De voorzitter van de gemeenteraad kan mededelingen doen vooraleer de eigenlijke zitting aanvangt.
Er wordt kennisgenomen van de mededelingen door de voorzitter:
De notulen en het zittingsverslag van de vergadering van de gemeenteraad worden onder de verantwoordelijkheid van de algemeen directeur opgesteld. De notulen worden ten minste acht dagen voor de dag van de vergadering ter beschikking gesteld van de gemeenteraadsleden.
Elk gemeenteraadslid heeft het recht tijdens de vergadering opmerkingen te maken over de redactie van de notulen van de vorige vergadering. Als die opmerkingen door de gemeenteraad worden aangenomen, worden de notulen in die zin aangepast. Als er geen opmerkingen worden gemaakt over de notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering worden de notulen als goedgekeurd beschouwd en worden ze ondertekend door de voorzitter van de gemeenteraad en de algemeen directeur.
De notulen van de zitting van 27 september 2021 worden als goedgekeurd beschouwd.
Bij besluit van 22 juni 2020 bekrachtigde de gemeenteraad de tijdelijke politieverordening bij hoogdringendheid van de burgemeester van 5 juni 2020 ter vervanging van Titel II van het horecareglement.
Concreet werd Titel II van het reglement, dat handelt over terrasvergunningen, tijdelijk opgeheven en vervangen door een politieverordening die de mogelijkheid biedt aan horeca uitbaters om een tijdelijke toelating te krijgen voor het plaatsen of uitbreiden van een horecaterras, en dit om de mogelijkheid te geven aan de uitbater om op een veilige manier, met inachtneming van de coronamaatregelen, voldoende klanten te kunnen laten plaatsnemen. De mogelijkheden tot het plaatsen van een terras, bijvoorbeeld om op de Grote Markt een ruimere zone in te nemen, werden daarmee uitgebreid.
Gezien de meeste maatregelen met betrekking tot de horecasector opgeheven zijn, is de tijdelijke politieverordening niet meer nodig:
er dient geen anderhalve meter afstand meer gehouden te worden tussen tafelgezelschappen, men mag opnieuw rechtstaand en aan de bar consumeren en vrij rond lopen in de zaak - in dat laatste geval dient wel een mondmasker gedragen te worden.
De mogelijkheid tot uitbreiding of plaatsing van uitzonderlijke horecaterrassen werd aangeboden opdat de uitbater op een veilige manier ongeveer evenveel klanten als voorheen zou kunnen ontvangen in de zaak of op het terras. Nu de afstandsregels tussen tafelgezelschappen weggevallen zijn, is de noodzaak tot uitbreidingen niet langer aanwezig. Men kan conform de huidige maatregelen de tafels in de zaak of op het terras opnieuw plaatsen zonder afstand in acht te moeten nemen.
Om die reden wordt voorgesteld de tijdelijke politieverordening op te heffen en de bepalingen van Titel II van het horecareglement opnieuw te laten gelden.
Alle horeca-uitbaters die een terrastoelating conform de tijdelijke politieverordening ontvingen, zullen in kennis worden gesteld van dit besluit en gevraagd worden de tijdelijke terrassen of tijdelijke uitbreidingen te verwijderen.
Het besluit van de burgemeester van 5 juni 2020 houdende het goedkeuren van een tijdelijke politieverordening bij hoogdringendheid ter vervanging van Titel II van het horecareglement, zoals bekrachtigd door de gemeenteraad in zitting van 22 juni 2020, wordt opgeheven.
De bepalingen van TITEL II. REGLEMENT OP TERRASSEN van het reglement betreffende de uitbating van horecazaken, nachtwinkels en private bureaus voor telecommunicatie, goedgekeurd bij gemeenteraadsbesluit van 22 februari 2021, treden in werking.
De toelatingen die aan de exploitanten van horecazaken werden afgeleverd conform de tijdelijke politieverordening, worden opgeheven. De exploitanten worden onverwijld van deze beslissing in kennis gesteld.
De jaarrekening van het autonoom gemeentebedrijf Vilvoorde (AG Vilvoorde) over het jaar 2020 werd door het directiecomité van het AG Vilvoorde op maandag 7 juni 2021 bezorgd aan het stadsbestuur. De raad van bestuur heeft in zitting van 28 juni 2021 de jaarrekening vastgesteld. In zitting van 28 juni 2021 gaf de gemeenteraad een positief advies bij de jaarrekening van het AG Vilvoorde over het jaar 2020.
De bestuurders zijn niet persoonlijk gebonden door de verbintenissen van het autonoom gemeentebedrijf. De bestuurders zijn aansprakelijk zonder hoofdelijkheid voor de tekortkomingen bij de normale uitoefening van hun bestuur. Bij overtredingen waaraan ze geen deel hebben gehad, worden de bestuurders van de aansprakelijkheid ontheven als hen geen schuld treft en als ze de overtredingen hebben aangeklaagd bij de gemeenteraad binnen een maand nadat ze er kennis van hebben gekregen. De gemeenteraad beslist jaarlijks over de aan de bestuurders te verlenen kwijting, na goedkeuring van de rekening door de toezichthoudende overheid. Die kwijting is alleen rechtsgeldig als de ware toestand van het autonoom gemeentebedrijf niet wordt verborgen door enige weglating of onjuiste opgave in de rekeningen of in de rapportering over de uitvoering van de beheersovereenkomst.
Als de toezichthoudende overheid geen besluit heeft verzonden binnen een termijn van honderdvijftig dagen wordt ze geacht de jaarrekening goed te keuren. Die termijn gaat in op de dag nadat de gemeente zowel de toezichthoudende overheid op de hoogte heeft gebracht van de bekendmaking van de jaarrekening (op 29 juni 2021), met toepassing van artikel 286, § 1, 3°, als de digitale rapportering erover aan de Vlaamse Regering heeft bezorgd (op 28 juni 2021).
De gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant heeft op 3 september 2021 de jaarrekening 2020 goedgekeurd. Het bestuur ontving hieromtrent op 15 september 2021 een brief. Op 14 september werden tevens per e-mail een paar technische opmerkingen bezorgd aan de algemeen directeur en de financieel directeur. Hiermee zal rekening gehouden worden bij de opmaak van de volgende beleidsrapporten.
Vorig jaar werden er geen opmerkingen ontvangen van de toezichthoudende overheid omtrent de jaarrekening van 2019 voor het einde van de toezichtstermijn (21 november 2020) en kon er pas in december kwijting verleend worden.
Met toepassing van artikel 332, §1, derde lid, worden het besluit van de gouverneur omtrent de goedkeuring van de jaarrekening ter kennis gebracht op de eerstvolgende vergadering van de raad.
Er wordt kennis genomen van het besluit van de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant van 3 september 2021 houdende de de goedkeuring van de jaarrekening over het jaar 2020 van AG Vilvoorde.
Er wordt kwijting verleend aan de raad van bestuur van het AG Vilvoorde m.b.t. de verrichtingen van het boekjaar 2020.
De jaarrekening van stad en OCMW Vilvoorde over het jaar 2020 werd vastgesteld door de raad voor maatschappelijk welzijn en de gemeenteraad in zitting van 28 juni 2021.
De toezichthoudende overheid keurt de jaarrekening goed op bepaalde voorwaarden. Als de toezichthoudende overheid geen besluit heeft verzonden naar de gemeente en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn binnen een termijn van honderdvijftig dagen wordt ze geacht de jaarrekening goed te keuren. Die termijn gaat in op de dag nadat de gemeente zowel de toezichthoudende overheid op de hoogte heeft gebracht van de bekendmaking van de jaarrekening (op 29 juni 2021)
, met toepassing van artikel 286, § 1, 3°, als de digitale rapportering erover aan de Vlaamse Regering heeft bezorgd met toepassing van artikel 250 (op 28 juni 2021).
De gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant keurde bij besluit van 3 september 2021 de jaarrekening 2020 goed. Het bestuur ontving hieromtrent op 15 september 2021 een brief. Op 14 september werden tevens per e-mail een paar technische opmerkingen bezorgd aan de algemeen directeur en de financieel directeur. Hiermee zal rekening gehouden worden bij de opmaak van de volgende beleidsrapporten.
Met toepassing van artikel 332, §1, derde lid, wordt dit besluit van de toezichthoudende overheid ter kennis gebracht op de eerstvolgende vergadering van de raad.
Vorig jaar werden er geen opmerkingen ontvangen van de toezichthoudende overheid omtrent de jaarrekening van 2019 voor het einde van de toezichtstermijn en werd de jaarrekening na verloop van deze toezichtstermijn geacht goedgekeurd te zijn.
Er wordt kennis genomen van het besluit van de gouverneur van 3 september 2021 houdende de goedkeuring van de jaarrekening over het jaar 2020 van stad en OCMW Vilvoorde.
