingericht wegens het niet meer voldoen van de lokalen aan de geldende normen. Vestigingsplaats Houtem wordt al drie jaar niet meer georganiseerd. Een heropstart zou mogelijk kunnen zijn na de ingebruikname van de nieuwe schoolgebouwen vanaf vermoedelijk september 2023. Vanaf 1 september 2021 werd ook de vestigingsplaats Faubourg opgeheven en konden de leerlingen terecht in de centrumschool.
• in de 4de graad, hoofdvestigingsplaats: optie levend model wordt niet meer ingericht.

• Decreet van 9 maart 2018 betreffende het deeltijds kunstonderwijs.
• Gemeenteraadsbeslissing van 27 november 2017 betreffende de integratie van de vzw Portaelsschool voor Beeldende Kunsten in het stedelijk onderwijsnet vanaf academiejaar 2018 - 2019.
• Gemeenteraadsbeslissing van 25 februari 2019 over het uitbreiden van het onderwijsaanbod in de stedelijke academie voor beeldende kunsten Jan Portaels vanaf academiejaar 2019 - 2020 met cluster 5 in de derde graad, in de vierde graad en in de kortlopende studierichting specialisatie.

Vanaf academiejaar 2018 - 2019 werd het deeltijds kunstonderwijs hervormd door het decreet van 9 maart 2018.  Dit legde ons als inrichtende macht een aantal nieuwe bepalingen op zoals het vastleggen van de capaciteit voor de start van de inschrijvingen voor het nieuwe academiejaar.

In zitting van de gemeenteraad van 31 mei 2021 werd de capaciteitsbepaling voor het stedelijk deeltijds kunstonderwijs vastgelegd voor het academiejaar 2021 - 2022.

De inschrijvingen voor het academiejaar 2022 - 2023 starten in juni 2022. Voor de start van de inschrijvingen moet de instelling haar capaciteit bepalen. De capaciteit is het totaal aantal leerlingen dat een schoolbestuur per niveau ziet als het maximaal aantal leerlingen. Het schoolbestuur bepaalt autonoom deze capaciteit en kan hierbij rekening houden met materiële omstandigheden of pedagogisch-didactische overwegingen. Volgens artikel 41 van het niveaudecreet van 9 maart 2018: "Een schoolbestuur kan de inschrijving van een persoon weigeren als het kan aantonen dat de capaciteit op het niveau van de opleiding waarvoor de regelmatige leerling zich wil inschrijven, ontoereikend is. Er kunnen wachtlijsten worden aangelegd. Als de capaciteit overschreden wordt, informeert het schoolbestuur de persoon over mogelijke alternatieven in de eigen of een andere academie".

De stedelijke academie voor muziek, woord en dans wenst haar capaciteit voor het nieuwe academiejaar als volgt aan te passen:

• in de eerste graad muziek wordt de optie muziekinitiatie en de optie domeinoverschrijdende initiatie muziek, woord en dans samengevoegd tot de optie initiatie. De capaciteit wordt eveneens gebundeld naar 5 klassen van telkens 15 leerlingen;
• in domein muziek wordt de aanzet gegeven tot de optie experimentele muziek in 3de jaar, 4de jaar en specialisatie. Deze optie wordt nog niet ingericht tijdens het academiejaar 2022 - 2023;
• in domein muziek, optie klassiek 3de graad wordt het vak muzikale culture vorming (MCV) voor de jongeren een extra klas van 22 leerlingen ingericht (in het huidige academiejaar werden 5 klassen voorzien voor 3.1, 3.2 en 3.3. Tijdens het nieuwe academiejaar wordt de capaciteit vastgesteld op 3 klassen 3.1 en 3 klassen 3.2 / 3.3);
• in domein dans optie hedendaagse dans in de derde graad wordt het danslab 3.2 en 3.3 samengevoegd tot 1 klas van 15 leerlingen.

Voor het derde schooljaar op rij zal de stedelijk academie voor muziek, woord en dans het online inschrijven en het online betalen mogelijk maken voor de komende inschrijvingen in samenwerking met het schooladministratieplatform mijnacademie.be (DKO3).

• Decreet van 9 maart 2018 betreffende het deeltijds kunstonderwijs.
• Gemeenteraadsbeslissing van 14 mei 2018 over het uitbreiden van het onderwijsaanbod in in het stedelijk deeltijds kunstonderwijs vanaf schooljaar 2018 - 2019.

Met e-mail van 31 maart 2022 vraagt de projectvereniging Brabantse Kouters Oost om de documenten in verband met de werking van 2021-2022 ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad.

Gezien de meerwaarde van een intergemeentelijke samenwerking rond bouwkundig erfgoed, landschappelijk erfgoed en archeologie en de complementariteit met de werking van Regionaal Landschap Brabantse Kouters vzw (RLBK) heeft RLBK in 2019 het initiatief genomen om samen met de steden en gemeenten in de Brabantse Kouters de oprichting van Intergemeentelijke Onroerend Erfgoeddiensten voor te bereiden.

