2021_CBS_02746 - Vaststellen aanvullend reglement met betrekking tot de politie van het wegverkeer voor de gemeentewegen - Den Brand. - Beslissing

Op 21 augustus 2017 werd door het college van burgemeester en schepenen verkavelingsvergunning 427 afgeleverd die voorzag in de uitbreiding van Den Brand in oostelijke richting door de splitsing van de percelen en het aanleggen van een gemeenteweg ter ontsluiting. Op 27 december 2018 werd de inrichting van Den Brand besproken op het college van burgemeester en schepenen. Dit wordt hieronder kort hernomen. Om tegemoet te komen aan de bezorgheden van de bewoners van het bestaande (westelijke) deel van Den Brand kunnen ter hoogte van de verbinding tussen de beide verkavelingen paaltjes geplaatst worden om gemotoriseerd verkeer van de ene verkaveling naar de andere verkaveling te weren. Zo wordt het verkeer van beide verkavelingen (de nieuwe en de bestaande) van elkaar gescheiden. Op deze manier zou elke verkaveling haar eigen voertuigbewegingen moeten opvangen binnen de contour van de verkaveling. De wegenis binnen de nieuwe verkaveling is hier echter niet op afgestemd. De wegenis in het nieuwe, oostelijke deel van Den Brand is van een beperkte breedte, 6 meter inclusief voetpaden. Gemeten inclusief de goten is de rijloper slechts 3,6 meter breed. De rijloper exclusief goten is slechts 3,0 meter breed. Voor dubbelrichtingsverkeer is minstens 4,5 meter vereist. Het is aldus niet aangewezen dat er in het nieuwe deel van Den Brand in beide richtingen zal worden gereden.

De vergunning voor de bouw van 15 eengezinswoningen werd verleend op 18 februari 2019. De voorlopige oplevering van de wegenis van het nieuwe, oostelijke deel van Den Brand gebeurde op 23 december 2019. De eerste woningen in het nieuwe deel worden in gebruik genomen, waardoor het vaststellen van een verkeersregeling zich vandaag opdringt.

Door dubbelrichtingsverkeer in het oudere, westelijke deel van de verkaveling te behouden, ontstaat er de mogelijkheid dat het pleintje van de nieuwe verkaveling enigszins verkeersluw wordt, behalve in de ochtend- dan wel de avondspits. Er wordt voorgesteld om het enkelrichtingsverkeer in het nieuwe deel te organiseren van de Haesendonckstraat naar het oudere, westelijke deel van Den Brand. Dit zorgt ervoor dat de verkeersstromen tijdens de avondspits (toekomend verkeer) toch nog gescheiden kunnen gebeuren en dat er tijdens de avondspits een autoluwe zone ontstaat rond het nieuwe pleintje (westelijk einde van het nieuwe oostelijk deel). Dit kan enigzins tegemoetkomen aan de bezorgdheden van de bewoners van de westelijke, oudere verkaveling. Verder dient genoteerd te worden dat er op het kruispunt van de Haesendonckstraat met de oostelijke toegang tot Den Brand geen hoekafschuining werd voorzien waardoor uitrijdende wagens onvoldoende zicht zouden hebben op de rijbaan. Indien er enkel inrijdend verkeer is aan de oostelijke zijde, vormt dit geen probleem. De concentratie van in- of uitrijdend verkeer aan één van beide uiteindes, dat door het ontwerp van de verkaveling niet te vermijden valt, vindt in dit scenario enkel plaats voor uitrijdend verkeer aan de westelijke uitgang van Den Brand.

Het parkeerverbod in het bestaande deel van Den Brand en de voorrangsregeling op het kruispunt met de Haesendonkcstraat is aangeduid op terrein, maar had nog geen juridische grond in de vorm van een aanvullend reglement. Dit wordt met dit besluit rechtgezet: dit besluit vormt het eerste aanvullende reglement op het wegverkeer voor Den Brand.

De verkeerssignalisatie zal aansluitend in eigen beheer geplaatst worden voor zover deze nog niet door de ontwikkelaar geplaatst werd. Onderhavig aanvullend reglement betreft enkel gemeentewegen.

• Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij koninklijk besluit van 16 maart 1968.
• Decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens.
• Koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg.
• Ministerieel besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald.
• Uitvoeringsbesluit van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens.
• Ministeriële omzendbrieven van 3 april 2001 en 25 april 2003.
• Omzendbrief MOB/2009/1 van 3 april 2009.
• Gemeenteraadsbesluit van 19 september 2011 houdende het toevertrouwen van de bevoegdheid aanvullende reglementen op het wegverkeer op de gemeentewegen en op de gewest- en provinciewegen aan het college van burgemeester en schepenen.