In zitting van 23 september 2019 keurde de gemeenteraad het meerjarenplan 2020-2025 van de kerkraden van de katholieke erediensten goed.
Op 7 juni 2021 is er overleg geweest tussen het stadsbestuur, het centraal kerkbestuur en de kerkfabrieken over de jaarrekening 2020, toelagen, verkiezingen en budget(wijziging). De kerkraden hebben hun budget 2022 vastgesteld in de periode april-juli. Op 23 juli 2021 heeft het centraal kerkbestuur de budgetten 2022 ingediend via het digitaal platform Religiopoint bij het aartsbisdom Mechelen-Brabant.
Op 17 augustus 2021 werden de positieve adviezen ontvangen van het aartsbisdom Mechelen-Brabant. De budgetten werden gecoördineerd ingediend op 9 september 2021 via het digitaal platform Religiopoint.
De budgetten van Sint-Aloysius en Sint-Martinus passen binnen de meerjarenplannen die door de gemeenteraad werden goedgekeurd op 23 september 2019. Het budget van Sint-Antonius past binnen het meerjarenplan 2020-2025. Eerste wijziging, dat door de gemeenteraad werd goedgekeurd op 25 januari 2021. De budgetten van Onze-Lieve-Vrouw van Goede Hoop en Sint-Jozef passen binnen het meerjarenplan 2020-2025. Eerste wijziging, dat door de gemeenteraad werd goedgekeurd op 25 oktober 2021.
De gemeenteraad dient akte te nemen van budgetten die passen binnen het meerjarenplan binnen een termijn van 50 dagen.
Hieronder een overzicht van de totale exploitatie- en investeringstoelagen voor de stad in 2022.
Kerkfabriek | Exploitatietoelage 2022 | Investeringstoelage 2022 |
Onze-Lieve-Vrouw van Goede Hoop | 29 204,23 | 0,00 |
Sint-Aloysius van Gonzaga | 0,00 | 0,00 |
Sint-Antonius Abt | 5 832,58 | 0,00 |
Sint-Jozef | 0,00 | 46 000,00 |
Sint-Martinus | 0,00 | 0,00 |
TOTAAL | 35 036,81 | 46 000,00 |
Kerkfabriek Onze-Lieve-Vrouw van Goede Hoop (Centrum)
In het budget wordt er voor 2022 beroep gedaan op een exploitatietoelage van de stad ten bedrage van 29 204,23 euro. Er wordt geen investeringstoelage gevraagd. De stad is eigenaar van de kerk en voorziet de nodige investeringen zelf in het eigen meerjarenplan.
Kerkfabriek Sint-Aloysius van Gonzaga (Koningslo)
In het budget wordt er voor 2022 geen beroep gedaan op een exploitatie- of investeringstoelage van de stad. De kerkfabriek heeft in 2020-2021 de volledige renovatie van de elektriciteitsinstallatie van de kerk, alsook installatie van zonnepanelen op het dak en een vernieuwing van de vloerbekleding ingepland. Deze investeringen lopen achter op schema. Dit wordt volgend jaar via budgetwijziging wellicht terug overgedragen naar een volgend boekjaar.
Kerkfabriek Sint-Antonius Abt (Houtem)
In het budget wordt er voor 2022 beroep gedaan op een exploitatietoelage van de stad ten bedrage van 5 832,58 euro. Er wordt geen investeringstoelage gevraagd. De stad is eigenaar van de kerk en voorziet de nodige investeringen zelf in het eigen meerjarenplan.
Kerkfabriek Sint-Jozef (Far-West)
In het budget wordt er voor 2022 geen beroep gedaan op een exploitatietoelage van de stad. De kerkfabriek plant in 2022 vernieuwing van de elektrische installatie (26 000 euro) en de plaatsing van een nieuwe gasketel voor de verwarming van de kerk (20 000 euro). Voor deze investeringen wordt bekeken of er toelagen kunnen verkregen worden van het gewest, maar voorlopig worden ze integraal ingeschreven in de kredieten van de stad als investeringstoelage.
Kerkfabriek Sint-Martinus (Peutie)
In het budget wordt er voor 2022 geen beroep gedaan op een exploitatie- of investeringstoelage van de stad. Door het saldo van de verkoop van enkele patrimoniumonderdelen in vorige jaren en overboeking van exploitatie-overschot naar investeringen vraagt de kerkfabriek geen investeringstoelage aan de stad voor geplande investeringen (herstellingen aan de buitenkant van de kerk (3 000 euro) en provisie voor investeringen pastorie voor eventuele herstellingen (1 000 euro)).
De gemeenteraad dient akte te nemen van het budget dat past binnen het meerjarenplan.
Er wordt akte genomen van de budgetten 2022 van de kerkraden van Onze-Lieve-Vrouw van Goede Hoop, Sint-Aloysius van Gonzaga, Sint-Antonius Abt, Sint-Jozef en Sint-Martinus.
In zitting van 23 september 2019 keurde de gemeenteraad het meerjarenplan 2020-2025 van de kerkraden van de katholieke erediensten goed.
De kerkraad van Onze-Lieve-Vrouw van Goede Hoop keurde op 27 mei 2021 een tweede budget- en meerjarenplanwijziging goed wegens meer uitgaven en minder inkomsten door corona.
Op 8 juli 2021 werd de budget- en meerjarenplanwijziging bij het centraal kerkbestuur ingediend, die het op zijn beurt op 1 september 2021 voor advies aan het aartsbisdom Mechelen-Brabant bezorgde. Het aartsbisdom gaf een positief advies op 16 september 2021. Het centraal kerkbestuur diende de meerjarenplanwijziging gecoördineerd in op 16 september 2021 via het digitaal platform Religiopoint.
Op 7 juni 2021 is er overleg geweest tussen het stadsbestuur, het centraal kerkbestuur en de kerkfabrieken en werd deze budgetwijziging toegelicht. In de budgetwijziging van 2021 worden de kosten voor de verzekering en onroerende voorheffing Hoveniersstraat ingeschreven. Door fusie met Faubourg (Heilige Wivina) zijn deze kosten erbij gekomen. Tevens zijn de inkomsten fel verminderd omdat er slechts beperkt erediensten konden doorgaan door corona (bv. begin 2021 waren er geen vieringen omdat er slechts 15 aanwezigen toegelaten waren in een kerkgebouw tot 7 maart 2021, erna maximum 50 aanwezigen ouder dan 12 jaar). Minder omhalingen dus en ook minder inkomsten uit huwelijken en begrafenissen.
De gemeenteraad dient de meerjarenplanwijziging goed te keuren binnen de 100 dagen na het advies van het aartsbisdom.
De meerjarenplanwijziging 2 voor 2020-2025 van kerkfabriek Onze-Lieve-Vrouw van Goede Hoop wordt goedgekeurd.
In zitting van 23 september 2019 keurde de gemeenteraad het meerjarenplan 2020-2025 van de kerkraden van de katholieke erediensten goed.
De kerkraad van Sint-Jozef keurde op 17 juni 2021 een budget- en meerjarenplanwijziging goed om de saldi van enkele exploitatierekeningen in overeenstemming te brengen met de huidige situatie en om een gedeelte van de investeringstoelage van 2021 (26 000 euro) over te brengen naar 2022.
Op 25 juni 2021 werd de budget- en meerjarenplanwijziging bij het centraal kerkbestuur ingediend, die het op zijn beurt op 1 september 2021 voor advies aan het aartsbisdom Mechelen-Brabant bezorgde. Het aartsbisdom gaf een positief advies op 16 september 2021. Het centraal kerkbestuur diende de meerjarenplanwijziging gecoördineerd in op 16 september 2021 via het digitaal platform Religiopoint.
In de budgetwijziging van 2021 worden de saldi van enkele exploitatierekeningen in overeenstemming gebracht met de huidige situatie en wordt een gedeelte van de investeringstoelage van 2021 (26 000 euro) overgedragen naar 2022. Hierdoor is de gemeentelijke bijdrage hoger dan wat is opgenomen in het goedgekeurde meerjarenplan 2020-2025, waardoor dus een meerjarenplanwijziging nodig is.
De gemeenteraad dient de meerjarenplanwijziging goed te keuren binnen de 100 dagen na het advies van het aartsbisdom.
De meerjarenplanwijziging 2 voor 2020-2025 van kerkfabriek Sint-Jozef wordt goedgekeurd.
De kerkraad van Onze-Lieve-Vrouw van Goede Hoop keurde op 27 mei 2021 een budget- en meerjarenplanwijziging goed wegens meer uitgaven en minder inkomsten door corona.
Op 8 juli 2021 werd de budget- en meerjarenplanwijziging bij het centraal kerkbestuur ingediend, die het op zijn beurt op 24 juli 2021 voor advies aan het aartsbisdom Mechelen-Brabant bezorgde. Het aartsbisdom gaf een positief advies op 17 augustus 2021. Het centraal kerkbestuur diende de budgetwijziging gecoördineerd in op 9 september 2021 via het digitaal platform Religiopoint.