Dit leidde tot de oprichting van twee projectverenigingen ter bevordering van de intergemeentelijke samenwerking rond onroerend erfgoed in de Brabantse Kouters: Brabantse Kouters Oost (gemeenten Kraainem, Machelen, Steenokkerzeel, Wezembeek-Oppem, Zaventem en Zemst en de stad Vilvoorde) en Brabantse Kouters West (gemeenten Asse, Grimbergen, Meise, Merchtem en Wemmel). De stad Vilvoorde stemde in met de oprichting van en toetreding tot de projectvereniging Brabantse Kouters Oost tijdens de zitting van de gemeenteraad van 25 november 2019. Tijdens dezelfde zitting werd ook de opmaak van een aanvraagdossier voor erkenning als Intergemeentelijke Onroerend Erfgoeddienst (IOED) bij de Vlaamse overheid goedgekeurd. 

De beide projectverenigingen (Brabantse Kouters Oost en Brabantse Kouters West) sloten een samenwerkingsovereenkomst af met Regionaal Landschap Brabantse Kouters vzw (RLBK) voor de uitvoering van de erfgoedwerking door RLBK.

Een erkenning als IOED (en bijhorende Vlaamse financiering) werd tijdens de eerste aanvraagronde in 2020 nog niet verleend door de Vlaamse overheid, maar op de vergadering van 16 november 2020 beslisten de raden van bestuur van beide projectverenigingen om:

• Een beperkte erfgoedwerking uit te bouwen in verhouding tot de financiële input vanuit de aangesloten gemeenten.
• Nauw samen te werken tussen de projectverenigingen Brabantse Kouters West en Brabantse Kouters Oost (gezamenlijke inhoudelijke werking, begroting, vergaderingen).
• Daarbij volgende inhoudelijke speerpunten voor 2021-2022-2023 naar voor te schuiven:
1. Herinventarisatie en valorisatie van bouwkundige erfgoed op de Vlaamse Inventaris.
2. De opmaak van een nieuw aanvraagdossier voor de erkenning als IOED in 2022.
3. Ondersteuning gemeenten i.k.v. funerair erfgoed.
4. Onderzoeken mogelijkheden tot samenwerken bij publiekswerking (bv. Open Monumentendag).
• RLBK de opdracht te geven een deeltijdse medewerker aan te werven om deze werking op te starten. Deze medewerker kwam in dienst van RLBK op 24 mei 2021.

Conform het decreet lokaal bestuur wordt de jaarrekening van de projectvereniging door de raad van bestuur besproken en voorlopig goedgekeurd. Dit gebeurde op de vergadering van 8 maart 2022. Conform ditzelfde decreet dient elke projectvereniging jaarlijks deze jaarrekening vervolgens formeel te laten goedkeuren door de gemeenteraden van de aangesloten gemeenten. 

De statuten van projectvereniging Brabantse Kouters Oost bepalen daarnaast bijkomend dat de planning en begroting (zoals beide voorgelegd en goedgekeurd op de vergadering van de raad van bestuur van 1 december 2021 en het jaarverslag (zoals voorgelegd en goedgekeurd op de vergadering van de raad van bestuur van 8 maart 2022) ook goedgekeurd dienen te worden door de gemeenteraad.

Dit besluit draagt bij aan de realisatie van het gemeentelijk erfgoedbeleid en houdt geen bijkomend financieel engagement in van de stad Vilvoorde.
De meerjarige financiële verbintenis vanuit de gemeente zoals beschreven in artikel 20 van de statuten werd reeds goedgekeurd op de vergadering van de gemeenteraad van 25 november 2019.
De gemeentebesturen cofinancieren de projectvereniging via een jaarlijkse subsidie die bestaat uit een vast basisbedrag van 2 500 euro en een variabele bijdrage op basis van het aantal inwoners. Elk gemeentebestuur betaalt voor de variabele bijdrage 0,11 euro per inwoner. Het bevolkingscijfer wordt vastgesteld aan de hand van de jongste gepubliceerde officiële statistieken van de overheid. Het volledige subsidiebedrag wordt jaarlijks aangepast volgens de gezondheidsindex met als referentie de index op het moment van oprichting van de projectvereniging.
De bijdragen worden jaarlijks aangepast op basis van de bevolkingscijfers volgens Statbel en geïndexeerd volgens de gezondheidsindex. De referentie voor indexering is de oprichtingsdatum van de IOED (gepland op 18 december 2019).

• Het Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, in het bijzonder Afd. 2 art. 404.
• De statuten van de projectvereniging Brabantse Kouters Oost, in het bijzonder hoofdstuk 3 art. 18.