Tegen 1 januari 2023 moeten sociale huisvestingsmaatschappijen (SHM) en sociale verhuurkantoren (SVK) één woonactor vormen met maar één speler per gemeente: de woonmaatschappij. Elke woonmaatschappij moet in een uniek, niet-overlappend werkingsgebied opereren. De werkingsgebieden moeten bovendien uit aaneensluitende gemeenten bestaan en deze gemeenten dienen te behoren tot eenzelfde referentieregio.
Om de werkingsgebieden te bepalen, krijgen de lokale besturen een trekkersrol. Aan elke gemeente wordt gevraagd een advies met betrekking tot de afbakening van een werkingsgebied te formuleren bij de Vlaamse Regering.
Het advies moet in onderling overleg met de betrokken gemeenten worden bereikt, moet besproken zijn op het lokaal woonoverleg, en dient gedragen te zijn door de gemeenteraad. Bovendien moeten alle betrokken woonactoren (sociale huisvestingsmaatschappijen en sociale verhuurkantoren) het advies van de betrokken gemeenten adviseren.
Voor Vilvoorde betekent dit dat het advies van Inter-Vilvoordse Maatschappij voor Huisvesting (IVMH), Providentia en SVK Webra toegevoegd moeten worden aan het eigen advies.
De stad Vilvoorde wenst het huidig werkingsgebied van IVMH te behouden en zal een advies met betrekking tot de afbakening van een werkingsgebied indienen bestaande uit de gemeenten Machelen en Vilvoorde. Dit is ook door het gemeentebestuur van Machelen gedragen.
Op 15 september 2021 werd dit advies besproken tijdens een intergemeentelijk woonoverleg. De verschillende woonactoren waren hierop aanwezig en hebben hun advies (of onthouding daarvan) meegedeeld tijdens het overleg:
SVK Webra geeft aan dat op basis van het financieringsmodel dat heden voorligt, de SVK-werking in kleinere werkingsgebieden in het gedrang komt, daar men pas vanaf 50 SVK-woningen een reguliere werkingssubsidie ontvangt. In gebieden waar dat aantal niet gehaald wordt (zoals in Vilvoorde-Machelen, waar het huidig aantal SVK-woningen 30 bedraagt), kan men niet rekenen op een werkingssubsidie en enkel op een beperkte opstartsubsidie. Zelfs werkingsgebieden met het aantal SVK-woningen tussen 50 en 150 zijn volgens Webra nog altijd problematisch, aangezien de financiering dan nog altijd ontoereikend is. SVK Webra geeft aan dat een ontoereikende financiering een performante huurbegeleiding onmogelijk kan maken. De vrees is dan ook dat de nieuwe woonactor de SVK-taken onvoldoende zal kunnen uitoefenen. Bij de afbakening van de werkingsgebieden dienen de lokale besturen er echter op toe te zien dat de SVK-expertise gewaarborgd blijft in de toekomstige woonactor. Webra vreest dat dit in Vilvoorde-Machelen omwille van het financieringsmodel in het gedrang komt en geeft daarom een negatief advies.
Tot slot wordt aan de gemeenten gevraagd om een voorstel in te dienen op welke wijze de verdeling van stemrechten zal gebeuren tussen de gemeenten die deel uitmaken van het werkingsgebied. De lokale besturen moeten samen over minstens 50% plus één stemrechten in de nieuwe woonmaatschappij beschikken. De onderlinge verdeling van de stemrechten tussen de gemeenten moet gebeuren op basis van objectieve criteria in functie van het sociaal woonbeleid. Dit kan bijvoorbeeld het aantal huishoudens en/of het aantal sociale woningen zijn. Indien de gemeenten geen voorstel indienen, zal de Vlaamse Regering een verdeling bepalen op basis van objectieve criteria.
Voorgesteld wordt een verdeling tussen Machelen en Vilvoorde vast te leggen van respectievelijk 25 en 75% van de stemrechten, dit op basis van het aantal huishoudens in beide gemeenten.
Een advies aan de Vlaamse Regering wordt uitgebracht om stad Vilvoorde tot een werkingsgebied van de toekomstige woonmaatschappij met volgende gemeenten te laten behoren: Machelen, Vilvoorde.
Dit besluit wordt ter kennis gebracht aan de provinciegouverneur, zoals bepaald in artikel 330 e.v. van het decreet lokaal bestuur.