Op 7 juni 2021 is er overleg geweest tussen het stadsbestuur, het centraal kerkbestuur en de kerkfabrieken en werd deze budgetwijziging toegelicht. In de budgetwijziging van 2021 worden de kosten voor de verzekering en onroerende voorheffing Hoveniersstraat ingeschreven. Door fusie met Faubourg (Heilige Wivina) zijn deze kosten erbij gekomen. Tevens zijn de inkomsten fel verminderd omdat er slechts beperkt erediensten konden doorgaan door corona (bv. begin 2021 waren er geen vieringen omdat er slechts 15 aanwezigen toegelaten waren in een kerkgebouw tot 7 maart 2021, erna maximum 50 aanwezigen ouder dan 12 jaar). Minder omhalingen dus en ook minder inkomsten uit huwelijken en begrafenissen.
Bij besluit van 25 oktober 2021 keurde de gemeenteraad de tweede wijziging van het meerjarenplan 2020-2025 goed.
De gemeenteraad dient akte te nemen van een budgetwijziging die past binnen het meerjarenplan.
De gemeenteraad neemt akte van de budgetwijziging 1 voor dienstjaar 2021 van kerkfabriek Onze-Lieve-Vrouw van Goede Hoop.
De kerkraad van Sint-Aloysius van Gonzaga keurde op 21 april 2021 een budgetwijziging goed wegens overdracht ongebruikt investeringskrediet van 2020 naar 2021. Op 29 juni 2021 werd de budgetwijziging bij het centraal kerkbestuur ingediend, die het op zijn beurt op 24 juli 2021 voor advies aan het aartsbisdom Mechelen-Brabant bezorgde. Het aartsbisdom gaf een positief advies op 17 augustus 2021. Het centraal kerkbestuur diende de budgetwijzigingen gecoördineerd in op 9 september 2021 via het digitaal platform Religiopoint.
Op 7 juni 2021 is er overleg geweest tussen het stadsbestuur, het centraal kerkbestuur en de kerkfabrieken en werd deze budgetwijziging toegelicht.
In het initiële meerjarenplan 2020-2025 waren er investeringen gepland voor 2020 die nog niet volledig konden uitgevoerd worden. De resterende investeringsuitgave van 2020 ten bedrage van 61 500 euro voor de vernieuwing van de elektriciteitsinstallatie en de plaatsing van zonnepanelen wordt overgedragen naar 2021, samen met de gemeentelijke investeringstoelage van 43 050 euro en de gewestelijke toelage van 25 187 euro. De werken kunnen pas starten als de gewestelijke toelage bevestigd wordt.
De gemeenteraad dient akte te nemen van een budgetwijziging die past binnen het meerjarenplan.
Er wordt akte genomen van de budgetwijziging 1 voor dienstjaar 2021 van kerkfabriek Sint-Aloysius van Gonzaga wegens overdracht ongebruikte investeringskredieten van 2020.
De kerkraad van Sint-Jozef keurde op 17 juni 2021 een budgetwijziging goed om de saldi van enkele exploitatierekeningen in overeenstemming te brengen met de huidige situatie en om een gedeelte van de investeringstoelage van 2021 (26 000 euro) over te brengen naar 2022.
Op 21 juni 2021 werd de budgetwijziging bij het centraal kerkbestuur ingediend, die het op zijn beurt op 24 juli 2021 voor advies aan het aartsbisdom Mechelen-Brabant bezorgde. Het aartsbisdom gaf een positief advies op 17 augustus 2021. Het centraal kerkbestuur diende de budgetwijziging gecoördineerd in op 9 september 2021 via het digitaal platform Religiopoint.
Bij besluit van 25 oktober 2021 keurde de gemeenteraad de tweede wijziging van het meerjarenplan van kerkfabriek Sint-Jozef goed.
De gemeenteraad dient akte te nemen van een budgetwijziging die past binnen het meerjarenplan.
Er wordt akte genomen van de budgetwijziging 2 voor dienstjaar 2021 van kerkfabriek Sint-Jozef.
In zitting van 23 september 2019 keurde de gemeenteraad het meerjarenplan 2020-2025 van de Protestantse kerk William Tyndale-Silo goed.
De bestuursraad van de Protestantse kerk William Tyndale-Silo heeft op 9 september 2021 het budget 2022 vastgesteld. Op 13 september 2021 heeft de dienst Financiën het budget 2022 van de Protestantse kerk William Tyndale-Silo ontvangen per e-mail. Op 14 september 2021 werd een positief advies ontvangen van de Administratieve Raad van de Protestants-Evangelische Eredienst.
In het budget 2022 wordt er geen beroep gedaan op een exploitatie- of investeringstoelage van de stad. Het budget past binnen het meerjarenplan dat door de gemeenteraad werd goedgekeurd op 23 september 2019.
De kerkgemeente heeft in het verleden eigendommen verkocht en hierdoor een investeringsoverschot gerealiseerd. Dit investeringsoverschot wordt aangewend om de erfpacht van het Tuchthuiscomplex te betalen aan autonoom gemeentebedrijf Vilvoorde. De erfpacht loopt van 21 december 2009 tot 7 juni 2106 met een wisselende vergoeding: jaarlijks 9 998,66 euro tot en met 2035, jaarlijks 4 952,53 euro van 2036 tot en met 2058, jaarlijks 1 euro van 2059 tot en met 2105 en 3 euro in 2106.
De investeringsontvangst van 10 000 euro wordt ingeschreven om de som van investeringsuitgaven en ontvangsten gelijk aan nul te krijgen, wat een evenwichtsvoorwaarde is volgens artikel 9 van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 oktober 2006. Aangezien de kerkgemeente zelfbedruipend is, mag hier echter gemotiveerd van afgeweken worden. In realiteit worden er geen investeringsontvangsten gerealiseerd en stelt dit geen probleem.
De gemeenteraad dient akte te nemen van het budget dat past binnen het meerjarenplan.
Er wordt akte genomen van het budget 2022 van de Protestantse kerk William Tyndale-Silo.
Het is wenselijk om een retributie te heffen op huwelijken die buiten de gewone diensturen worden voltrokken omdat hiervoor bijkomende diensten van het personeel worden vereist, en dus extra personeelskosten betekent.
In de gemeenteraadszitting van 17 december 2019 werd het retributiereglement op huwelijksplechtigheden voor een termijn eindigend op 31 december 2025 goedgekeurd.
Het stadsbestuur krijgt af en toe de vraag om huwelijken op een ander moment te laten plaatshebben dan hetgeen voorzien is in het huidig retributiereglement.
Het is aangewezen om de uren lichtjes te wijzigen. Het beginuur wordt een half uur vervroegd; dit wordt 10.30 u. Er wordt ook de mogelijkheid voorzien om op een specifieke datum (andere dag bijvoorbeeld) een huwelijk te laten plaatshebben, na overleg met de ambtenaar van de burgerlijke stand.
Bijgevolg dient het retributiereglement herzien worden. Aan de retributie zelf wijzigt er niets.
Gemeenteraadsbeslissing van 17 december 2019 betreffende de retributie op huwelijksplechtigheden.
Het retributiereglement op huwelijksplechtigheden wordt vastgesteld.
Het reglement maakt integraal deel uit van dit besluit.
Het besluit van 17 december 2019 houdende het vaststellen van het retributiereglement op huwelijksplechtigheden wordt opgeheven.
Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 november 2021.
In de erfpachtovereenkomst betreffende de pachthoeve Drie Fonteinen die met HEEM nv werd afgesloten, is bepaald dat HEEM nv de renovatie van de pachthoeve Drie Fonteinen financiert en het onderhoud op lange termijn garandeert. HEEM nv plant in de pachthoeve Drie Fonteinen een co-housing project van ongeveer 12 woonentiteiten met een horecazaak.
Opdat HEEM nv een erfgoedpremie volgens de standaardprocedure zou kunnen aanvragen bij het Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE) voor de verbouwingswerken aan de pachthoeve Drie Fonteinen, was er dringend nood aan een geïntegreerd beheersplan voor het Domein Drie Fonteinen. Het geïntegreerd beheersplan voor het Domein Drie Fonteinen moet naast de beheersdoelstellingen voor natuurbehoud en bosbeheer ook de beheersdoelstellingen bevatten van al het aanwezige onroerend erfgoed in het park Drie Fonteinen (pachthoeve Drie Fonteinen, ruiterijcomplex Drie Fonteinen, oranjerie, Lendrikkapel, Spaans huisje,...).
Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 5 juli 2021 om een overheidsopdracht op te starten voor de opmaak van een geïntegreerd beheersplan, erfgoedbeheersplan en natuurbeheerplan voor het Domein Drie Fonteinen. In zitting van 12 juli 2021 gunde het college van burgemeester en schepenen de studieopdracht voor het opmaken van een geïntegreerd beheersplan, erfgoedbeheersplan en natuurbeheerplan voor het Domein Drie Fonteinen aan Erfgoed & Visie bv, Lierselei 84, 2390 Malle.
Het erfgoedbeheersplan bevat de beheersdoelstellingen voor het bouwkundig erfgoed, het landschappelijk erfgoed en het archeologisch erfgoed en wordt opgemaakt door het bureau Erfgoed & Visie in opdracht van de stad Vilvoorde. Het natuurbeheerplan bevat de doelstellingen in verband met ecologie, beheer, landschap, cultuurhistorie, recreatie, … en wordt opgemaakt door het bureau Mieco-effect in opdracht van het Agentschap voor Natuur en Bos. Beide plannen zullen samengevoegd worden tot een geïntegreerd beheersplan. De coördinatie hiervan gebeurt door het bureau Erfgoed & Visie.
Het bekomen van een goedgekeurd geïntegreerd beheersplan is niet haalbaar binnen de timing omdat voor de opmaak van het natuurbeheerplan alle seizoenen moeten doorlopen worden. In een vooroverleg met het Agentschap Onroerend Erfgoed is overeengekomen dat in eerste instantie de focus zal liggen op het bekomen van een goedgekeurd erfgoedbeheersplan, en dit vóór eind december 2021.
Een beheersplan heeft een looptijd van 24 jaar. De eigenaar is niet verplicht het beheersplan (integraal) uit te voeren; een goedgekeurd beheersplan legt geen actieve verplichtingen op aan de eigenaar. Het bepaalt echter wel het ‘dwingend’ kader waarbinnen toekomstige werken worden uitgevoerd. Deze moeten stroken met de beheersdoelstellingen uit het beheersplan. Zijn de beheersdoelstellingen niet meer passend, dan moet een aanpassing van het beheersplan aangevraagd worden of er moet een nieuw beheersplan opgemaakt worden.
Het beheersplan bevat eveneens aanbevelingen met betrekking tot het regulier onderhoud dat nodig is om het erfgoed als een voorzichtig en redelijk persoon te beheren. Het beheersplan heeft bijgevolg ook een impact op het onderhoud van de erfgoedelementen die erin opgenomen zijn.
Niettegenstaande de beheersmaatregelen uit het beheersplan niet afdwingbaar zijn, zijn ze wel een leidraad voor goed onderhoud van het erfgoed en het behoud van de erfgoedwaarden ervan.
Voor werkzaamheden en beheersmaatregelen die noodzakelijk zijn voor het behoud of de herwaardering van de erfgoedkenmerken van het exterieur van het onroerend erfgoed in het Domein Drie Fonteinen, kan een erfgoedpremie bekomen worden. Het basispremiepercentage bedraagt 40%. Indien kan aangetoond worden dat het onroerend goed al minimaal 6 jaar goed onderhouden wordt (o.a. aan de hand van een onderhoudslogboek) kan een aanvullende premie van 10% toegekend worden.
Voor preventieve en periodieke onderhoudswerken die geen impact hebben op de erfgoedwaarden kan geen betoelaging bekomen worden. Regulier onderhoud dat specifiek gericht is op de erfgoedwaarden van het beschermd goed, komt enkel in aanmerking voor een financiële ondersteuning als het voorkomt op de vastgestelde lijst met forfaitaire werkzaamheden opgesomd in artikel 11.2.1 1° van het Onroerenderfgoedbesluit.
Het erfgoedbeheersplan voor het Domein Drie Fonteinen wordt goedgekeurd.
Het erfgoedbeheersplan maakt integraal deel uit van dit besluit.
Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de uitvoering van dit besluit.
Door mevrouw Lotte Maes wonende te Ravenshout - zone 2 2002 te 3980 Tessenderlo en YVES MAES BVBA met als contactadres Ravenshout zone 2 2002 te 3980 Tessenderlo, werd een aanvraag tot omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen en de exploitatie van een of meerdere ingedeelde inrichtingen of activiteiten ingediend voor het optimaliseren, herinrichten en uitbreiden van een afvalverwerkende bedrijfssite.
Het betreft een perceel, gelegen in de Willemsstraat (Jan Frans) 121 te Vilvoorde en Cokeriestraat 1, 2 en Zennestraat 2 te Grimbergen en met als kadastrale omschrijving: sectie B nrs. 229E, 229C, 232M, 232K, 232H, 232L, 246K, afdeling 3 sectie E nrs. 115C, 115N en 115V.
De aanvraag tot omgevingsvergunning werd in eerste administratieve aanleg ingediend bij de deputatie van de provincie Vlaams-Brabant. De deputatie is de vergunningverlenende overheid in eerste administratieve aanleg omwille van de ligging van het gewenste project op twee gemeente (stad Vilvoorde en gemeente Grimbergen).
De aanvraag tot omgevingsvergunning omvat aanpassingen die betrekking hebben op gemeentewegen. Conform artikel 31 van decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning moet de gemeenteraad beslissen over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg.
De uiterste termijn voor een beslissing door de deputatie van de provincie Vlaams-Brabant voor dit dossier is 18 december 2021. Om een beslissing te kunnen nemen is een beslissing door de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg vereist.
Beschrijving
Voorliggende aanvraag betreft afschaffen van een gemeenteweg (een voormalige buurtweg) en wijzigen van bijhorende rooilijn in het kader van een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen en de exploitatie van een of meerdere ingedeelde inrichtingen of activiteiten voor het optimaliseren, herinrichten en uitbreiden van een afvalverwerkende bedrijfssite. Meer concreet beoogt men:
Het wijzigen van een rooilijn en afschaffen van een gemeenteweg (voormalige buurtweg) die loopt van de Willemsstraat (Jan-Frans) tot de gemeentegrens met de gemeente Grimbergen. De buurtweg heeft een breedte van 15,00 meter over de gehele lengte en een oppervlakte van 5 148m². De gemeenteweg is enkel juridische en niet feitelijk aanwezig. In de actuele toestand is de ligging van de buurtweg gedeeltelijk bebouwd met industriële constructies (o.a. voormalige gascentrale). Op het gedeelte van de projectsite van de aanvraag is de site deels braakliggend, deels voorzien van verhardingen, en deels overbouwd met een magazijn.
Openbaar onderzoek
Gedurende het openbaar onderzoek dat liep van 1 juli 2021 tot en met 30 juli 2021 werden geen bezwaarschriften ingediend.
Adviezen
Onderstaande advies met betrekking tot de aanleg, wijziging verplaatsing, of opheffing van een gemeenteweg werden ontvangen en wordt als volgt beoordeeld:
"De aanvraag situeert zich deels binnen binnen de grenzen van het RUP Asiat-Darse dat momenteel in opmaak is, meer bepaald in deelzone 1 centrale. Deelzone 1 wordt beschouwd als een zone voor bedrijvigheid, meer bepaald watergebonden en energie producerende bedrijvigheid. Het betreft een zone met een oppervlakte van ruim 23ha, waar nog veel kansen liggen voor bedrijvigheid, mits er zorgvuldig wordt omgegaan met de ruimte. Het is in feite een voormalige monofunctionele site, die geleidelijk aan ad hoc verkaveld wordt. Dat is geen goed ruimtelijke uitgangspunt. Een overheidsingrijpen is noodzakelijk. Er is nood aan structuur in deze zone om de doelstellingen van ruimtelijk rendement, efficiënt ruimtegebruik en watergebondenheid te kunnen waarmaken. Het onzorgvuldig aansnijden van ruimte gaat in tegen dit principe. Om de ruimte in de toekomst te laten functioneren dient de ontsluiting van de zone worden geregeld en de toegang tot het dok worden gevrijwaard. In het RUP zal de (publieke) toegankelijkheid van deze zone geregeld worden.
Voorliggende aanvraag wordt dan ook negatief geadviseerd door onze dienst. De aanvraag gaat immers tegen de principes van zorgvuldig ruimtegebruik en ruimte-efficiëntie, die los van het RUP, overal gelden en in tweede instantie hypothekeert ze ook de ruimtelijke ordening in het gebied."
Dit advies wordt gevolgd.
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen met betrekking tot de aanleg wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening voetgangersverkeer.
Toetsing aan de doelstellingen en principes van het gemeentewegendecreet
Bij toepassing van artikel 31 van het omgevingsdecreet dient de gemeenteraad zich uit te spreken over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg, en over de eventuele opname in het openbaar domein. Hierbij moet rekening gehouden worden met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen.
Ligging
Conform art. 4 van het gemeentewegendecreet is een wijziging, verplaatsing of afschaffing van een gemeenteweg een uitzonderingsmaatregel die afdoende gemotiveerd moet worden. Afschaffing wordt hierbij als laatste mogelijkheid aanzien, welke enkel wenselijk is als andere oplossingen niet voorhanden zijn. De aanvrager motiveert de afschaffing van de gemeenteweg als volgt:
"Buurtweg volgens uittreksel Atlas der Buurtwegen dd 03/10/1921 start aan de wegzate van de Willemsstraat (Jan Frans) t.h.v. kruising Zenne & perceel Elia. Hierna loopt deze over de site van Engie naar het Noorden toe tot aan de oude bedding van de Zenne. De huidige situatie geeft duidelijk weer dat deze Buurtweg ondertussen werd overbouwd i.f.v. gascentrale van Engie (voorheen Electrabel). Het volledige perceel vroeger was volledig omheind en vertoonde nergens sporen van de wegzate van de Buurtweg. Het gedeelte waarvoor Maes een omgevingsvergunning aanvraagt, bevat het Noordelijkste deel van de Buurtweg. Momenteel is dit deel deels braakliggend, deels voorzien van verharding (wegenis) en overbouwd met een magazijn. Het is dan ook een logisch gevolg dat deze Buurtweg kan afgeschaft worden (of verlegd worden in de wegzate van de Willemsstraat (Jan Frans))."
Uit het advies van de dienst SPSO van de stad Vilvoorde blijkt echter dat het stadsbestuur bezig is met het opmaken van een Ruimtelijk Uitvoeringsplan (RUP) dat een gedeelte omvat van de projectsite van de aanvraag, meer specifiek het gedeelte ten oosten van de Willemsstraat (Jan-Frans) waar de betreffende gemeenteweg gelegen is. Hierbij wordt aangegeven dat om de ruimte in de toekomst te laten functioneren, er ontsluiting van de zone moet worden geregeld en de toegang tot het dok worden gevrijwaard, en dat in het RUP de (publieke) toegankelijkheid van deze zone geregeld zal worden. De afschaffing van deze gemeenteweg staat loodrecht op dit principe, er wordt door de aanvrager immers niet onderzocht op alternatieve, bijvoorbeeld of het niet aangewezen is dat de gemeenteweg wordt verplaatst i.p.v. afgeschaft. Op deze manier kan reeds worden ingespeeld op de doelstellingen van het RUP en wordt de ontsluiting van de verschillende gebieden gevrijwaard. Het louter afschaffen van de gemeenteweg belemmert deze mogelijkheid, er werden geen alternatieve opties onderzocht. De motivatie van de aanvrager om de gemeenteweg af te schaffen is in zijn geheel te beperkt en onvoldoende duidelijk waarom de afschaffing van de gemeenteweg juist absoluut noodzakelijk is. Er wordt enkel gemotiveerd dat een afschaffing noodzakelijk is voor de gewenste aanvraag tot omgevingsvergunning te realiseren. De gemeenteweg die men wenst af te schaffen ligt slechts voor een gedeelte op de projectsite waarvoor een omgevingsvergunning wordt aangevraagd, met de noodzaak of behoefte voor de andere gronden waarover de gemeenteweg loopt wordt geen rekening gehouden. Bijgevolg wordt vastgesteld dat er niet wordt voldaan aan de motivatieplicht die een afschaffing als uitzonderingsmaatregel rechtvaardigt.
Tevens is de afschaffing strijdig met 5° van artikel 4 van gemeentewegen decreet, namelijk "dat bij de de afweging voor wijzigingen aan het wegennet rekening moet gehouden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder daarbij de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen, daarbij moeten de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen worden". Uit het advies van de dienst SPSO blijkt duidelijk dat de toekomstige behoeften in het gedrang worden gebracht door het opheffen van de gemeenteweg, er is naar toekomstige ontsluiting van de achterliggende gronden weldegelijk nood aan een gemeenteweg.
Gelet op het voorgaande wordt geoordeeld dat voor het aspect ligging de opheffing van de gemeenteweg niet aanvaardbaar is.
Breedte
Voorliggende aanvraag voorziet uitsluitend in het afschaffen van een gemeenteweg met een breedte van 15,00 meter.
Opname in het openbaar domein
Voorliggende aanvraag voorziet uitsluitend in het afschaffen van een gemeenteweg met een breedte van 15,00 meter, er worden geen nieuwe gronden opgenomen bij het openbaar domein. De gronden waarop de gemeenteweg gelegen is, zijn heden geen openbaar domein maar private eigendom.
Er wordt kennisgenomen van het volledige aanvraagdossier en de bijhorende plannen voor wat betreft de 'aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg'.
De opheffing van de gemeenteweg wordt geweigerd, de bestaande rooilijn blijft ongewijzigd.
Overheidsopdracht met geraamde uitgave hoger dan 30 000 euro exclusief btw.
In overeenstemming met het besluit van 22 februari 2021 houdende de vaststelling van het begrip 'dagelijks bestuur' is de vaststelling van de opdrachtdocumenten en de plaatsingsprocedure van een overheidsopdracht de bevoegdheid van het uitvoerend orgaan:
In alle overige gevallen is het beleidsorgaan bevoegd.
Toelichting bij de opdracht:
Om de dienst Openbaar Domein en Mobiliteit te ondersteunen wordt een opdracht uitgeschreven voor de begeleiding van en de opmaak van ontwerpen infrastructurele ingrepen in het kader van de wijkcontracten.
In het kader van de opdracht “Aanstellen van een extern studiebureau voor de opmaak van ontwerpen in kader van de wijkcontracten” werd een bestek met nr. ODM/2020-01 opgesteld door de dienst Openbaar Domein en Mobiliteit.
De uitgave voor deze opdracht indicatief wordt geraamd op 289 000,00 euro exclusief btw of 353 190,00 euro btw inbegrepen.
Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de openbare procedure.
Als limietdatum voor het indienen van de offertes wordt 9 november 2021 om 16.00 uur voorgesteld.
Het bestek met nr. ODM/202-01 en de raming voor de opdracht “Aanstellen van een extern studiebureau voor de opmaak van ontwerpen in kader van de wijkcontracten”, opgesteld door de dienst Openbaar Domein en Mobiliteit worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt indicatief 289 000,00 euro exclusief btw of 353 190,00 euro btw inbegrepen.
Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de openbare procedure.
De aankondiging van de opdracht wordt ingevuld en bekendgemaakt op nationaal niveau.
Vlaanderen en de lokale besturen slaan d.m.v. het Lokaal Energie- en Klimaatpact de handen in elkaar om samen de nodige transitie in het energie- en klimaatbeleid waar te maken. Aan de hand van concrete en herkenbare werven wil men inzetten op krachtdadig beleid. Er wordt hierbij ingezet op een gelijktijdige bottom-up en top-down aanpak. Beide actoren, de Vlaamse overheid en de lokale besturen geven aan werk te maken van concrete engagementen zoals hieronder vermeld:
Lokale besturen engageren zich om:
De Vlaamse overheid engageert zich om:
In zitting van 23 september 2019 besliste het college van burgemeester en schepenen het klimaatengagement 2030 van de provincie Vlaams-Brabant tijdens een gezamenlijk officieel ondertekeningsmoment op 18 oktober 2019 in Leuven, te ondertekenen.
In zitting van 23 november 2020 besliste de gemeenteraad het klimaatplan Vilvoorde 2030 goed te keuren en opdracht te geven om de maatregelen vermeld in het Klimaatplan 2030 als Sustainable Energy & Climate Action Plan (SECAP) in te dienen bij het Covenant of Mayors Office als opvolging van de SEAP 2020.
Door de ondertekening van het Lokaal Energie- en Klimaatpact geeft de stad aan actie te ondernemen om de doelstellingen vermeld in de onderstaande werven, waar te maken. De doelstellingen zijn bepaald voor Vlaanderen,.
1. Laten we een boom opzetten
2. Verrijk je wijk
3. Elke buurt deelt en is duurzaam bereikbaar
4. Water het nieuwe goud
Dit Energie- en Klimaatpact is voor de stad een extra financiële ondersteuning waarbij de 4 werven perfect aansluiten bij de doelstellingen van het goedgekeurde klimaatplan 2030 van Vilvoorde. Niet alleen naar opschaling van bepaalde (succesvolle) klimaatacties maar ook naar extra personeelsondersteuning is dit een noodzakelijke aanvulling voor de klimaatdoelstellingen en de klimaatacties van de stad. We weten dat een veelvoud van deze budgetten noodzakelijk zal zijn voor het behalen van de doelstellingen maar het is zeker een stimulans om lokale accenten te versterken en het klimaatbeleid verder te verankeren in de verschillende beleidsdomeinen.
Op deze manier kan de stad zijn pioniersrol op vlak van klimaat- en energiebeleid nog versterken en blijven inzetten op het betrekken van alle actoren van de stad om samen verder te groeien naar een duurzaam en klimaatbestendig Vilvoorde van morgen.
De stad Vilvoorde treedt toe tot het lokaal Energie- en Klimaatpact.
Het pact maakt integraal deel uit van dit besluit.
De burgemeester wordt gemachtigd om het pact te ondertekenen.
Een afschrift wordt toegestuurd naar de Vlaamse overheid.
Tegen 1 januari 2023 moeten sociale huisvestingsmaatschappijen (SHM) en sociale verhuurkantoren (SVK) één woonactor vormen met maar één speler per gemeente: de woonmaatschappij. Elke woonmaatschappij moet in een uniek, niet-overlappend werkingsgebied opereren. De werkingsgebieden moeten bovendien uit aaneensluitende gemeenten bestaan en deze gemeenten dienen te behoren tot eenzelfde referentieregio.
Om de werkingsgebieden te bepalen, krijgen de lokale besturen een trekkersrol. Aan elke gemeente wordt gevraagd een advies met betrekking tot de afbakening van een werkingsgebied te formuleren bij de Vlaamse Regering.
Het advies moet in onderling overleg met de betrokken gemeenten worden bereikt, moet besproken zijn op het lokaal woonoverleg, en dient gedragen te zijn door de gemeenteraad. Bovendien moeten alle betrokken woonactoren (sociale huisvestingsmaatschappijen en sociale verhuurkantoren) het advies van de betrokken gemeenten adviseren.
Voor Vilvoorde betekent dit dat het advies van Inter-Vilvoordse Maatschappij voor Huisvesting (IVMH), Providentia en SVK Webra toegevoegd moeten worden aan het eigen advies.
De stad Vilvoorde wenst het huidig werkingsgebied van IVMH te behouden en zal een advies met betrekking tot de afbakening van een werkingsgebied indienen bestaande uit de gemeenten Machelen en Vilvoorde. Dit is ook door het gemeentebestuur van Machelen gedragen.
Op 15 september 2021 werd dit advies besproken tijdens een intergemeentelijk woonoverleg. De verschillende woonactoren waren hierop aanwezig en hebben hun advies (of onthouding daarvan) meegedeeld tijdens het overleg:
SVK Webra geeft aan dat op basis van het financieringsmodel dat heden voorligt, de SVK-werking in kleinere werkingsgebieden in het gedrang komt, daar men pas vanaf 50 SVK-woningen een reguliere werkingssubsidie ontvangt. In gebieden waar dat aantal niet gehaald wordt (zoals in Vilvoorde-Machelen, waar het huidig aantal SVK-woningen 30 bedraagt), kan men niet rekenen op een werkingssubsidie en enkel op een beperkte opstartsubsidie. Zelfs werkingsgebieden met het aantal SVK-woningen tussen 50 en 150 zijn volgens Webra nog altijd problematisch, aangezien de financiering dan nog altijd ontoereikend is. SVK Webra geeft aan dat een ontoereikende financiering een performante huurbegeleiding onmogelijk kan maken. De vrees is dan ook dat de nieuwe woonactor de SVK-taken onvoldoende zal kunnen uitoefenen. Bij de afbakening van de werkingsgebieden dienen de lokale besturen er echter op toe te zien dat de SVK-expertise gewaarborgd blijft in de toekomstige woonactor. Webra vreest dat dit in Vilvoorde-Machelen omwille van het financieringsmodel in het gedrang komt en geeft daarom een negatief advies.
Tot slot wordt aan de gemeenten gevraagd om een voorstel in te dienen op welke wijze de verdeling van stemrechten zal gebeuren tussen de gemeenten die deel uitmaken van het werkingsgebied. De lokale besturen moeten samen over minstens 50% plus één stemrechten in de nieuwe woonmaatschappij beschikken. De onderlinge verdeling van de stemrechten tussen de gemeenten moet gebeuren op basis van objectieve criteria in functie van het sociaal woonbeleid. Dit kan bijvoorbeeld het aantal huishoudens en/of het aantal sociale woningen zijn. Indien de gemeenten geen voorstel indienen, zal de Vlaamse Regering een verdeling bepalen op basis van objectieve criteria.
Voorgesteld wordt een verdeling tussen Machelen en Vilvoorde vast te leggen van respectievelijk 25 en 75% van de stemrechten, dit op basis van het aantal huishoudens in beide gemeenten.
Een advies aan de Vlaamse Regering wordt uitgebracht om stad Vilvoorde tot een werkingsgebied van de toekomstige woonmaatschappij met volgende gemeenten te laten behoren: Machelen, Vilvoorde.
Dit besluit wordt ter kennis gebracht aan de provinciegouverneur, zoals bepaald in artikel 330 e.v. van het decreet lokaal bestuur.
Het meerjarenplan van de stad Vilvoorde voorziet onder actie AC000193 de opdracht om via een samenwerkingsverband met het Centrum Algemeen Welzijn Halle-Vilvoorde (CAW), een toewijzings- en begeleidingsbeleid voor noodopvang uit te werken. Momenteel worden middels een dergelijk samenwerkingsverband al 5 noodwoningen uitgebaat in het pand Harensesteenweg 105. Dit pand is in eigendom van de stad. Door de verouderde staat van dit gebouw en de geplande sloop op middellange termijn is echter een structurele oplossing nodig. Tegelijk is duidelijk dat meer noodwoningen nodig zijn om tegemoet te komen aan de sociale noden in de stad.
Daarom wordt gekeken naar andere locaties voor uitbouw van noodwoningen, in samenwerking met het CAW. Daarbij werd het potentieel van pand Harensesteenweg 172-174 onderzocht middels een volumestudie. Hieruit blijkt dat deze locatie geschikt is voor een twaalftal noodwoningen (in studiovorm). Dit bouwprogramma kost 1 495 078,18 euro.
Voor financiering van dit project kijkt het CAW naar middelen uit het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoongebonden Aangelegenheden (VIPA). De stad Vilvoorde van haar kant heeft subsidies bij Wonen Vlaanderen gevraagd en verkregen voor dit project, voor een totaal van 747 539,09 euro. Bijkomend voorziet de stad een buffer van 250 000 euro voor financiering van onverwachte of onvoorziene kosten.
Indien het CAW geen VIPA-subsidie ontvangt, of indien de partners de financiering van het project niet sluitend krijgen, vervalt de intentieovereenkomst.
Het CAW zal in dit project optreden als bouwheer, na het verkrijgen van een erfpacht met looptijd dertig jaar. De stad ondersteunt het CAW technisch en stort ook de nodige bedragen door voor financiering van het project. De voortgang van het project wordt bewaakt via een stuurgroep waarin zowel CAW als stad vertegenwoordigd zijn.
Uiteindelijk zal elk van de partners de helft van de noodwoningen kunnen toewijzen. Het dagelijkse beheer en onderhoud valt ten laste van het CAW, de grotere structurele kosten (vervangen van ketels, dak, enz...) zijn ten laste van de stad. Na dertig jaar wordt het gebouw kosteloos overgedragen aan de stad.
Om de afspraken te formaliseren en de toekomstige samenwerking vorm te geven wordt een intentieovereenkomst opgemaakt. Deze zal later omgezet worden in enerzijds een erfpachtovereenkomst en anderzijds een beheersovereenkomst voor beheer en toewijzing van de woningen.
De intentieovereenkomst betreffende bouw en uitbating van noodwoningen Harensesteenweg 172-174 wordt goedgekeurd.
De voorzitter van de gemeenteraad en de algemeen directeur worden gemachtigd om de overeenkomst te ondertekenen.
Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de uitvoering van dit besluit.
Een afschrift van dit besluit wordt toegestuurd naar CAW Halle-Vilvoorde.
Het decreet betreffende het deeltijds kunstonderwijs verplicht elke academie om een academiereglement op te stellen. Dit regelt de betrekkingen tussen het schoolbestuur en de leerlingen en desgevallend de personen die het ouderlijk gezag uitoefenen of in rechte of in feite de minderjarige leerling onder hun bewaring hebben. Het academiereglement dient een aantal verplichte elementen te bevatten zoals bepaald in artikel 58 van het decreet betreffende het deeltijds kunstonderwijs.
De academiereglementen voor het deeltijds kunstonderwijs voor dit schooljaar werden goedgekeurd in zitting van de gemeenteraad van 28 juni 2021.
De directies van de stedelijke academie voor muziek, woord en dans en de stedelijke academie voor beeldende kunsten Jan Portaels hebben het academiereglement voor het schooljaar 2021 - 2022 opgesteld op basis van het model van de Onderwijsvereniging van Steden en Gemeenten (afgekort naar OVSG). Indien wijzigingen noodzakelijk zouden blijken in de loop van het schooljaar worden deze voorgelegd.
In de loop van de maand september 2021, werden directies en administratie geïnformeerd over volgende wijzigingen. OVSG paste het model academiereglement aan.
Voorgesteld wordt om de twee aangepaste academiereglementen goed te keuren.
Het gewijzigde academiereglement van de stedelijke academie voor muziek, woord en dans voor het schooljaar 2021-2022 wordt goedgekeurd.
Het gewijzigde academiereglement voor de stedelijke academie voor beeldende kunsten Jan Portaels voor het schooljaar 2021-2022 wordt goedgekeurd.
Het academiereglement wordt bij elke inschrijving van een leerling en nadien bij elke wijziging, ter beschikking gesteld (op papier of via een elektronische drager) aan de meerderjarige leerling en de ouders van de minderjarige leerling, die ondertekenen voor akkoord.
De academiereglementen maken integraal deel uit van dit besluit.
Met e-mail van 19 oktober 2021 vraagt de heer Remy Esquiliche, gemeenteraadslid, om volgend punt op de agenda te plaatsen:
De eerste ultrasnelle IONITY-laadpalen zijn op woensdag 6 oktober jl. aan de Living Tomorrow-campus in Vilvoorde, ingehuldigd. Minister Peeters heeft de ambitie om elke 25 kilometer van de belangrijkste Vlaamse verkeersassen te voorzien van snelle of ultrasnelle laadinfrastructuur.
We weten allemaal hoe belangrijk de bereikbaarheid en nabijheid van laadpalen is voor het vertrouwen in het elektrisch rijden. Verschillende steden en gemeenten werken aan de uitbreiding van een snellaadnetwerk en trekken hiermee de kaart van de elektrische wagens. Het concept van een snellaadstation krijgt hiermee ook meer aandacht. In amper een kwartier tijd, kan men laden om weer 300 kilometer verder te rijden. Er zijn verschillende providers op de markt, maar zij hebben natuurlijk nood aan gronden.
1/ Heeft Vilvoorde ingetekend voor de oproep naar locaties voor het installeren van snelle of ultrasnelle laadinfrastructuur?
2/ Is Vilvoorde bereid om in overleg te gaan om bv via concessie het concept van snellaadstations mogelijk te maken in onze stad?
Er wordt kennisgenomen van de interpellatie van de heer Remy Esquiliche, gemeenteraadslid en van het antwoord van het bevoegd lid van het college van burgemeester en schepenen.
Met e-mail van 19 oktober 2021 vraagt de heer Remy Esquiliche, gemeenteraadslid, om volgend punt op de agenda te plaatsen:
Ik heb hierover al verschillende vragen gesteld en had graag een laatste stand van zaken ontvangen. Mijn laatste vraag dateert van april jl.
Begin 2021 zouden de voorbereidingen voor de uitrol van het project starten en tegen maart 2021 zou er gecommuniceerd worden met de buurt om in april officieel te starten. Helaas kent het project vertraging, zoals de bevoegde schepen in april zelf aangaf. De studie werd exact één jaar geleden in oktober afgehandeld, met verschillende beheermodellen tot gevolg.
Gezien de timing had ik graag een stand van zaken ontvangen wat dit dossier betreft. Waar zitten we concreet met de uitrol van het project en de communicatie richting de buurtbewoners? Hoe verloopt het overleg met de mogelijke aanbieders? Quid abonnementsformule en prijsbepaling?
Er wordt kennisgenomen van de interpellatie van de heer Remy Esquiliche, gemeenteraadslid en van het antwoord van het bevoegd lid van het college van burgemeester en schepenen.
Met e-mail van 19 oktober 2021 vraagt mevrouw Christel Herbosch, gemeenteraadslid, om volgend punt op de agenda te plaatsen:
Er wordt kennisgenomen van de interpellatie van mevrouw Herbosch, gemeenteraadslid en van het antwoord van het bevoegd lid van het college van burgemeester en schepenen.
Met e-mail van 19 oktober 2021 vraagt de heer Aimen Horch, gemeenteraadslid, om volgend punt op de agenda te plaatsen:
Jullie hebben ze ook zien, de borden aan de fietsenstalling van het station die fietsers signaleren dat ze hun fiets moeten weghalen voor de werken aan de Benoit Hanssenslaan beginnen. Onze fractie vindt het goed dat de fietsenstalling wordt opgeruimd en dat er een tijdelijke vervanging komt voor de verlaagde stallingscapaciteit tijdens de werken.
Ongetwijfeld zal deze operatie leiden tot het inzamelen van een hoop weesfietsen. Wij hadden enkele vragen bij wat er gebeurt met deze fietsen:
Daarnaast vroeg onze fractie zich af of we deze weesfietsen niet voor sociale doeleinden konden gebruiken. Dit bestuur wil terecht dat mensen de fiets vaker gebruiken. Om dat mogelijk te maken, moeten we ook inwoners met een kleiner portefeuille meenemen in ons beleid. De voorraad weesfietsen die wordt ingezameld zou na een opknapbeurt kunnen gebruikt worden om een fietsbibliotheek te starten. Of men kan deze fietsen aan een gereduceerde prijs aanbieden aan stadsgenoten die een vrijetijdspas hebben. Staat het bestuur open om oplossingen te zoeken zodat in de toekomst alle burgers kunnen profiteren van de mooie fietspaden die in onze stad worden aangelegd?
Er wordt kennisgenomen van de interpellatie van de heer Aimen Horch, gemeenteraadslid en van het antwoord van het bevoegd lid van het college van burgemeester en schepenen.
Met e-mail van 19 oktober 2021 vraagt de heer Dries Verhaeghe, gemeenteraadslid, om volgend punt op de agenda te plaatsen:
Enkele weken geleden maakte het stadsbestuur bekend dat er sport- en speelelementen zullen komen op de betreffende locatie in afwachting van nieuwe bebouwing.
In welke mate is deze beslissing doorgesproken met de wijkbewoners en past deze beslissing binnen de initiatieven van de wijkcontracten?
Waarom is er niet geopteerd om de betreffende sport- en speelelementen in het Duchépark zelf te plaatsen en op de onlangs vrijgekomen ruimte in (tijdelijke) parkeerruimte te voorzien?
Naast de nood aan dergelijke parkeerruimte vormt ook (het gebrek aan) de algemene handhaving (vooral ’s avonds en ’s nachts) al langer een bekommernis van de wijkbewoners.
Bestaat de kans dat de aanwezigheid van hangjongeren ook de nieuwe sport- en speelelementen parten zullen spelen, bijvoorbeeld door vandalisme? Worden hiervoor voorzieningen getroffen?
Er wordt kennisgenomen van de interpellatie van de heer Dries Verhaeghe, gemeenteraadslid en van het antwoord van het bevoegd lid van het college van burgemeester en schepenen.
Met e-mail van 19 oktober 2021 vraagt de heer Dries Verhaeghe, gemeenteraadslid, om volgend punt op de agenda te plaatsen:
Op 13 oktober werd in de commissie samenleving het (lokale Vilvoordse) coronabeleid besproken. Vanuit de N-VA-fractie werd (nogmaals) gewezen op het belang van eenduidige en transparante communicatie vanuit het stadsbestuur omtrent coronamaatregelen. Iets wat alle aanwezigen konden onderschrijven en waar door de burgemeester grootmoedig werd toegegeven dat er in het verleden dingen op dat vlak beter hadden gekund.
Bovendien heeft het (t.o.v. Vlaanderen) langer aanhouden van de nachtklok, het langer verbieden van sportactiviteiten aan -12 jarigen, het aankondigen van een CST in Vilvoordse horecazaken (wat dan weer werd tegengesproken binnen het stadsbestuur zelf) en vele andere (aankondigingen van eventuele) maatregelen de toestand op het eerste zicht niet verbeterd. Onze stad blijft achteraan bengelen wat betreft de vaccinatiegraad en het terugdringen van het aantal besmettingen. Het draagvlak om corona(maatregelen) ernstig te nemen is met dergelijk wispelturig beleid ons inziens ook niet toegenomen.
Typerend was ook het gegeven dat de voltallige meerderheid (en dus inclusief de burgemeester) op de laatste gemeenteraad nog het burgemeesterbesluit bekrachtigde waardoor het sluitingsuur van 01u ‘s nachts voor onze horeca en evenementen voor onbepaalde duur in voege bleef. De N-VA-fractie stemde tegen. Drie dagen later besliste de burgemeester dan toch om het sluitingsuur te schrappen. Op zich een goede beslissing, maar waarom dat niet drie dagen eerder kon, is ons tot op heden een raadsel. Het had de duidelijkheid naar onze Vilvoordse horeca-uitbaters alleen maar ten goede kunnen komen.
Blijkbaar worden er ook geen lessen getrokken, want drie dagen na de betreffende commissie volgde alweer het nieuwe coronaballonnetje van de burgemeester. Nu liet hij weten dat hij erover nadacht het CST in te voeren in de fitnesscentra, maar ook daar bestaat tot op heden (deze vraag wordt ingediend op 19 oktober 2021) totaal geen duidelijkheid over.
Gelet bovenstaande hadden wij dan ook graag een antwoord gekregen op volgende vragen:
• Welke meerwaarde ziet u zelf in het steevast aankondigingen van intenties zonder concrete uitwerking?
• Is het niet beter pas maatregelen aan te kondigen wanneer die volledig zijn doorgesproken (met andere overheden en/of binnen uw eigen stadsbestuur) en concreet ingevoerd kunnen worden?
• Heeft u zelf het gevoel dat uw aankondigingspolitiek in schril contrast staat met de behaalde resultaten op het terrein?
• Heeft u zelf het gevoel dat uw aankondigingspolitiek het draagvlak om samen te strijden tegen Corona niet ten goede komt?
• Wat zal u in de toekomst doen om wel tot eenduidige en transparante communicatie te komen en goed beleid te voeren?
Er wordt kennisgenomen van de interpellatie van de heer Dries Verhaeghe, gemeenteraadslid en van het antwoord van het bevoegd lid van het college van burgemeester en schepenen.
Met e-mail van 19 oktober 2021 vraagt de heer Jan Anciaux, gemeenteraadslid, om volgend punt op de agenda te plaatsen:
De Werkvennootschap voert in de Meeuwenlaan de werken uit op het Ringtrambus-traject.
De gezinnen die daar wonen zijn over het algemeen bereid om de overlast er nog een klein half jaar bij te nemen met het vooruitzicht op een mooie nieuwe straat.
Ook de vriendelijkheid van de werkmannen wordt steeds aangehaald.
Maar er is wel een belangrijke klacht : Het grindpad tegen de perceelsgrenzen is niet verlicht.
Tijdens de wintermaanden worden de dagen korter. De mensen gaan ’s morgens naar hun werk in de duisternis en komen ’s avonds terug in de duisternis.
Met de obstakels, van nog aan te sluiten buizen en roosters, die overvloedig aanwezig zijn, is de toestand ronduit gevaarlijk. Ernstige verwondingen zullen dan ook niet uitblijven.
Bijkomend is het zonder straatverlichting zo donker dat heel wat inwoners zich niet meer veilig voelen in hun straat. Ik hoop dat de criminaliteitscijfers in de winter niet zullen stijgen.
De Werkvennootschap kan geen oplossing aanreiken en Fluvius, die de openbare verlichting beheert, heeft niet voorzien om een tijdelijke verlichting te plaatsen.
Gaat de stad een oplossing forceren ?
Wanneer gaat een tijdelijke werfverlichting geplaatst worden?
Er wordt kennisgenomen van de interpellatie van de heer Jan Anciaux, gemeenteraadslid en van het antwoord van het bevoegd lid van het college van burgemeester en schepenen.
Om de verspreiding van het coronavirus tegen te gaan, zijn reeds tal van maatregelen opgelegd. De huidige maatregelen op het federale niveau zijn vervat in het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, zoals gewijzigd op 27 september 2021.
Op 20 augustus 2021 communiceerde het Nationaal Overlegcomité, dat bijeenkwam om de huidige stand van de pandemie te beoordelen, dat vanaf 1 september 2021 een aantal nieuwe versoepelingen van kracht gingen gaan. De reden voor deze versoepelingen was het behalen van een vaccinatiegraad van 70% in België. Vanaf 1 september werden alle geldende beperkingen die waren opgelegd aan de horecasector, waaronder het sluitingsuur van 01u00, opgeheven, met uitzondering van het dragen van een mondmasker bij verplaatsingen in de horecazaak en het verbod op dansen. Daarnaast verviel eveneens het sluitingsuur van 01u00 voor de inrichtingen die behoren tot de culturele, feestelijke, sportieve, recreatieve en evenementensector. Ook evenementen konden vanaf 1 september doorgaan tot na 01u00. Tot slot was het niet langer verplicht om een mondmasker te dragen in de publiek toegankelijke ruimtes van de lokale besturen.
Op 23 augustus 2021 was de lokale crisiscel van Vilvoorde bijeengekomen om de lokale situatie te bespreken. Uit officiële cijfers bleek immers dat zowel wat het aantal besmettingen als de vaccinatiegraad betreft er een sterk verschil was tussen Vilvoorde en het Vlaams gemiddelde.
Gezien het significante verschil in aantal besmettingen en de vaccinatiegraad was het noodzakelijk om bijkomende maatregelen op te leggen in Vilvoorde om het aantal besmettingen te beperken. Zo was het noodzakelijk om het sluitingsuur van 01u00 in de horeca en in de inrichtingen die behoren tot de culturele, feestelijke, sportieve, recreatieve en evenementensector te behouden overwegende dat in het Brussels Gewest deze beperking eveneens werd behouden. Er bestond immers een risico dat mensen uit Brussel zich zouden verplaatsen naar de voornoemde inrichtingen in Vilvoorde. Ook voor evenementen was een dergelijk sluitingsuur noodzakelijk. Daarnaast was het noodzakelijk dat burgers een mondmasker blijven dragen in de publiek toegankelijke ruimtes van de stedelijke diensten.
Artikel 27 van het voornoemde ministerieel besluit van 28 oktober 2020 bepaalt dat de bevoegde lokale overheden, in overleg met de bevoegde overheden van de gefedereerde entiteiten, aanvullende preventieve maatregelen kunnen nemen ten opzichte van deze voorzien in het ministerieel besluit. In casu is de bevoegde lokale overheid de burgemeester die krachtens artikel 133 van de nieuwe gemeentewet bevoegd is om uitvoering te geven aan de politiewetten, de politiedecreten, de politieverordeningen en de politiebesluiten. Bovendien is de burgemeester krachtens artikel 134 van de nieuwe gemeentewet bevoegd om in geval van oproer, kwaadwillige samenscholing, ernstige stoornis van de openbare rust of andere onvoorziene gebeurtenissen, waarbij het geringste uitstel gevaar of schade zou kunnen opleveren voor de inwoners, politieverordeningen te maken, onder verplichting om daarvan onverwijld aan de gemeenteraad kennis te geven, met opgave van de redenen waarom hij heeft gemeend zich niet tot de raad te moeten wenden.
Gezien destijds de volgende zitting van de gemeenteraad pas op 27 september 2021 plaats zou vinden was de burgemeester genoodzaakt om krachtens artikel 134 van de nieuwe gemeentewet op 27 augustus 2021 zelf een politieverordening uit te vaardigen waarin de voornoemde verstrengingen werden opgenomen. Enige verdere vertraging van bijkomende verordenende maatregelen kon immers de verspreiding van het coronavirus bij de inwoners van Vilvoorde tot gevolg hebben. Aldus was er sprake van een situatie waarbij het geringste uitstel gevaar of schade zou kunnen opleveren voor de inwoners in de zin van artikel 134 van de nieuwe gemeentewet. Deze verordening werd door de gemeenteraad bekrachtigd in zitting van 27 september 2021.
Op 17 september 2021 heeft het Nationaal Overlegcomité nieuwe versoepelingen wat betreft de federale maatregelen aangekondigd die ingaan vanaf 1 oktober 2021. Deze versoepelingen werden vervat in het wijzigingsbesluit van 27 september 2021 van het voornoemde Ministerieel Besluit. Ten gevolge van deze versoepelingen is op 30 september 2021 de Vilvoordse crisiscel bijeengekomen om de huidige situatie te bespreken. Gelet op het feit dat er een stabilisatie in het aantal besmettingen is en dat de vaccinatiegraad beter is dan op 27 augustus 2021 kunnen een aantal beperkingen uit de verordening van 27 augustus 2021 worden geschrapt. Zo is het niet langer noodzakelijk om de openingsuren van inrichtingen die behoren tot de horeca-, culturele, feestelijke, sportieve, recreatieve en evenementensector te beperken van 05.00 uur tot 01.00 uur. Gezien ook het Brussels Gewest deze maatregel vanaf 1 oktober 2021 schrapt is er niet langer een risico dat mensen uit het Brussels Gewest zich zullen verplaatsen naar Vilvoorde voor de voornoemde inrichtingen te bezoeken na 01.00 uur. De mondmaskerplicht in de publiek toegankelijke ruimtes dient wel te worden weerhouden gezien de huidige besmettings- en vaccinatiegraad. Bij besluit van 30 september 2021 schrapte de burgemeester een aantal verplichtingen en wijzigde hiertoe de aanvullende politieverordening van 27 augustus 2021.
De gemeenteraad dient het besluit van de burgemeester te bekrachtigen.
Het besluit van de burgemeester van 30 september 2021 houdende het wijzigen van de aanvullende politieverordening van 27 augustus 2021 in uitvoering van het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, wordt bekrachtigd.